de voorstelling zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'vorstɛlɪŋ ] Afbreekpatroon: voor·stel·ling Verbuigingen: voorstellingen (meerv.) 1) keer dat een toneelstuk opgevoerd of een film vertoond wordt theater Voorbeeld: 'De laatste voorstelling begint om elf uur.' Synoniem: opvoering 2) iets wat je je voorstelt
1) Aanbieding 2) Afbeelding 3) Afspiegeling 4) Beeld 5) Begrip 6) Bewustzijnsinhoud 7) Denkbeeld 8) Droom 9) Figuur 10) Gravure 11) Happening 12) Ideaal 13) Idee 14) Imago 15) Inken 16) Matinee 17) Nabootsing 18) Notie 19) Optreden 20) Opvoering 21) Para 22) Perceptie 23) Performance 24) Poppenkast 1) Aanbieding 2) Afbeelding 3) Beeld 4) Begrip 5) Beoordeling 6) Besef 7) Denkbeeld 8) Figuur 9) Gewaarwording 10) Happening 11) Ideaal 12) Idee 13) Imago 14) Lezing 15) Manifestatie 16) Nontonnen 17) Notie 18) Optreden 19) Opvoering 20) Para 21) Performance 22) Presentatie 23) Publieke vermakelijkheid 
Het herkenbaar afgebeelde of uitgebeelde
Op enige afstand voor de eigenlijke verdedigingslinie gelegen veldstelling, ter vertraging van een vijandelijke opmars en-of als opnamestelling; veelal gelegen voor een inundatie of op een droogblijvend terreingedeelte.
vertoning van toneel-theaterkunsten aan het publiek.
Vertoning van toneel-theaterkunsten aan het publiek.
Beeldende werken, die in werkelijkheid bestaande objecten herkenbaar tonen