Combined Business Power - Inkoopbegrippen

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management > Inkoop
Datum & Land: 10/03/2007, NL offline
Woorden: 231


Inkooplogistiek
alle activiteiten die betrekking hebben op het raakvlak tussen inkoop en logistiek; het omvat onderwerpen als materials management, materiaalbehoefteplanning, leveringsbetrouwbaarheid, Just in Time-inkoop, bestelprocedures enz..

Inkoopinformatiesysteem
het totaal aan procedures dat zorg draagt voor: de verwerking van bestelaanvragen, deze aanvullen met product- en leveranciersgegevens, de omzetting van de bestelaanvraag in een bestelorder, de orderbewaking, de factuurontvangst, en na controle op levering de betaalbaarstelling, de betaling van de factuur alsmede de levering van managementinformatie.
Zie ook: Inkoopmanagementinformatiesysteem

Inkoopefficiency
de mate waarin middelen worden ingezet om bepaalde inkooptaakstellingen en inkoopdoelstellingen te verwezenlijken.
Zie ook: Inkoopresultaat, Inkoopeffectiviteit

Inkoopethiek
het streven van de inkoopleiding en het inkooppersoneel zich bij de benadering van aanbieders en verkopers van materialen en producten, zakelijk, volgens juridisch vastgelegde spelregels te gedragen..

Inkoopeffectiviteit
de mate waarin de gestelde inkooptaakstellingen en inkoopdoelstellingen worden gerealiseerd.
Zie ook: Inkoopresultaat, Inkoopefficiency.

Inkoopdoelstellingen
de inkoopdoelstellingen dienen afgeleiden te zijn van de ondernemingsdoelstellingen en verschillen per onderneming. Ze zijn strategisch van karakter en kunnen onder meer gericht zijn op: Het verlagen van de integrale inkoopkosten; Het verminderen van toeleveringsrisico’s; Het verhogen van productkwaliteit en leverancierskwaliteit. Het verbeteren van het functioneren van de inkoopafdeling. De inkoopdoelstellingen maken deel uit van het inkoopplan.

Inkoopcombinatie
groep van afnemers die gezamenlijk goederen inkopen om aldus een sterkere onderhandelingspositie tegenover de leveranciers te creëren.

Inkoopbrochure voor leveranciers
hierin worden de inkoopdoelstellingen van een onderneming gepubliceerd. Hiermee wordt duidelijkheid geschapen ten aanzien van ondernemingsdoelstellingen, inkoopethiek, standaardprocedures, methodieken en de wijze waarop de inkoopfunctie van de afnemer is georganiseerd.
Ook wel: Purchasing policy.

Inkoopbudget
de kwantitatieve neerslag van de kosten van materialen en diensten, benodigd voor de bedrijfsvoering in de meest brede zin in een bepaalde periode. De volgende budgetten zijn in dit geval relevant: Inkoopmaterialenbudget; Inkoopbudget indirecte materialen; Investeringsbudget; Gereedschappenbudget; Afdelingsbudget. Inkoopbudget indirecte materialen; Investeringsbudget; Gereedschappenbudget; Afdelingsbudget.

Inkoopbeleidsplan
beleidsplan dat aangeeft welke taakstellingen voor inkoop zijn voorzien op het gebied van af te sluiten prijsniveaus, kwaliteitsverbetering, verkorting van doorlooptijden, verbetering van leveringsbetrouwbaarheid van leveranciers, inkoopmarktonderzoek en automatisering.
Ook wel: Inkooppolitiek.

Inkoopbehoeftenbepaling
vaststellen van de gewenste aan te kopen hoeveelheden per tijdseenheid; dit kan gebeuren op grond van historisch of verwacht gebruik, dan wel gebaseerd op verkoop- en fabricageplanningen.

Inkoopaudit
een volledig, systematisch, onafhankelijk en periodiek onderzoek naar de inkoopfunctie van een organisatie teneinde vast te kunnen stellen waar verbetering mogelijk c.q. noodzakelijk zijn.

Inkoopactieplan
verzameling van (verbeterings)activiteiten die gericht zijn op het realiseren van de inkoopdoelstellingen. Het plan is een nadere uitwerking van de opgestelde inkoopstrategie die de onderneming op langere termijn wil nastreven.

