Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Geschiedenis en volkskunde
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 597


Polyesterplaat
Een type offsetdrukplaat die polyester gebruikt als basismateriaal en een zilverhalogenidelaag als beelddrager.

Polyethyleenfilms
Dunne transparante substraten gebruikt als verpakkingsmateriaal, gewoonlijk aangeduid met de term `plastic`, zoals in plastic tassen.

Polymeerfilms
Verschillende niet-absorberende, dunne, transparante of gekleurde substraten gebruikt als verpakkingsmaterialen en gewoonlijk aangeduid met de term plastics.

Portable bestandsformaat
Formaten waarbij elk soort document kan worden opgeslagen, geopend en bekeken zonder gebruik te moeten maken van de oorspronkelijke toepassing waarin het bestand werd gecreëerd. Een voorbeeld is Adobe Acrobat. Zie ook Cross-platform bestandsformaat, Programma-eigen bestandsformaat, Interapplicatieformaat.

Portable Job Ticket file (PJTF)
Bestandsspecificatie die wordt ontwikkeld door Adobe Systems en die kan worden gekoppeld aan PDF-bestanden met specifieke productie-instructies.

Posterisatie
1. De conversie van halftoongegevens naar een reeks zichtbare tonale stappen of strepen. 2. Ook het resultaat van deze conversie. Zie Bandvorming.

PostScript
Een toestelonafhankelijke, paginabeschrijvende taal die eigendom is van en onderhouden wordt door Adobe Systems. Het is een vectorgebaseerde taal die een pagina beschrijft met x-y coördinaten om tekst en grafische objecten te plaatsen volgens een set regels die gespecificeerd zijn in de PostScript Language Reference Manual of het `Roodboek`.

Ppcm
(pixels per centimeter - beeldpunten per centimeter) Een meetwaarde die bij het scannen wordt gebruikt om aan te geven hoeveel beelddetail werd verkregen en dus een maatstaf voor de resolutie van gescande afbeeldingen. Hoe gesofistikeerder de optische kwaliteit van een scanner, hoe hoger de scanresolutie. Ook wel uitgedrukt in ppi (pixels per inch).

PPF (Print Production Format)
Een bestandsformaat dat door het CIP3-consortium werd aangeduid voor elektronische job tickettering. Gebruikt PostScript-taal en -operators voor iedere syntax.

Preflight(ing)
Het onderzoeken van PostScript-bestanden voorafgaand aan de belichting om volledigheid en integriteit te verzekeren en potentiële problemen tot een minimum te beperken.

Prepress-service
Een bureau dat een breed scala aan drukvoorbereiding biedt, zoals geavanceerde scanmogelijkheden en kleurscheiding.

Primaire kleur
Een basiskleur waarmee andere kleuren kunnen worden samengesteld.

Printerfonts
Bij Type 1-fonts, de bestanden die de fontgegevens bevatten die noodzakelijk zijn voor het uitvoertoestel.

Processorchip
Het elektronisch apparaat in het hart van de centrale verwerkingseenheid van een computer.

Productie op maat
Produceren van catalogi of publicaties die specifiek gemaakt zijn voor een zeer kleine groep of een zeer klein publiek. Kan gebeuren met databases die data invoeren in paginamallen die worden gedrukt op een digitale pers, of door conventionele stukken samen te stellen met behulp van personalisatie en afwerkingstechnieken, zoals inkjetbelichting.

Proef, proofing
Een prototype van een te drukken project, gemaakt met behulp van platen, film of elektronische data. Gebruikt voor interne kwaliteitscontrole en-of om de klant ter controle en ter goedkeuring voor te leggen.

Proefdruk zonder drukpers
Een proefdruk die wordt gemaakt met gebruik van een methode die het drukproces simuleert, zonder een drukpers. Zie ook Digitaal proefdrukken, Overlay-proef, Laminaatproef.

Programma-eigen bestandsformaat
Programma-eigen bestandsformaten zijn door softwareverkopers geproduceerd voor een snellere en meer effectieve verwerking, of voor het toegang krijgen tot speciale gedeponeerde tools en functies. Enkele voorbeelden zijn het Photoshop bestandsformaat (PSD) en het RIFF (Raster Image File Format) van Fractal Design. Zie ook Cross-platform bestandsformaat, Interapplicatieformaat en Portable bestandsformaat.

