de monteur zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ mɔnˈtɵ:r ] Afbreekpatroon: mon·teur Verbuigingen: monteurs (meerv.) beroep van iemand die dingen in elkaar zet of repareert Voorbeeld: 'automonteur' Synoniemen: bestuurder machinist reparateur werktuigkundige 6 definities...
1) Autohersteller 2) Autoreparateur 3) Bestuurder 4) Garageknecht 5) Garagewerker 6) Elektricien 7) Installateur 8) Machinearbeider 9) Machinist 10) Mecanicien 11) Reparateur 12) Technicus 13) Technieker 14) Werktuigkundige 1) Autoreparateur 2) Beroep 3) Bestuurder 4) Garageknecht 5) Garagewerker 6) Hersteller 7) Hulp in een garage 8) Iemand die machine in elkaar zet 9) Iemand die monteert 10) Installateur 11) Machine ineenzetter 12) Machinearbeider 13) Machinist 14) Mecanicien 15) Montage vakman 16) Reparateur 17) Reparateur van machines 
vakman die machines herstelt (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie apparaten in elkaar zet en repareert vb: de machine doet het niet, er moet een monteur komen
•mecanicien; technieker; mekanieker; installateur.
vakman die machines herstelt
vakman die machines herstelt
Iemand die dingen in elkaar zet en of repareert.
Personen die aan een constructie werken, zoals een stalen bouwwerk of brug, die bestaat uit het assembleren van gefabriceerde delen