de klasgenoot zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'klɑsxənot ] Afbreekpatroon: klas·ge·noot Verbuigingen: klasgenoten (meerv.) de klasge - note zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'klɑsxə - notə ] Afbreekpatroon: klas·ge·noot Verbuigingen: klasgenoten, klasgenotes (meerv.) iemand die in dezelfde klas (1) zit als jij 
1) Leerling uit dezelfde klas 2) Medeleerling 3) Medescholier
wie bij je in de klas zit vb: Wimpie is een klasgenoot van mij
leerling met wie iemand in dezelfde klas zit; iemand die in dezelfde klas zit; iemand in je klas
Een klasgenoot is iemand die in dezelfde klas zit als jij. [basiswoordenlijst groep 3]