nuttigen werkw. Uitspraak: [ ˈnʏtəxə(n) ] Afbreekpatroon: nut·ti·gen Vervoegingen: nuttigde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft genuttigd (volt.deelw.) eten of drinken Voorbeeld: 'op het terras een kopje soep nuttigen' Synoniemen: : consumeren, gebruiken Synoniemen: bikken bunkeren consumeren eten gebruik gebruiken naar binnen wer... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/nuttigen