wegdrijven werkw. Uitspraak: [ 'wɛxdrɛivə(n) ] Afbreekpatroon: weg·drij·ven Vervoegingen: dreef weg (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is weggedreven (volt.deelw.) je drijvend verplaatsen Voorbeeld: 'wegdrijven op een luchtmatras in de zee' Synoniemen: spoelen verdrijven verjagen wegdobberen wegjagen 
1) Spoelen 2) Afdrijven 3) Verdrijven 4) Verjagen 5) Wegtrekken 6) Wegspoelen 7) Wegjagen 8) Wegdobberen 9) Voortdrijven 
verwijderen
1> door stroming of wind van zijn plaats, of buiten zijn of haar bereik, raken. 2a> DWARS WEGDRIJVEN : ongeveer haaks op de lengterichting van het schip, door stroming, wind, e.d. verplaatst worden. Zie ook drift en verlijeren . b> techniek die gebruikt wordt om bepaalde visnetten voort te slepen. Wanneer men in span vist `varen` de zeilschuiten......