Digischool Begrippenlijst `Stedelijke Gebieden NL`

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde > Stedelijke gebieden
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 263


Aantrekkingsgebied
Gebied dat door z`n positieve kenmerken mensen en activiteiten aantrekt. Deze aantrekkings- of pull-factoren kunnen zijn, goede woonomgeving, goede werkgelegenheid, enz.

Achterland
Gebied landinwaarts, waar een bepaalde stad de goederenvervoer voor regelt. Het Ruhrgebied behoort tot het achterland van Rotterdam.

Afstotingsgebied
Gebied dat door z`n negatieve kenmerken mensen en activiteiten afstoot. Deze afstotings- of push-factoren kunnen zijn, milieu-overlast, te kort aan werk, kindonvriendelijke omgeving, enz.

Afzetgebied/markt
Ook wel de klanten. De mensen waar je je producten aan kunt verkopen. Ons land was rond 1850 klein, er woonden nog niet zo veel mensen. Het afzetgebied was dus klein.

Agglomeratie
Een grote stad met de daaraan vastgegroeide kernen. Deze dorpen zijn geheel aan de stad vastgegroeid. Oorzaak hiervoor is het uitschuiven van de stad.

Agglomeratie-effect
Het agglomeratie-effect houdt in dat het ene bedrijf een volgend bedrijf naar zich toetrekt wat op zijn beurt weer nieuwe bedrijven naar zich toe trekt. Daar komen mensen op af voor werk wat dan weer nieuwe bedrijven aantrekt omdat de afzetmarkt is vergroot. Ook wel sneeuwbaleffect.

Allochtone forenzen
Een allochtone forens is niet geboren in de plaats waar hij op dit moment woont, hij werkt daar ook niet, maar in een grote stad in de buurt.

Ambachtelijke productie
Bij de ambachtelijke productie van goederen gaat het om een zeer klein bedrijf, waar met spierkracht en eenvoudige hulpmiddelen wordt gewerkt.

Amorfe verstedelijking
Van amorfe verstedelijking is sprake als de uitgroei van een dorp tot een stad op chaotische wijze is verlopen. Er is niet volgens een bepaald plan gebouwd, maar alles door elkaar en naast elkaar. Vaak ontbreekt in zulke steden een echt stadscentrum.

Annexeren
Letterlijk een stuk gebied inpikken.

Autochtone forens
Een autochtone forens is geboren in de gemeente waar hij op dat moment woont, maar hij werkt in een andere stad in de buurt.

Automatisering
Het niet alleen mechanisch laten verlopen van het produktieproces, maar een deel van de controle hierover in handen geven van computers.

Bandstad Twente
Een stedelijke zone in de provincie Overijssel waartoe de steden Enschede, Hengelo en Almelo behoren. De naam heeft te maken met het feit dat de steden samen een langgerekte vorm hebben.

Basisindustrie
Industrie die halffabrikaten maakt en daardoor aan de basis staat van een geheel productieproces. Voorbeelden zijn, de Hoogovens, olieraffinaderijen, enz.

Basisveen
Veenlaag die ontstaan is direkt na de laatste ijstijd. Het ligt aan de basis van de andere afzettingen die we in de Randstad vinden. Het ligt altijd op het pleistocene zand.

Bebouwingsdichtheid
Het gemiddeld aantal gebouwen per hectare of per vierkante kilometer.

Bedijking
Een soort polder, ontstaan doordat de mens een stuk zee dat hoog is opgeslibd, omgeeft door een dijk en er de waterstand gaat regelen. Grote delen van Groningen, Friesland, de Randstad en Zeeland zijn zo ontstaan.

Bedrijvenpark
Een geheel van bedrijven, dicht op elkaar, die een sterke relatie onderling hebben. Vaak gaat het om dezelfde type bedrijven, bijvoorbeeld high tech computerbedrijven.

Belangen
Redenen die mensen hebben om voor of tegen een bepaalde oplossing te kiezen.

Beleid
Het geheel van maatregelen die de overheid neemt om bepaalde problemen op te lossen, te verminderen of te voorkomen.

Bereikbaarheid
Hoe een bepaald gebied te bereiken is, hoe je er kunt komen. Bij winkels moet en de leveranciers goed kunnen komen, bij een kantoor de klant.