Initiële inkoper
inkoopfunctionaris die verantwoordelijk is voor de inkoop van nieuwe materialen en componenten en die ook de contacten legt met nieuwe leveranciers.

Initiële inkoopfunctie
een deel van de inkoopfunctie dat zich beperkt tot de meer commerciële aspecten van inkoop. Het omvat het voorbereiden van de inkooporderspecificatie, het selecteren van leveranciers, het onderhandelen met en het contracteren van leveranciers.
Zie ook: Bestelfunctie.

Ingangscontrole
bij aflevering van goederen door de leverancier uit te voeren controle op hoeveelheid en (technische) kwaliteit, om te controleren of de leverancier zijn afspraken is nagekomen.

Investeringsgoederen
goederen waarvan de aanschaffingswaarde niet meteen geheel wordt afgeboekt, maar in termijnen wordt afgeschreven en waarvan de boekwaarde jaarlijks op de balans wordt vermeld. Investeringsgoederen kunnen betrekking hebben op machines die in de productie worden gebruikt, doch ook op computers en gebouwen.
Ook wel: Kapitaalgoederen.

Investeringsbudget
kwantitatieve neerslag van de verwachte omvang van de in te kopen kapitaalgoederen binnen een bepaalde tijdsperiode.
Zie ook: Inkoopbudget.

Just in time-inkoop
filosofie welke beoogt exact benodigde materialen en producten op die tijdstippen optimaal ter beschikking te hebben, zodat alleen waarde aan het te vervaardigen product wordt toegevoegd en indirecte kosten worden vermeden.
Ook wel: JIT-inkoopbenadering.

Ketenaansprakelijkheid
situatie waarin de aannemer aansprakelijk is voor de betaling van belastingen en premies, die onderaannemers en hun onderaannemers in de keten verschuldigd zijn, maar nog niet hebben betaald. Het doel hiervan is malafide onderaanneming en het malafide ter beschikking stellen van personeel (in alle sectoren van het bedrijfsleven) tegen te gaan, waardoor zoveel mogelijk wordt voorkomen dat bewust geen sociale verzekeringspremies en loon- of omzetbelasting worden afgedragen.
Ook wel: Wet op de ketenaansprakelijkheid.

Knelpuntproducten
producten met een hoog toeleveringsrisico en een geringe invloed op de winst; een van de productcategorieën voortvloeiend uit de portfolio-analyse.
Ook wel: Bottleneck producten.
Zie ook: Portfolio-analyse.

Korting
een reductie op de prijs van een bepaald product. In de praktijk onderscheidt men de volgende kortingen: Betalingskorting; Hoeveelheidskorting per bestelling; Bonusregeling; Geografische korting; Seizoenskorting; Promotionele korting.

Kostenbesparing
het verschil tussen de laatst betaalde inkoopprijs en een lagere thans betaalde prijs. Deze verlaging is structureel.

Kredietbeperkingstoeslag
negatieve korting ter bekostiging van de krediettermijn. De opslag mag de betalende partij aftrekken bij tijdige betaling.

Kwaliteitsaudit
een systematisch en onafhankelijk onderzoek gericht op het achterhalen of de kwaliteitsactiviteiten en de daaruit voortvloeiende resultaten overeenkomen met de overeengekomen kwaliteitscondities en gericht op het nagaan of deze condities voldoende effectief zijn geïmplementeerd om de (kwaliteits)doelstellingen te bereiken.

Levensduurkosten
totale kosten die gerelateerd zijn aan het gebruik van het product; derhalve afschrijvingen, onderhouds- en exploitatiekosten omvattend.

Letter of intent
vroegtijdige, vaak aan voorwaarden gebonden, orderacceptatie, vooruitlopende op de schriftelijke inkooporder, met bevestiging van de goederen, hoeveelheden, prijs en leverdatum.

Leasing
huren per contract van duurzame productiemiddelen, auto’s, hardware e.d. voor een langdurige periode al of niet met de optie op de aankoop ervan na afloop van de huurtermijn.

Leadtime
de tijdsperiode die verstrijkt tussen het moment dat de behoefte aan goederen bepaald is en het moment dat deze behoefte bevredigd is en de goederen beschikbaar zijn.

