
Term uit de geschiedenis van de literatuurwetenschap en de literaire kritiek voor het geheel van stromingen in beide disciplines (gedeeltelijk elkaar overlappend en met elkaar verstrengeld) tussen 1920 en 1950 die de zelfstandigheid (autotelisch; formalisme) van het literaire werk (ergocentrisch) benadrukken tegenover de buitentekstuele werkelijkhe...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0002.php
Etym: Gr. auto-nomos = die zelf zijn wetten stelt. - Term uit de geschiedenis van de literatuurwetenschap en de literaire kritiek voor een aantal stromingen die hun oorsprong hebben tussen 1910 en 1950 en die met elkaar gemeen hebben dat ze de eigenwettelijkheid of autonomie van het literaire werk benadrukken. Daarmee zetten ze zich af tegen...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_00740.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.