uitproberen werkw. Uitspraak: [ 'œytproberə(n) ] Afbreekpatroon: uit·pro·be·ren Vervoegingen: probeerde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgeprobeerd (volt.deelw.) (iets) onderzoeken door het te gebruiken Voorbeelden: 'twee maanden gratis een gehoorapparaat uitproberen' , 'De fabrikant laat het nieuwe product uitproberen d...
1) Experimenteren 2) Beproeven 3) Uittesten 4) Op bruikbaarheid testen 5) Testen 6) Proberen 7) Toetsen 
op bruikbaarheid testen, op de proef stellen
op bruikbaarheid testen, op de proef stellen (toon de herkomst via de etymologiebank)
er een proef mee doen, het testen vb: met dit monstertje kunt u de shampoo uitproberen Synoniemen: proberen uittesten
•van tevoren proberen of het bevalt.
Uitproberen is testen . [basiswoordenlijst groep 5]
Uitproberen is iets doen om te kijken of het je lukt of iets doen om te kijken of je het leuk vindt.