
opstoken werkw. Uitspraak: [ ˈɔpstokə(n) ] Afbreekpatroon: op·sto·ken Vervoegingen: stookte op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgestookt (volt.deelw.)
1) (brandstof) verbranden Voorbeeld: 'de hele wintervoorraad opstoken'
2) (iemand) opgewonden maken waardoor hij of zij iets onverstandigs gaat doen Voo...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/opstoken

1) Schudden 2) Aanblazen 3) Verbruiken 4) Aanboeten 5) Agiteren 6) Aanstoken 7) Aandrijven 8) Aanhitsen 9) Aanschenden 10) Kwaadspreken 11) Aanwakkeren 12) Instigeren 13) Sterker doen branden 14) Aanzetten 15) Aanvuren 16) Opfokken 17) Hitsen 18) Opzetten 19) Onrust verwekken 20) Opmaken 21) Opjutten
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opstoken/1
veel druk uitoefenen om iemand iets te laten doen vb: zij heeft haar broer opgestookt om die inbraak te plegen
Synoniemen: opzwepen ophitsen
feller laten branden vb: hij stookt het vuur op door er brandstof op te gooien
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

ophitsen
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
Geen exacte overeenkomst gevonden.