Leveringsbetrouwbaarheidsindex
getal waarmee de leveringsbetrouwbaarheid van een leverancier kan worden gemeten. De betrouwbaarheid kan worden bepaald door het te laat-te vroeg leveren en door het te veel-te weinig leveren van die leveranciers, alsmede door de ernst van deze fouten.

Leveringsbetrouwbaarheid
de mate waarin bestelde producten overeenkomstig de levertijd en hoeveelheid door de leverancier worden geleverd.

Leveranciersontwikkeling
het actief beïnvloeden van de leverancier door de inkopende onderneming door middel van steunverlening op het gebied van financiën, management en investeringen.
Ook wel: Supplier development.

Leveranciersbestand
verzameling van gegevens zoals adres, leverancierscode, rekeningnummer, geleverde goederen e.d. van de ondernemingen die als leverancier optreden of opgetreden zijn.

Leveranciersbeoordelingsmethode
methode gebruikt ter beoordeling van een leverancier.
Een onderscheid valt te maken naar: Spreadsheets: op deze manier worden verkregen offertes op en systematische wijze vergeleken en beoordeeld; Persoonlijke beoordeling: verschillende functionarissen die ervaring hebben met een leverancier worden gevraagd deze op basis van een checklist te beoordelen met een ‘rapportcijfer’; Verdorrating; Leveranciersdoorlichting; Should-cost-benadering; Gewogen-punten-systeem; Vendor-plant-survey.

Leveranciersbeoordeling
beoordeling van een potentiële leverancier om inzicht te verwerven in diens mogelijkheden om aan de toekomstige inkoopbehoefte van de afnemer te voldoen.
Ook wel: Vendor evaluation.
Zie ook: Leveranciersbeoordelingsmethode, Vendorrating

Licentie-overeenkomst
houdt de toestemming in van de oorspronkelijke eigenaar van een idee, product, proces danwel dienst aan een ander om dit idee, product, proces danwel dienst te vervaardigen, te verkopen danwel te gebruiken. In de overeenkomst wordt door de oorspronkelijke eigenaar omschreven welke bevoegdheden aan de licentiehouder toekomen, of de licentie exclusief of niet exclusief is, voor welke duur de licentie wordt verleend, welke tegenprestatie de licentiehouder verschuldigd is, enz.

Logistiek
de planning, uitvoering en controle van de goederenstroom vanaf de inkoop tot aan de distributie maar de klant. Een tweedeling is te maken in enerzijds interne logistiek ook wel integrale goederenstroombeheersing, en anderzijds externe logistiek, ook wel fysieke distributielogistiek.
Zie ook: Inkooplogistiek, Logistiek management.

Local content
veelal gebaseerd op wettelijke bepalingen die in een bepaald land gelden, die stipuleren dat de in dat land vervaardigde (eind)producten voor een welbepaald percentage van de kostprijs danwel omzet van dat product uit onderdelen of ingrediënten bestaan, die daar dat land zelf (lokaal) worden voortgebracht.

Logistiek management
goederenstroombesturing; het besturen en beheersen van goederenstromen door een bedrijf. Logistiek management kan worden verdeeld in materials management en fysieke distributiemanagement.

Lump sum
de overeengekomen prijs tussen leverancier en afnemer voor een groep artikelen zonder te kijken naar de individuele waarde van de artikelen: een ‘partij-prijs’. Het betekent een vastgestelde prijs voor een gespecificeerd totaalpakket of een project.
Zie ook: Aanneming,

Marge-regeling
(maximale afwijkingsmogelijkheid) een incidentele doorbrekingsmogelijkheid van de gehanteerde inkooppolitiek die aangeeft de mate waarin onder- of overschrijding mag plaatsvinden van een bepaalde vastgesteld grootheid zoals bijvoorbeeld de bestelgrootte of het factuurbedrag

Management by exception
bestuursproces waarbij het management alleen ingrijpt als wordt afgeweken van eerder vastgestelde regelgrenzen.

Management by objectives
bestuurproces waarbij de versschillende managementniveaus gezamenlijk doelen vaststellen.

