I vastklemmen werkw. Afbreekpatroon: vast·klem·men Verbuigingen: klemde vast Vervoegingen: vastgeklemd (volt.deelw.) met klemmen vastzetten II vastklemmen werkw. Afbreekpatroon: vast·klem·men Verbuigingen: klemde vast zich Verbuigingen: heeft zich vastgeklemd ''zich vastklemmen'': zich krampachtig vasthouden . Synoniemen: hebben... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vastklemmen