
de treinbouwer zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: trein·bou·wer Verbuigingen: treinbouwers (meerv.) Verbuigingen: treinbouwertje (verkleinwoord)
1) iemand die treinen bouwt 2) een bedrijf dat treinen bouwt . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/treinbouwer
Geen exacte overeenkomst gevonden.