Beroepsbevolking
Iedereen die werkt of werk zoekt (voor meer dan 15 uur werk per maand) in de leeftijd van 15 tot 65 jaar.

Bestemmingsplan
Plan dat door de gemeente wordt opgesteld voor een bepaald gedeelte van de stad. Hierin staat waar huizen komen, hoe de wegen lopen, waar de voorzieningen in de wijk moeten komen, enz.

Bevolkingsdichtheid
Bij bevolkingsdichtheid wordt gekeken of er veel of weinig mensen per vierkante kilometer wonen.

Bevolkingsopbouw
De samenstelling van de bevolking naar leeftijd of omvang of gezinsgrootte of geslacht of beroep.

Binnenstad
Het echte centrum van de stad. Meestal gaat het hier om de alleroudste delen van de stad. Het is meestal gebouwd voor het begin van de industriële revolutie, dus voor 1870.

Bloeitijd
Een periode dat het erg goed gaat. In de Randstad was dat de 1e helft van de 17e eeuw, daarom ook wel de Gouden Eeuw genoemd.

Blokdiagram
Figuur waarbij je een zijaanzicht en een boven- aanzicht van een gebied hebt.

Boezem
Een tijdelijke opslagplaats voor overtollig polderwater. Hiervoor werden ringvaarten, meren en afgedamde rivieren gebruikt.

Bouwrijp maken
Hierbij wordt een stuk grond voorbereid op de bouw. Dit betekent egaliseren, waar nodig heien, enz.

Bufferzone
Open gebied tussen twee stedelijke zones, dat als functie heeft te voorkomen dat deze twee gebieden aan elkaar vast groeien. Hier mogen dan geen huizen of bedrijven gebouwd worden. Het blijft landbouwgrond of natuur- of recreatiegebied.

Buitengebied
Het deel van de Randstad, dat ten noorden, oosten en zuiden van de stedelijke zones ligt. Hier liggen de groeikernen, behorend bij Amsterdam, Utrecht en Rotterdam.

Buitenplaats
Grote huizen buiten de stad waar rijke mensen woonden. Vaak werd de buitenplaats gebruikt als tweede huis. Ze leggen veel aan de Vecht, in de duinen en in enkele droogmakerijen.

Buurtwinkelcentrum
Klein aantal winkels in de buurt, meestal alleen voor de dagelijkse boodschappen.

Calamiteit
Een plotselinge onverwachte gebeurtenis, bijvoorbeeld een ramp.

City
Het echte historische centrum van de stad.

City-vorming
Verschijnsel waarbij in het stadscentrum de woonfunctie afneemt, terwijl de tertiaire functie toeneemt. Waar eerst mensen woonden komen nu kantoren, warenhuizen en hotels. Ander woord hiervoor is uitschuiving.

Cokes
Steenkool waar door verhitting het gas uit is verwijderd. De cokes wordt gebruikt in hoogovens om in ovens verbrand te worden. Daar komt een grote hitte bij vrij waarmee ijzererts gesmolten kan worden.

Compacte Stad
Het gevolg van verdichtingsnieuwbouw, waarbij in een stad alle open plekken en oude bedrijfsterreinen worden volgebouwd om de stad weer aantrekkelijk te maken voor grotere groepen mensen. Met compacte stad wordt ook bedoeld de historische stad inclusief de daaromheen liggende 19e eeuwse wijken.

Compost
Afval verwerkt tot potgrond. Biologisch afval wordt door bacteriën omgezet in bruikbare aarde. Nadeel van deze wijze van afvalverwerking is, dat er veel ruimte voor nodig is. Het is echter wel zeer milieuvriendelijk.

Compromis
Overeenkomst tussen twee partijen waarbij vaak een oplossing is gekozen die tussen de eisen van de twee partijen inligt.

Concentratie
Opeenhoping van verschijnselen van dezelfde soort bijvoorbeeld van mensen, bedrijven of gebouwen. Dit verschijnsel vond plaats in Nederland tijdens het urbanisatieproces.

Confectieindustrie
De confectie-industrie is een vorm van textielindustrie, dat kleding maakt in massaproductie. Hierbij zijn grote aantallen werknemers nodig, de bedrijfstak werkt arbeidsintensief. Deze bedrijven hebben zich daarom meestal in de lage-lonenlanden gevestigd.

