de druiloor zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'drœylor ] Afbreekpatroon: druil·oor Verbuigingen: druiloren (meerv.) iemand die domme dingen doetinformeel Voorbeeld: 'Ze hebben mijn geld verkeerd belegd, wat een stelletje druiloren daar bij die bank!' Synoniem: sufferd Synoniemen: gek idioot oen rund schaapskop sufferd sul 5 d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/druiloor