heersen werkw. Uitspraak: [ ˈhersə(n) ] Afbreekpatroon: heer·sen Vervoegingen: heerste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geheerst (volt.deelw.) 1) de macht hebben over Synoniem: de baas zijn verdeel en heers (speel mensen tegen elkaar uit om zelf meer macht te hebben) 2) actueel zijn Voorbeelden: 'de heersen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/heersen
1) Beheersen 2) Besturen 3) De baas over iemand zijn 4) De baas spelen 5) De overhand hebben 6) Domineren 7) Er zijn 8) Gebieden 9) Gelden 10) Gezag uitoefenen 11) Gezaghebben 12) Grasseren 13) Heerschappij voeren 14) Macht uitoefenen 15) Meer zijn of gelden 16) Overheersen 17) Regeren 18) Regeren over Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Heersen/1