Proof
Zie Proef.

Protocol
Softwaresysteem dat netwerkcommunicatie regelt, zoals AppleTalk, Ethernet, en TCP-IP. De fysieke laag (bekabeling) kan meer dan één protocol ondersteunen, maar niet tegelijkertijd.

Puntaangroei
De mate waarin een rasterpunt groeit tussen de film, de plaat en het drukvel. Op film worden de puntgroottes verkleind om te compenseren voor de onvermijdelijke puntaangroei later in het drukproces. De puntaangroei varieert overeenkomstig de eigenschappen van pers, inkt en substraat. Indien tijdens het creëren van kleurscheidingen en proeven geen rekening wordt gehouden met de puntaangroei, zullen onverwachte kleurverschuivingen of detailverlies optreden op de drukpers. Ook puntvergroting genoemd.

Puntvergroting
Zie Puntaangroei.

Quadtoon
Een in vier kleuren afgedrukt monochroom beeld met als doel het bewerkstelligen van een breder tonaal bereik of het scheppen van een speciaal effect.

Rakel
(flexo en diepdruk) Een dun mes uit metaal of uit polyethyleen, dat parallel en in contact met een rasterwals wordt gemonteerd, om het teveel aan inkt van de zones zonder napjes te schrapen.

RAM
(Random Access Memory, direct toegankelijk geheugen)

Randen opscherpen
Een filter voor scherp stellen dat een voordien uitgevoerd proces van scherpstellen herhaalt.

Raster
1) Een patroon van punten met verschillende grootte, dat gebruikt wordt om een halftoonbeeld te simuleren, in zwart-wit of in kleur. 2) Synoniem van stramien. Soms gebruikt als verwijzing naar het stramien van adresseerbare posities in een uitvoerapparaat.

Rasteren
Het maken van een bitmap van een beeld op basis van binaire data.

Rasterfactor
Zie Kwaliteitsfactor.

Rasterfrequentie
Zie Rasterregels. Het aantal rijen of lijnen met rasterpunten in een gerasterd beeld binnen een bepaalde afstand, meestal aangegeven in lijnen per inch (lpi) of lijnen per centimeter (lpcm). Een frequentie van 200 lpi wordt meestal alleen gebruikt voor drukwerk van hoge kwaliteit.

Rasterhoeken
De hoeken die gebruikt worden om de verschillende kleurselecties te positioneren voor druk. Juiste rasterhoeken zijn van het grootste belang om moiré-patronen zo min mogelijk naar voren te laten komen.

Rasterindeling
Het converteren van een vectorgebaseerd bestand in een bitmap met een gespecificeerde resolutie.

Rasterliniatuur
Andere term voor Rasterfrequentie.

Rasterregels
Het aantal lines van punten per inch op een traditioneel raster. Zie ook lpi.

Rasterwals
Een gegraveerde metalen of keramische rol gebruikt om inkt aan te brengen bij het flexodrukproces.

Rasterwerk
Een techniek om een halftoonfoto te reproduceren als een mozaïek van kleine puntjes (zwarte of elkaar overlappende gekleurde rasterpunten van verschillende groottes en op verschillende posities). In traditioneel rasterwerk worden beelden voorgesteld door middel van punten die in grootte kunnen variëren en die zijn afgezet in een rasterpatroon met een precieze rasterfrequentie. Rasterwerk geeft de illusie van tonen als foto`s worden gereproduceerd door middel van een drukpers. Rasterwerk werd vroeger gemaakt door een beeld door een raster heen te fotograferen, tegenwoordig worden de meesten digitaal geproduceerd. Zie Stochastisch rasteren.

Rationeel tangensrasteren
Elke op PostScript gebaseerde technologie waarbij rationele tangenshoeken worden gebruikt om de traditionele, irrationele tangenshoeken van 75 en 105 graden te benaderen.

Rechtstreeks-op-plaat
Het proces waarbij digitale informatie wordt gebruikt om met een laser een beeld op de drukplaat of de ontwerprol te vormen, waardoor het filmstadium wordt overgeslagen.

Reflectiedensitometer
Een apparaat voor het meten van de optische densiteit of van de lichtabsorberende eigenschappen van de inkt.

