zeggen werkw. Uitspraak: [ ˈzɛxə(n) ] Afbreekpatroon: zeg·gen Vervoegingen: zei (verl.tijd ) Vervoegingen: heeft gezegd (volt.deelw.) 1) met woorden informeren Voorbeelden: 'ja zeggen' , 'Hij heeft gezegd dat hij morgen zal terugbellen.' Het Burgerlijke Wetboek zegt hierover ... (in het Burgerlijk Wetboek staat hierover ...) ee... Gevonden op https://woorden.org/woord/zeggen
het mondeling onder woorden brengen vb: hij zegt dat hij geen tijd heeft zo gezegd, zo gedaan [het is gebeurd zoals het was afgesproken] zeg .... [luister eens] zeg dat wel! [inderdaad] daar is veel voor te zeggen [dat is een goed idee] nee zeggen [weigeren] het voor het zeggen hebben [... Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/