Make or buy
strategisch vraagstuk waarbij men moet beslissen om een product in te kopen danwel het product zelf te maken.
Ook wel: Kopen of maken.
Zie ook: Classificatie van inkoopbesparingen.

Maximum ordergrootte
de maximale grootte die een planner of inkoper aan een op te stellen productie- of inkooporder mag meegeven.

Mededingingsvoorschriften
uitgangspunt voor de Europese Commissie om overeenkomsten tussen ondernemingen te beoordelen op mogelijkheid tot (nieuwe) vormen van bescherming.

Mededingingsrecht
regeling waarin overeenkomsten of besluiten om de economische mededinging tussen ondernemingen of vrije beroepsuitoefenaars te regelen, toegestaan kunnen worden indien zij het algemeen belang dienen.

Minimum ordergrootte
de minimale grootte die een planner of inkoper moet meegeven aan een productie- of inkooporder.

Monopolistische concurrentie
een marktvorm die zich kenmerkt door een sterke productdifferentiatie. Elke aanbieder tracht zijn product onderscheidend te maken van concurrerende producenten om op die manier een monopoliesituatie voor zichzelf te creëren. Dit is een aantrekkelijke situatie voor de verkopende onderneming dankzij enige vrijheid in het marketingbeleid en het ontbreken van directe concurrentiedruk op de prijzen.
Zie ook: Polypolie

MRO-artikelen
maintenance, repair and operating supplies. Goederen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de organisatie in het algemeen en voor herstel en onderhoud van productiemiddelen in de indirecte sfeer in het bijzonder.
Ook wel: Indirecte goederen, Verbruiksgoederen.

Multiple-sourcing
in verband met risicospreiding en vermindering van de afhankelijkheid worden materialen bij meer dan één leverancier gekocht.
Zie ook: Sourcing

Naleveringskosten
kosten die expliciet zijn toe te wijzen aan nalevering van producten die niet (meer) op voorraad zijn.

Nalevering
een gedeelte van de order dat niet op tijd gereed is en daarom later dan afgesproken geleverd wordt.

Nabestelling
order voor een product waarvoor al eerder een order ontvangen is, vaak vanwege onverwacht tekort.

Nazorg
vaak ordernazorg, het afhandelen van problemen welke m.b.t. de afhandeling van een kooptransactie zijn ontstaan (zoals verrekening van meer-minder werk, afhandeling van claims) en het maken van afspraken met de leverancier gericht op mogelijke voorkoming van dergelijke problemen bij toekomstige transacties.

Niet-toerekenbare tekortkoming
(overmacht) juridisch begrip voor de situatie waarbij een partij verhinderd is om een prestatie te leveren, zoals was afgesproken in de overeenkomst, door omstandigheden die buiten zijn schuld liggen.

Niet-openbare aanbesteding
zie: Onderhandse aanbesteding.

Normale producten
producten met een laag inkooprisico, maar met een beperkte invloed op de winst; gebruikt bij de portfolio-analyse.
Zie ook: Portfolio-analyse.

Offerte-evaluatie
het vergelijken van de binnengekregen offertes al of niet in samenspraak met gebruikers of aanvragers. Onderscheid is te maken tussen technische evaluatie en commerciële evaluatie.

Offerte
opgave van prijs en leveringscondities voor een order of project van potentiële leveranciers, aangevraagd door de inkoper.

Oligopolie
marktvorm die wordt gekenmerkt door weinig aanbieders, een beperkte productdifferentiatie en een moeilijke toetreding tot de markt.

Oligopsonie
marktvorm waarbij er slechts enkele afnemers zijn tegenover een groot aantal aanbieders.

Ontwikkelingscontract
overeenkomst met een leverancier of dienstverlener om ontwikkeling van een product, component, systeem of techniek uit te voeren met als doel innovatie, kostenreductie of flexibiliteit.

Ontvangstheorie
uitgangspunt in het verbintenissenrecht dat stelt dat een overeenkomst tot stand is gekomen op het moment dat de aanbieder de verklaring van aanvaarding ontvangt (of ‘had kunnen ontvangen’).

