openstaan werkw. Uitspraak: [ 'opə(n)stan ] Afbreekpatroon: open·staan Vervoegingen: stond open (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opengestaan (volt.deelw.) 1) open zijn Voorbeeld: 'Mijn deur staat meestal open omdat het anders te warm is.' 2) vrij, beschikbaar zijn Voorbeeld: 'Er staan nog een aantal interess... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/openstaan