
1.weg, bepaalde loop of tocht ergens heen Voorbeeld: ‘
De eerste jaren had zij verleefd gelijk alle kinderen: gewenteld in 't zand, gestoeid in de weide, en later met de keutelbende weg en weer de lange trakel naar school’ 2.gang, gedraging, handeling Voorbeeld: ‘
Irmatje bleef thuis van de kostschool, Theresia genas, binnenshuis her...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.