betitelen werkw. Afbreekpatroon: be·ti·te·len Verbuigingen: betitelde Vervoegingen: betiteld (volt.deelw.) 1) enz. 2) soms in negatieve zin een naam of classificatie aan iets hechten Voorbeeld: 'Zo werd Obama door de oppositie als de grootste voedselcoupon-president betiteld.' 3) tweede betekenisomschr... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/betitelen