de viezigheid zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'vizəxhɛit ] Afbreekpatroon: vie·zig·heid Verbuigingen: viezigheden (meerv.) iets wat vies is Voorbeelden: 'Er zat viezigheid op de lens.' , 'Er is tegenwoordig alleen maar geweld en viezigheid op tv.' Synoniemen: afval drab modder morsigheid ongerechtigheid rommel slonzigheid smeerlapperij ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/viezigheid