diens pronoun Uitspraak: [ dins ] van hem, zijnformeel Voorbeeld: 'de ambassadeur en diens echtgenote' Spreekwoorden en zegswijzen • Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. (=Men pacteert met hen van wie men afhankelijk is.) • wiens brood men eet, diens woord men ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/diens