Congestieverschijnselen
Congestieverschijnselen zijn problemen die zijn ontstaan door te grote concentratie van mensen, bedrijven en infrastructuur. Er ontstaat dan bijvoor- beeld een tekort aan woningen, een te veel aan verkeer (files) of een tekort aan arbeidskrachten.

Cope-ontginning
Ontginning van een gebied met een contract, men kreeg toestemming van een landheer om een bepaald gebied te ontginnen. Zo`n contract heet cope.

Culturele minderheden
Tot de culturele minderheden worden gerekend de kleine groepen mensen in een bevolking met een duidelijk afwijkende cultuur.

Dammen
Door de zeespiegelstijging en het dalen van het land dreigden soms rivieren de verkeerde kant op te gaan stromen. Ze werden dan afgedamd. Vaak ontstonden bij deze dammen steden. Denk maar aan Zaandam, Amsterdam en Schiedam.

Dienstensector
Ook wel tertiaire sector. Het geheel van de beroepsbevolking dat niet gerekend wordt tot de landbouw, mijnbouw en industrie. Hiertoe behoort de handel, vervoer, horeca, medische oorzieningen, middenstand, onderwijs, enzovoorts.

Distributiecentrum
Dienstverlenend bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in het voor andere doorvoeren van goederen. Hierbij kan worden gebruik gemaakt van de trein, de vrachtwagen, het schip en het vliegtuig.

Doorvoerhaven
Een doorvoerhaven vervoert de met zeeschepen aangevoerde goederen in kleinere schepen verder het binnenland in. Rotterdam is doorvoerhaven voor Nederland en het Ruhrgebied.

Dorpsvorm
De vorm die een dorp heeft aangenomen. Bij een esdorp liggen de huizen in een cirkel rond de brink. De veendorpen liggen als uitgestrekte linten langs een weg. De vorm is dus langgerekt.

Draagkracht
De stevigheid van de bodem. Veen en klei hebben een kleine draagkracht, zand een grote. Huizen die gebouwd worden op zandgrond behoeven niet te worden onderheid. Er bestaat ook iets als financi‰le draagkracht, hoeveel geld iemand om iets te kunnen betalen.

Draagvlak
Het aantal mensen dat in de buurt woont waar een bepaalde voorziening is gevestigd. Neemt het aantal inwoners in de wijk af, dan kan het gebeuren dat een school, bibliotheek of winkel gesloten moet worden.

Drempelwaarde
Het minimum aantal klanten dat een winkel nodig heeft om te kunnen blijven voortbestaan. Voor een school is dat het aantal leerlingen en voor een bibliotheek het aantal leden.

Droogmakerij
Drooggegemalen meer. De polder wordt meestal omgeven door een ringvaart, die achter de dijk ligt, en waar het overtollige water uit de droogmakerij in gemalen wordt.

Economisch sneeuwbaleffect
Zie sneeuwbaleffect.

Economische diensten
Deel van de dienstensector dat er op is gericht winst te maken. Voorbeelden zijn handel, horeca, ingenieursbureaus, banken en verzekeringen.

Economische driehoek
Gebied in West Europa waar enkele zeer belangrijke industriële gebieden liggen. De punten van de driehoek worden gevormd door Londen, Parijs en het Ruhrgebied. De Randstad ligt centraal binnen deze driehoek.

Eemien
Tussenijstijd. Periode van 130.000 tot 90.000 jaar geleden. In deze periode steeg de temperatuur in Nederland en ontstond er op grote schaal veen.

Egalisatie
Letterlijk gladstrijken. Iets wat onregelmatig is gelijk maken.

elitetoerisme
1. Een kleine groep rijke toeristen die naar gebieden gaat waar nog bijna niemand geweest is. 2. Toerisme voor een kleine groep mensen met een hoog inkomen in gebieden met veel dure voorzieningen.

Etnische samenstelling
De etnische samenstelling van de bevolking houdt in de bevolkingsopbouw van een gebied waarbij vooral gelet wordt op de herkomst van de verschillende bevolkingsgroepen.

Forensisme
Mensen gaan buiten de stad wonen, maar blijven wel in de stad werken. Hierdoor moeten ze elke dag op en neer gaan reizen. Aan het begin van deze eeuw ging men vooral langs de spoorlijn wonen, na de jaren `60 wordt men door de auto veel mobieler.