Onherroepelijk aanbod
een aanbod waarin uitdrukkelijk een tijdstip wordt genoemd tot wanneer het aanbod geldt. Voor dit tijdstip kan het aanbod niet worden teruggetrokken, daarna vervalt het automatisch.

Ondernemingsplan
plan waarin de doelstellingen van de ondernemingen voor de lange termijn zijn vastgesteld.

Onderhandse aanbesteding
de opdrachtgever geeft duidelijk aan wie voor de uit te voeren werkzaamheden in aanmerking komt. Twee of meer mogelijke aannemers worden uitgenodigd om voor een uit te voeren werk een bindende prijsopgave te verrichten. Alleen de bedrijven die zijn aangeschreven kunnen een offerte uitbrengen.
Ook wel: Niet-openbare aanbesteding.
Zie ook: Aanbesteding.

Onderhandelingstechniek
methode van onderhandelen. Mogelijke tactieken zijn: Bogey-tactiek; Chinese crunch-tactiek; Escalating authority; Good guy bad guy-tactiek; Take it or leave it-tactiek; What if-tactiek. Zie ook: Negotiatietechniek.

Onderhandelen
een communicatieproces gericht op het bereiken van een overeenkomst tussen twee of meer partijen. De partijen hebben ieder hun eigen belangen. Sommige belangen vallen samen, andere belangen zijn strijdig.
Verschillende onderhandelingssituaties zijn te onderkennen:

Onderhandelaar
persoon die betrokken is bij het onderhandelingsproces.

Onderaannemer
persoon of organisatie die in opdracht van een aannemer, zonder voor hem in dienst te zijn, het aangenomen werk geheel of gedeeltelijk uitvoert tegen een vastgestelde prijs.

Optimale bestelhoeveelheid
de bestelhoeveelheid waarbij het totaal van voorraadkosten en bestelkosten minimaal is.
Zie ook: Classificatie van inkoopbesparingen, Formule van Camp
Optimale voorraadhoogtede voorraadhoogte waarbij het totaal aan voorraad- en bestelkosten minimaal is.
Zie ook: Formule van Camp.

Optimale bestelfrequentie
het aantal bestellingen per tijdseenheid waarbij de bestelkosten en de voorraadkosten het laagst zijn.
Zie ook: Classificatie van inkoopbesparingen, Formule van Camp.

Openbare aanbesteding
aanbestedingsvorm waarin iedere leverancier een offerte kan uitbrengen ten behoeve van uit te voeren werkzaamheden. De aankondiging vindt plaats via een advertentie en de inschrijfbiljetten worden openbaar geopend. De inschrijvers beconcurreren elkaar met gelijke kansen. Hiervoor is een eenduidige beschrijving van het werk noodzakelijk, waarbij wijzigingen of extra informatie aan alle inschrijvers ter beschikking moet komen.
Zie ook: Aanbesteding.

Open-to-buy
de maximale waarde of hoeveelheid van een bepaald product waarvoor een inkoper mag kopen.

Open-account purchase
een inkoop gedaan door een inkoper waarbij de leverancier krediet verleent. Een betalingsregeling wordt getroffen waarin vermeld wordt het verschuldigde bedrag en voor welke datum en-of in welke termijnen betaald moet worden . Meestal wordt een korting verleend in de vorm van een bepaald percentage indien de inkoper direct betaalt.

Ordering-proces
alle activiteiten gericht op het omzetten van interne bestelaanvragen in orders resp. bestelopdrachten aan leveranciers incl. de orderbewaking en nazorg.

Orderbewaking
toezien op het nakomen van de gemaakte leveringsafspraken door de leverancier nadat de order geplaatst is.
Ook wel: Bewaken.

Orderbevesteging
de (vaak schriftelijke) acceptatie van een order alsmede de vastgestelde voorwaarde door de verkopende of inkopende partij.

Order-point-techniek
bestelmethode waarbij men bestelt zodra de voorraad van een artikel kleiner is geworden dan een gepaalde hoeveelheid.

Orderacceptatie
het bevestigen van de order door de leverancier tegen de overeengekomen leveringsvoorwaarde.

Order placement costs
zie Bestelkosten.

Over-due’-lijst
overzicht van leveringsachterstanden op een bepaalde datum.

Partnership
zie Co-makership.