Regelinstrumenten
Instrumenten om digitaal beeldmateriaal en reproducties precies uit te meten. Densitometers meten de opaciteit van filmproeven en afdrukken voor kwaliteitscontrole, waarbij de waarden worden afgebeeld als densiteitseenheden of puntpercentages. Softwarematige densitometers meten pixelwaarden van digitale bestanden op ongeveer dezelfde manier. Duurdere instrumenten zoals calorimeters en spectrofotometers kunnen gekalibreerde kleurwaarden precies aflezen en afbeelden, zodat kleuren van job tot job kunnen worden vergeleken.

Regeltijd
Tijd die een lineaire CCD nodig heeft om over het beeldvlak te scannen en één rij pixelgegevens te registreren.

Register
Zie Kleurenregister.

Registeralarm
Een eigenschap van sommige beeldverwerkingsprogramma`s met systemen voor kleurmanagement dat de gebruiker waarschuwt op het moment dat de kleuren van een beeld niet op een specifiek apparaat voor uitvoer gereproduceerd kunnen worden.

Registratietekens
Kleine haarlijntjes op film die gebruikt worden voor het positioneren van de films.

Rel (recorderelement)
De kleinste afstand tussen twee geregistreerde punten in een laserbelichter.

Reliëf
Bij het drukken verwijst deze term naar een proces waarbij vanaf hoger liggende drukkende partijen wordt gedrukt.

Res
Een term gebruikt voor beeldresolutie, in plaats van ppi. `Res 12` betekent 12 pixels per millimeter.

Resampling
Vermeerdering of vermindering van het aantal pixels in een beeld om de resolutie te veranderen zonder het formaat van het beeld te wijzigen. De toonwaarden voor een nieuwe pixel worden gevonden door het gemiddelde te nemen van de waarden van de pixels die de nieuwe pixel omringen. Zie ook Down-sampling en Interpolatie.

Resolutie
De maateenheid die aangeeft hoe helder, scherp en fijn gedetailleerd het beeld is dat door een camera, scanner of uitvoereenheid kan worden geregistreerd. Beeldresolutie, ook wel scanresolutie, scansnelheid of afleessnelheid genoemd, geeft de maximum omvang van reprodukties aan. De resolutieschaal is afhankelijk van het gemeten element. Scans worden gemeten in samples per inch (spi) of pixels per inch (ppi). Schermen worden gemeten in ppi. Halftoonrasters worden gemeten in lines per inch (lpi). Telkens geldt

RGB
Rood, groen, blauw; de primaire kleuren in het additieve kleurenmodel. Het RGB-model wordt gebruikt in kleurentelevisies, monitors en camera`s om de menselijke waarneming na te bootsen.

RIP
Deel van de afdrukapparatuur dat vectorgebaseerde PostScript-bestanden omzet in bitmaps voor uitvoer, zodat ze op papier of film kan worden afgebeeld. Zie Raster Image Processor.

Ritsen
Een preeg of perforatie aanbrengen in papier of karton ter vergemakkelijking van het zuiver vouwen.

Rollenpers
Een drukpers die gebruikmaakt van papier dat via een rol wordt aangevoerd, zodat het papier in een ononderbroken strook door de pers loopt.

ROOM (RIP Once, Ouput Many)
Een aanpak op basis van rasterdataformaten, waarbij PostScript-bestanden door de RIP worden verwerkt in een bitmap-bestand dat ieder uitvoertoestel zal ondersteunen, met rasterpunten aangebracht net voor het plotten.

Rosette
Het patroon dat gecreëerd wordt wanneer alle vier de kleurrasters volgens de traditionele hoeken gepositioneerd worden. Zie ook Rozet.

Rotatiedruk
Drukprocédé waarbij papierrollen of -banen worden gebruikt in plaats van losse vellen. Rotatiepersen draaien meestal in hogere snelheden dan vellenpersen en hebben vaak ook eenheden voor vouwen en andere afwerkingsapparatuur.

Rozet
een bloemvormig motief dat wordt gevormd wanneer de punten van de vier hoofdkleuren onder de traditionele hoeken worden gedrukt.

Rpi
Rels per inch. Eenheid van het aantal afzonderlijke stappen dat belichtingseenheden in laserbelichters per inch kunnen maken. Zie Rel.

