achterliggen werkw. Uitspraak: [ 'ɑxtərlɪxə(n) ] Afbreekpatroon: ach·ter·lig·gen Vervoegingen: lag achter (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft achtergelegen (volt.deelw.) minder ver of goed zijn (ten opzichte van iets of iemand) Voorbeelden: 'drie weken achterliggen op je planning' , 'in economische ontwikkeling achterliggen bij E... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/achterliggen