Pareto-analyse
zie: ABC-analyse.

Paraplucontract
zie: Raamcontract.

Portfolio-analyse
een methode gericht op de analyse van het inkooppakket waarbij aan de hand van twee criteria namelijk de mate van toeleveringsrisico en de invloed op de winstpositie van de onderneming, de volgende product-indeling gemaakt wordt: Strategische producten; Knelpuntproducten; ‘Hefboom’producten; Normale producten.

Polypolie
een marktvorm die zich kenmerkt door veel aanbieders. Er is een onderscheid te maken tussen homogeen en heterogeen polypolie (monopolistische concurrentie). Bij een homogeen polypolie is de prijs gegeven en zijn de aanbieders hoeveelheidsaanpassers.
Zie ook: Monopolistische concurrentie.

Productaansprakelijkheid
risico-aansprakelijkheid van de producent en de met hem gelijkgestelde, voor schade door gebrekkige producten. Een product is gebrekkig als het niet de veiligheid biedt die men daarvan mag verwachten, alle omstandigheden in aanmerking genomen.
Ook wel: Wet op de productaansprakelijkheid.

Product-levenscyclus
een schematische voorstelling van het verloop van de omzet van een bepaald product in de tijd.
De productlevenscyclus kent vijf fasen te weten: Introductiefase; Groeifase Volwassenfase; Verzadigingsfase; Neergangsfasse. Ook wel: Product-life-cycle.

Procurement
activiteiten gericht op het beheersen en sturen van de inkomende goederenstroom tot aan het moment dat de goederen in productie worden genomen. Procurement is een ruimer begrip dan purchasing en omvat tevens materiaalbehoefteplanning, voorraadbeheer en transport.

Procuratie
de schriftelijke volmacht om uit de naam van anderen te handelen.

Private label
situatie waarin de leverancier producten vervaardigt onder de merknaam van de opdrachtgever. De producten worden uitsluitend door de opdrachtgever verkocht.

Prijsstelling
methode van prijsbepaling. De volgende methoden zijn te onderscheiden: Cost-plus pricing: de kostprijs wordt verhoogd met een vast percentage; Target-profit pricing: de prijs wordt vastgesteld op basis van voorgecalculeerde winst; Prijsstelling op basis van de door de koper gepercipieerde waarde; Prijsstelling op basis van de prijzen van de concurrentie (market-based-pricing); Prijsstelling op basis van open inschrijving (Competitive bidding) Ook wel: Pricing.

Prijsherzieningsclausule
conditie in een contract waarin bepaald wordt op grond van welke omstandigheden (bijv. wijziging van de prijs van belangrijke grondstoffen, wijziging valuta’s) de overeengekomen prijs zal worden herzien. Vaak in de vorm van een prijswijzigingsindex.
Ook wel: Doorberekeningsclausule, Prijsverrekeningscontract.

Prijsanalyse
het evalueren van de prijs van een product zonder de verschillende kostenelementen en de geschatte winst van de leverancier of fabrikant van het product in ogenschouw te nemen. De prijs wordt vergeleken met prijsopgaves van soortgelijke producten of met de eigen berekende prijs (normatieve inkoopprijs).

Prestatiegarantie
garantie van de leverancier dat de in de order genoemde prestaties onder de beschreven bedrijfsomstandigheden kunnen worden gehaald. Meestal verbonden aan de inkoop ten behoeve van investeringsprojecten.

Preferred vendorslist
zie: Voorkeurslijst van leveranciers.

Raamcontract
een schriftelijke overeenkomst tussen leverancier en inkoper waarbij de eerste zich verplicht om in een bepaalde periode goederen tegen vooraf vastgestelde prijs en condities te leveren. Aan de leverancier wordt vooral een indicatie gegeven van de af te nemen hoeveelheid. De specifieke aantallen en levertijdstippen worden bepaald in zogenaamde afroeporders, ook wel raamorders.
Ook wel: Jaarcontract, Paraplucontract, Raamverdrag.

Retentie
(ophouding) juridische term betreffende het recht om een zaak die men van een ander onder zich heeft, niet terug te geven dan tegen voldoening van hetgeen men te vorderen heeft van de eigenaar van die zaak.