Forenzengemeente
Een gemeente waarvan een groot deel van de beroepsbevolking buiten de eigen gemeente werkt, meestal in stedelijke gemeenten in de buurt.

Fusie
Het geheel samengaan van twee bedrijven. De twee bedrijven verdwijnen en vormen een nieuw bedrijf met vaak een nieuwe naam.

Galerijflats
Type flat dat tot 17 verdiepingen telt. Het kent de lift, dit in tegenstelling tot de portiekflat. Ze werden vooral in de jaren `60 gebouwd. Tegenwoordig willen veel mensen er vaak niet meer in wonen.

Gastarbeiders
Minderheidsgroep in Nederland, naar ons land gekomen vanaf de jaren `60 om het tekort aan arbeidskrachten in die tijd op te vullen. Eerste kwamen ze vooral uit Spanje en Italië, in later jaren vooral uit Marokko en Turkije.

Geboortenoverschot
In een land is een geboortenoverschot als er op een bepaald moment meer mensen worden geboren als er sterven. De bevolking groeit dan, mits het migratiesaldo hier geen negatief effect op heeft.

Gebundelde deconcentratie
De gebundelde deconcentratie houdt in dat de overheid mensen wel toestaat uit de grote steden te verhuizen, maar dan naar de door de overheid aangewezen groeikernen. Dit om te voorkomen dat anders het Groene Hart helemaal wordt volgebouwd. Dit beleid kennen we vanaf 1974. In 1990 is de overheid grotendeels gestopt met deze maatregelen. In 1992 zijn echter nieuwe maatregelen genomen om het Groene Hart te behoeden voor volbouwen.

Geestgronden
Afgegraven oude duinen, nu in gebruik voor de bloembollenteelt.

Geldbelegging
Het omzetten van je verdiensten in huizen of land. Je liet een meer droogmalen en verpachtte vervolgens het nieuw gewonnen land aan de boeren

Geleide loonpolitiek
De geleide loonpolitiek na de Tweede Wereldoorlog hield in dat de overheid bepaalde dat de lonen en productiekosten laag moesten blijven. Doel was de Nederlandse economie zo snel mogelijk weer op te bouwen.

Geologische doorsnede
Bij een geologische doorsnede wordt een gebied `opengesneden` en zijn de verschillende lagen van de ondergrond goed te bekijken.

Glaciale afzetting
Glaciale afzettingen zijn afzettingen van het landijs. Bijvoorbeeld keileem, zwerfkeien, zand.

Gouden Eeuw
Periode dat het erg goed ging met de Randstad. (Toen nog liggend in het onder Spanje vallende `Nederlanden`). Ruwweg beslaat het de 1e helft van de 17e eeuw. Na 1672 was het definitief afgelopen met deze bloeitijd.

Groeisector
Bedrijfstak dat is staat is om een agglomeratie-effect aan te zwengelen. Het is een groot bedrijf dat veel nieuwe bedrijven aantrekt, waardan weer nieuwe bedrijven op af komen, enz. Als het om industrie gaat wordt dit een groei-industrie genoemd.

Groeistad
Een centraal gelegen stad buiten de Randstad die mensen en bedrijven moet aan trekken. Deze steden zijn aangewezen in de 4e NOTA voor de Ruimtelijke Ordening. Voorbeelden Groningen, Zwolle, Amersfoort, Arnhem-Nijmegen, Breda.

Groene Hart
Een groen gebied met voornamelijk veeteelt, midden tussen de stedelijke zones van de Randstad. Dit gebied blijft als functie landbouw en recreatie houden en moet voorkomen dat alle steden in dit gebied aan elkaar groeien. In 1992 zijn hier nieuwe maatregelen voor genomen.

Groene Long
Gebied dat een belangrijke functie vlakbij steden vervult op het gebied van de recreatie. Hier kunnen de stedelingen een `frisse neus` halen.

Groothandel
De handel tussen de producent en de detailhandel. Het gaat om de verkoop van goederen in grote aantallen en hoeveelheden.

Haarlemmermeer
Grote droogmakerij nabij Amsterdam. Drooggemalen in 1852 met behulp van drie stoomgemalen.

