ondervinden werkw. Uitspraak: [ ɔndərˈvɪndə(n) ] Afbreekpatroon: on·der·vin·den Vervoegingen: ondervond (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ondervonden (volt.deelw.) erbij zijn als het gebeurt en merken welke gevolgen het heeft Voorbeeld: 'Alle winkeliers ondervinden nadeel van de opgebroken straat.' Synoniemen: : meemaken, bele...
1) Afzien 2) Bekwaam 3) Beleven 4) Doormaken 5) Durven 6) Ervaren 7) Genieten 8) Gevoelen 9) Gewaarworden 10) Hebben 11) Kennen 12) Meemaken 13) Ondergaan 14) Ondervinding 15) Ontmoeten 16) Ontvangen 17) Proeven 18) Tegenkomen 19) Van iets getuige zijn 20) Verdragen 21) Vernemen 22) Voel 23) Voelen 1) Bekwaam 2) Beleven 3) Doorleven 4) Doormaken 5) Duren 6) Eprouveren 7) Ervaren 8) Gewaarworden 9) Kennen 10) Lijden 11) Meemaken 12) Merken 13) Leren 14) Ondergaan 15) Ontmoeten 16) Proeven 17) Verdragen 18) Verkrijgen 19) Vernemen 20) Voel 21) Voelde 22) Voelen 
het op een bepaalde manier voelen vb: je weet niet wat het is, tot je het hebt ondervonden Synoniemen: beleven ervaren
•door ervaring ergens achter komen.
door onderzoek te weten komen