weggaan werkw. Uitspraak: [ 'wɛxan ] Afbreekpatroon: weg·gaan Vervoegingen: ging weg (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is weggegaan (volt.deelw.)
naar een andere plaats gaan of verdwijnen Voorbeelden: 'Hoe laat ga je weg?' , 'De pijn gaat niet weg.' Synoniemen: : ophoepelen, vertrekken Synoniemen: afgaan afreizen ga gaan gaat heengaan ket...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/weggaan
1) Afdruipen 2) Afgaan 3) Afnokken 4) Afreizen 5) Aftrappen 6) Afwijken 7) Afzonderen 8) Ervandoor gaan 9) Heengaan 10) Hem smeren 11) Het aftreden 12) Inrukken 13) Ketsen 14) Ontslag nemen 15) Opakkeren 16) Opbliksemen 17) Opbonjouren 18) Opbreken 19) Opdoeken 20) Opduvelen 21) Ophoepelen 22) Opkarren
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Weggaan/1
van deze plaats vandaan gaan vb: gisteren was Jan hier, maar vanmorgen is hij weggegaan
Synoniemen: vertrekken opbreken
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=weggaan
1) zich verwijderen van de plaats waar men zich bevindt; de plaats waar men zich bevindt verlaten
2) een partner, een werkmilieu, een gebied e.d. definitief verlaten
3) ophouden te bestaan; verdwijnen
4) verkocht worden
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/weggaan
•zich ergens vandaan begeven. •uitgaan, feesten. •uit een relatie stappen.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/weggaan
Geen exacte overeenkomst gevonden.
