krassen werkw. Uitspraak: [ ˈkrɑsə(n) ] Afbreekpatroon: kras·sen Vervoegingen: kraste (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekrast (volt.deelw.) 1) krassen (1) maken Voorbeeld: 'De kleuter zit te krassen in een schrift.' 2) door strepen of insnijden laten ontstaan Voorbeeld: 'je naam op de muur krassen' 3)... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/krassen
Lijnen, krassen of insnijdingen aanbrengen in een oppervlak. Categorie: Procédés en Technieken > oppervlaktebedekkingsprocédés en -technieken. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491