de eidooier zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɛidojər ] Afbreekpatroon: ei·dooi·er Verbuigingen: eidooiers (meerv.) gele binnenste van een ei (2) Voorbeeld: 'de eidooier scheiden van het eiwit voor een gerecht' Synoniemen: : eierdooier, eigeel, dooier, 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/eidooier