I bedelen werkw. Uitspraak: [ ˈbedələ(n) ] Afbreekpatroon: be·de·len Vervoegingen: bedelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebedeld (volt.deelw.) geld vragen (om van te leven) Voorbeelden: 'bedelen om een euro' , 'een bedelende hand uitsteken' bedelen om iemands aandacht (smeken dat iemand aandacht geeft) een bedelende hond (om...
1) Aalmoezen vragen 2) Afschooien 3) Begiftigen 4) Begunstigen 5) Beschenken 6) Bidden 7) Bietsen 8) Dalven 9) Dalveren 10) De hand ophouden 11) Deemoedig vragen 12) Een aalmoes vragen 13) Kantjagen 14) Klaplopen 15) Mangen 16) Om een aalmoes vragen 17) Om smeken 18) Overtreding 19) Schooien 20) Schooieren 1) Bedenken 2) Begiftigen 3) Begunstigen 4) Beschenken 5) Bidden 6) Bietsen 7) Dalven 8) Klaplopen 9) Manzen 10) Ronddelen 11) Schooien 12) Schooieren 13) Soebatten 14) Toewijzen 15) Toppen 16) Vragen 
om een aalmoes vragen (toon de herkomst via de etymologiebank)
•een deel toewijzen aan iemand.
aalmoezen vragen; verzoeken
1.verdelen Voorbeeld: ‘De zoveel besproken “sociale” en voornamelijk “agrarische” kwestie - die voor de wereld als de grote gebeurtenis verkondigd wordt, die de lasten van 't leven beter bedelen zal’ Voorbeeld: ‘Het oppervlak van de wereldbodem ligt te glanzen in een groene schijn, bevlekt en bedeeld in perken van duizend s...
aalmoezen vragen