Rubberdoek
Op een drukpers, een rubberen plaat die gebruikt wordt om inkt over te brengen van de plaat naar de drager.

Ruis
Elektrische bastaardladingen die geleidelijk in CCD-elementen opgebouwd worden, zonder dat ze aan licht blootgesteld zijn. Die bastaardladingen veroorzaken ruis of onjuist gekleurde pixels in een beeld. Bij scannen

Runlengte
De omvang van een druktaak, gewoonlijk aangegeven door het aantal afdrukken of de lengte in voet vereist om ze te voltooien. Ook het aantal afdrukken dat van een drukplaat of een set drukplaten kan worden verwacht.

Sampling
Het proces van het converteren van analoge gegevens naar digitale gegevens door middel van het nemen van een reeks proeven of metingen op identieke tijdsafstanden.

Saturatie
Een maatstaf voor de zuiverheid van een kleur, die wordt bepaald door de hoeveelheid grijs die deze bevat. Hoe hoger het aandeel grijs, des te lager de saturatie.

SBS (solid bleached sulfate)
Karton gemaakt met sulfaatcellulose dat 100% gebleekte vezels bevat.

Scannen
Een proces waarbij het origineel wordt vertaald in digitale gegevens die via de computer kunnen worden gemanipuleerd en uitgevoerd.

Scanner
Een apparaat dat gebruikt wordt om beelden te digitaliseren met als doel deze in een computersysteem te bewerken, uit te voeren of op te slaan. Zie ook Vlakbedscanner en Trommelscanner.

Schaduwpartijen
De donkerste (zwart en bijna zwart) kleuren of grijsniveaus in een beeld.

Scheidingen
Een groepje films waarbij ieder deel de beeldinformatie voor één printplaat bevat.

Scheimpflug-regel
De Oostenrijkse landmeter Scheimpflug ontdekte dat, als het lensvlak van een camera in een hoek wordt geplaatst ten opzichte van het filmvlak, een schuin vlak in een scène perfect scherp kan worden vastgelegd.

Schermfonts
Bij Type 1-fonts, de bestanden die de fontgegevens bevatten die nodig zijn om een font op het beeldscherm te tonen.

Scherpstellingsspeling
Wanneer het licht van een voorwerp voor of achter het film- of CCD-vlak in een punt samenkomt, vormt het een reeks overlappende cirkels op dat vlak. Wanneer de cirkels klein zijn, is de scherpte van het beeld nog aanvaardbaar. De scherpstellingsspeling is het gebied langs weerszijden van het brandpuntsvlak waarin de confusiecirkels nog een aanvaardbare omvang hebben.

Scherptediepte
Wanneer een lens op een bepaald voorwerp scherpgesteld is, zijn ook voorwerpen binnen een bepaalde grens voor en achter het voorwerp in kwestie aanvaardbaar scherp. Dat totale bereik is de scherptediepte en varieert met de opening, de brandpuntsafstand van de lens en de afstand van de camera tot het onderwerp.

Schuiflens
Een lens met een flexibele vatting, zodat de lens gekanteld kan worden ten opzichte van de centrale as van de camera of ervan weggeschoven kan worden. Daarmee is het mogelijk het perspectief en de scherptediepte te controleren.

Schuifregister
In een CCD-sensor wordt een rij CCD-elementen gebruikt om de elektrische ladingen uit de fotosites te verschuiven zodat ze sequentieel gelezen kunnen worden door een A-D-omzetter.

Secundaire kleur
Kleur die wordt verkregen door menging van twee primaire kleuren. C, M en Y zijn de secundaire kleuren van licht. Rood en groen bijvoorbeeld, produceren samen geel.

Selectiepaden
Een vectorlijn die bovenop een bitmap-graphic geplaatst wordt om te bepalen welk deel van het beeld bestemd is voor uitvoer.

Serial storage architecture (SSA)
Opslagtechnologie ontworpen door IBM die uitzonderlijk hoge bandbreedte levert -tot 80 MB-seconde- en wordt aangepast als een netwerktechnologie.

Seriescannen
Zie Batch scanning.

Server
Gecentraliseerde `hub`-computer met enorme opslagcapaciteit en verbindingen met alle toestellen en werkstations op het netwerk.

