Commissie Genetische Modificatie
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > Genetische Modificatie
Datum & Land: 08/02/2012, NL offline
Woorden: 216
Utilitarisme
Utilitarisme is een consequentialistische theorie uit de ethiek. Bij Utilitarisme wordt de morele waarde van een handeling afgemeten aan de bijdrage die deze handeling levert aan het algemene nut. Onder algemeen nut wordt het welzijn en geluk van alle mensen verstaan. Een Utilitarist streeft ernaar het grootste geluk voor het grootste aantal mensen te bewerkstelligen
Vaccin
Een middel dat bij de ontvanger een immuunrespons opwekt zonder hem ziek te maken. Hierdoor is de gevaccineerde beter tegen de ziekteverwekker bestand dan zonder vaccinatie. Er bestaan verschillende soorten vaccins, namelijk vaccins die levende verzwakte organismen bevatten en vaccins bestaande uit (delen van) gedode organismen.
Verticale transmissie/overdracht
Overdracht van genen, ziekten of ziekteverwekkers naar een volgende generatie.
Veiligheidskabinet
Een belangrijke manier van fysische inperking tijdens werkzaamheden met micro-organismen. Het kabinet biedt, afhankelijk van het inperkingsniveau, bescherming aan mens, omgeving en experiment.
Vector
Vector heeft meerdere betekenissen. In de moleculaire biologie wordt met een vector een DNA- of RNA-molecuul bedoeld dat gebruikt wordt om genetisch materiaal aan een gastheer toe te voegen. Met vector kan ook een insect worden bedoeld dat een pathogeen micro-organisme of virus overdraagt.
Virus
Infectieuze deeltjes waarvan het genetische materiaal (RNA of DNA) gewoonlijk omsloten is door een omhulsel van eiwit en eventueel een lipidenmembraan. Virussen verschillen van andere levensvormen doordat ze geen eigen stofwisseling hebben. Een virus kan wel bestaan buiten een gastheercel maar kan zich dan niet repliceren. Replicatie vindt plaats in gastheercellen door gebruik te maken van de aanwezige cellulaire mechanismen. Dit kan leiden tot ziekte bij de gastheer.
Virulentie
Het ziekteverwekkende vermogen van een micro-organisme. Dit is gekoppeld aan de pathogeniteitsklasse waartoe het micro-organisme behoort.
Virotherapie
Experimentele therapie die gebruikt wordt bij de behandeling van kanker met (genetisch gemodificeerd) virus.
Virale vector
Viraal DNA- of RNA-molecuul dat gebruikt wordt om een gewenst gen aan een gastheer toe te voegen. De betrokken virale sequenties kunnen leiden tot replicatie van de vector of delen hiervan. Tevens kan dit leiden tot integratie van genetische materiaal van de vector of delen hiervan in het genetische materiaal van de cel.
Voorzorgsprincipe
Dit principe is vastgelegd bij †œhet verdrag van Rio†. Het principe stelt dat nieuwe technologieën niet zonder voorzorgen mogen worden toegepast als ze risico`s voor het milieu of de gezondheid lijken op te leveren, zelfs als wetenschappelijk onderzoek die risico`s (nog) niet onomstotelijk heeft vastgesteld.
Weesgeneesmiddelen
Geneesmiddelen die bestemd zijn voor de diagnose, preventie of behandeling van zeldzame aandoeningen. Door de hoge ontwikkelingskosten van deze middelen en de kleine groep patiënten zullen de verwachte opbrengsten voor de producent laag zijn. Vanuit de Europese Unie zijn daarom richtlijnen opgesteld om de ontwikkeling van weesgeneesmiddelen te stimuleren.
Weefselkweek
Het kweken van weefsels of cellen in een steriele omgeving buiten het organisme.
Wild-type
Het natuurlijke voorkomende geno- of fenotype van een bepaald organisme (of gen).
Xenotransplantatie
Orgaantransplantatie van dier naar patiënt. Gezien de ethische dilemma`s die kleven aan xenotransplantatie en de potentiële gezondheidsrisico`s, is er sinds 2001 een moratorium op xenotransplantatie.
Zelfklonering
Het verwijderen van genetisch materiaal uit een organisme, gevolgd door het terugbrengen van dit materiaal, of een deel ervan, in cellen van hetzelfde organisme. Dit materiaal kan ook teruggezet worden in een nauw verwante soort, welke door natuurlijke fysiologische processen chromosomaal DNA kan uitwisselen met het eerstgenoemde organisme. Het verwijderde genetische materiaal kan in-vitro, enzymatisch, chemisch of mechanisch bewerkt worden, alvorens het teruggeplaatst wordt.
Zinc-finger
(zinkvinger) Een `zinc finger` is een DNA-bindend eiwit dat specifieke basenvolgordes in het DNA herkent en hieraan bindt. Om erfelijk materiaal te veranderden, wordt een zinkvinger gekoppeld aan een zogenaamd effectoreiwit zoals nucleasen of transcriptiefactoren.