Halffabrikaat
Produkt dat is gemaakt door een basisindustrie. Het is nog niet af, maar dient als grondstof voor een vervolgindustrie die er een eindproduct van maakt.

Halfwegzone
Ook wel het economische uitstralingsgebied van de Randstad genoemd. Het is een gebied buiten de Randstad waar bedrijven en mensen zich graag vestigen. Het is een strook die begint bij Vlissingen in Zeeland en via Noord-Brabant en Arnhem en Nijmegen loopt tot aan Zwolle.

Havenslib
Afzettingen van klei, vermengd met vervuiling dat zich in de havens ophoopt. Het moet verwijderd worden om te voorkomen dat de havens dichtslibben.

Herstructurering
Het beleid waarbij men de economische structuur van een gebied wil omvormen. Het gaat dan altijd om gebieden waar het economische slecht gaat. In het verleden ging het om gebieden als Zuid Limburg (sluiting kolenmijnen), Twente (sluiting textielindustrie), Helmond (sluiting van diverse traditionele bedrijfstakken). Zo`n gebied wordt een herstructureringsgebied genoemd.

Hollandveen
Veen ontstaan achter de oude duinen in een moerassig gebied. Het ligt meestal op de oude mariene afzettingen. Veel van het Hollandveen is nu afgegraven.

Holoceen
Onderdeel van de periode het Kwartair. Het bestrijkt de periode van 10.000 jaar geleden tot nu. In deze periode is laag Nederland (o.a. de Randstad) gevormd.

Hoog Catharijne
Groot en compact kantorencomplex bij het centraal station in Utrecht. Onder de kantoren bevindt zich een groot overdekt winkelcentrum.

Hoogbouw
Manier van bouwen waarbij men in meerdere bouwlagen op elkaar woont. Voorbeelden hiervan zijn de portiekflat en de galerijflat.

Hoogovenslakken
Afval uit Hoogovens, dat over blijft na het uit het erts halen van ijzer. Het wordt van de `pot` met vloeibare ijzer afgeschraapt.

Immigranten
Mensen die zich vanuit andere landen in ons land gevestigd hebben.

Indexcijfer
In een tabel met indexcijfers wordt gekeken vanuit een bepaald jaar. Alle waarden worden dan op 100 gesteld. Daarna wordt gekeken hoeveel de onderzochte onderwerpen de jaren erna van die 100 afwijken. Meer dan 100 betekent dan stijgingen minder dan 100 een daling.

Industriehaven
Haven waar niet alleen goederen worden aan- en afgevoerd, maar waar de goederen ook in industriecomplexen worden verwerkt tot halffabrikaten of eindproducten.

Industriële revolutie
Dit is de snelle verandering in het economische leven, waarbij men overging van het handmatig naar het machinaal produceren van goederen. Nederland liep hierbij wat achter. Voor ons begon deze periode rond 1870.

Industrieterrein
Apart ingericht gebied, meestal net buiten de bebouwde kom, bedoeld voor de industrie en de groothandel.

Infrastructuur
Dit bestaat uit A. De in een gebied aanwezige verbindingen (water)wegen, leidingen voor aardgas, olie, water, electriciteit, telefoon, enz. en de in het gebied aanwezige industrieterreinen. B. Het geheel van openbare voorzieningen in een stad of streek die het functioneren van alle activiteiten mogelijk maken.

Initiatief
Iemand die het initiatief neemt begint met iets, waarna anderen volgen. Rond 1850 waren er in Nederland weinig ondernemers die stoommachines in hun bedrijven durfden te plaatsen. Niemand nam het initiatief.

Inklinking
Het inzakken van het veen onder invloed van twee oorzaken 1. oxydatie, als veen wordt ontwaterd, verteren de planteresten onder invloed van de zuurstof die er dan bij kan komen. 2.inzakken, als het water uit het veen verdwijnt, zakt het veen in.

Inkomensselectie
Uit een oude stadswijk vertrekken vaak die mensen die een wat hoger inkomen hebben. In die oudere wijken blijven dan mensen met een lager inkomen over. Voor de gemeente kan dit betekenen dat ze minder inkomsten krijgen.

Innovatie
Het vernieuwen van productiemethodes. Er wordt steeds moderner, met steeds meer machines en geautomatiseerd gewerkt.