overdraagbaar bijv.naamw. Uitspraak: [ ovər'draxbar ] Afbreekpatroon: over·draag·baar wat op iemand anders overgedragen kan worden Voorbeelden: 'overdraagbare ziekten' , 'Het gebruiksrecht is niet overdraagbaar.' seksueel overdraagbare aandoeningen () Synoniem: soa's Synoniemen: besmettelijk erfelijk veranderlijk 
1) Veranderlijk 2) Endossabel 3) Besmettelijk 4) Erfelijk 5) Transferabel 6) Transitief 7) Transmissibel 8) Transportabel 
Geschiktheid om te worden overgedragen tussen individuen van dezelfde soort en tussen verschillende soorten (bijv. van dier tot mens).