Servicebureau
Bureau dat meestal gespecialiseerd is in PostScript-uitvoer en zich niet zozeer bezighoudt met andere diensten op het gebied van kleurscheidingen en drukvoorbereiding.

Sferische aberratie
Zie Aberratie.

Shadow
De donkerste partij in een beeld.

Shimmed
Het fysiek uitlijnen van de drukplaat op de perscilinder om registratie te bekomen.

Shingling
Het effect dat pagina`s verschuiven naar het midden van de publicatie ingevolge de opstapeling met andere katernen.

Signaal-ruisverhouding
De verhouding van bruikbare informatie ten opzichte van ongewenste elektrische interferentie in een analoog signaal. De signaal-ruisverhouding moet zo groot mogelijk zijn. Zie ook Artefacten.

Signaalverwerking
Elk elektronisch beeldvormingsprogramma moet de door lichtsensors geregistreerde elektrische ladingen verwerken, terwijl ruis en andere onregelmatigheden die pixelwaarden kunnen veranderen, moeten worden gereduceerd. Nauwkeurige signaalverwerking (inclusief het lezen van waarden van het origineel, analoog-tot-digitaal omzettingen, opscherpen, comprimeren, interpoleren enz..) is van cruciaal belang voor de signaalverwerking. Warmte, elektrische storingen van motors en optische onvolmaaktheden zijn enkele factoren die de signaalverwerking kunnen beïnvloeden. Zie ook Artefacten.

Sluiter
Een stel plaatjes in metaal, stof of kunststof die de film of de CCD van het licht afschermen. Wanneer de sluiter ontspannen wordt, gaan de plaatjes gedurende een vooraf bepaalde tijdspanne open, zodat een afgemeten hoeveelheid licht binnen kan.

Smalle rol
(flexodruk) Als grenswaarden voor smalle rollen gebruikt voor flexodruk worden breedten van 18` tot 32` aangegeven, naargelang de bron binnen de sector. Momenteel bestaat er geen overeenkomst inzake de precieze snijbreedte die een brede van een smalle rol onderscheidt.

Sneakernet
Slang voor manuele bestandsoverdracht waarbij een bestand wordt opgeslagen op een draagbaar medium, fysiek naar andere werkstations verplaatst wordt, en opnieuw geladen wordt voor verwerking.

Snijden
Het tot het juiste formaat snijden van een katern.

Snijzones
Bij stansen, een zone van de verpakking die uitgesneden zal worden, als een venster of als deel van de verpakkingconstructie, of als een sleuf voor een sluitlipje.

Spanjool
Een vlekje in een druk als gevolg van stof of vuil op de drager of het drukdoek.

Specifiek werkstation
Systeem dat is ingesteld voor een specifieke functie, zoals trapping, zonder enige andere toepassingen of mogelijkheden.

Speckling
Geïsoleerde, lichte pixels in hoofdzakelijk donkere beeldpartijen, soms veroorzaakt door onjuiste metingen of door ruis in de scanner.

Spectrofotometer
Een bijzonder nauwkeurig kleurmeetinstrument dat een buigingsrooster gebruikt om licht op te splitsen in golflengten, die vervolgens gemeten worden door talloze lichtsensoren. Een spectrofotometer wordt gebruikt om de verdeling van lichtenergie te bepalen, die door een kleur of een gedrukte inkt weerkaatst wordt. Zie ook Colorimeter, Densitometer.

Specular highlight
Een heldere reflectie van een lichtbron met geen of nauwelijks detail.

Speelruimte
De mogelijkheid van een filmemulsie of elektronische sensor om een bruikbaar beeld te produceren bij elk aantal belichtingen. Hoewel er een optimale belichting kan bestaan voor de beste resultaten, kunnen details vaak worden gereproduceerd door te compenseren voor over- of onderbelichting tijdens het scannen of het digitaal afdrukken.

Speling voor aflopende beelden
De mate waarin een aflopende kleur of afbeelding buiten de snijrand moet uitsteken om afwijkingen in snijden en vouwen op te vangen.

Spi (samples per inch)
Een maatstaf voor de optische resolutie van een scan of een scanner.

Spiegeleffect
Een heldere weerspiegeling van een lichtbron door een hoogglanzend oppervlak, waarin weinig of geen details te zien zijn.