Voedingscentrum
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Landbouw, voedsel en voedselverwerking > Voeding
Datum & Land: 04/04/2012, NL
Woorden: 448
Dieetvoeding
Er zijn speciale dieetvoedingen die weinig energie leveren. Je komt ze in allerlei vormen tegen, zoals poeders, shakes en repen. Daarbij wordt verschil gemaakt tussen zeer laagenergetische dieetvoedingen en laagenergetische dieetvoedingen, waaronder ook de bekende maaltijdvervangers vallen. In de wet is geregeld waaraan ze moeten voldoen. Laagenergetische dieetvoedingen en maaltijdvervangers Laagenergetische voedingen zijn bedoeld om alle gewone eetmomenten, zoals het ontbijt, te vervangen. Ze moeten tussen de 800 en 1200 kilocalorieën per dag leveren en ten minste de per dag aanbevolen hoeveelheden vitamines en mineralen. Verder zijn wettelijke eisen gesteld aan de hoeveelheid eiwit, vet, linolzuur en vezel. Onder de laagenergetische dieetvoedingen vallen ook de zogenaamde maaltijdvervangers. Op de verpakking daarvan moet staan: ‘maaltijdvervangend product voor gewichtsbeheersing’. Dit houdt in dat deze maaltijdvervangers per maaltijd voorzien in 30 procent van de aanbevolen hoeveelheid vitamines en mineralen en tussen de 200 en 400 kilocalorieën leveren. Een nadeel is dat maaltijdvervangers geen groente of fruit bevatten. Weliswaar voorzien ze in vitamines en mineralen, maar niet in alle andere stoffen die groente en fruit zo gezond maken. Wanneer je voor een maaltijdvervanger kiest, kun je het beste per dag 1 tot 2 maaltijden vervangen. Eet daarnaast een ’gewone’ warme maaltijd die niet te veel calorieën levert, met veel groente. Eet tussendoor fruit. In combinatie met groente en fruit zijn maaltijdvervangers een verantwoorde keuze als afvallen en op gewicht blijven met gewone voeding moeilijk is. &nb...
Dierziekten
Mensen met een verminderde weerstand, zoals kinderen, bejaarden en zieken kunnen ziek worden van dieren met: Q-koorts Vogelgriep Deze ziekten verspreiden zich via besmette stofdeeltjes in de lucht. Mensen worden alleen ziek als zij de besmette stofdeeltjes inademen. Vlees en melk van met Q-koorts of vogelgriep besmette dieren zijn niet gevaarlijk voor mensen, want deze zijn verhit en dus vrij van de ziekteverwekkende bacteriën of virussen. Mensen kunnen niet ziek worden van de meeste dierziekten, zoals: Mond en klauwzeer ( MKZ) Varkenspest Varkensgriep Deze ziekten zijn wel besmettelijk voor dieren van dezelfde soort, maar niet gevaarlijk voor mensen. In de praktijk raken alleen veehouders of pluimeevouders doordat ze veel contact hebben met de dieren. De ziektes zijn niet ernstig en gaan vanzelf over. Nederlands vee wordt voortdurend gecontroleerd op deze ziekten. Zodra een dier ziek blijkt, worden alle dieren op die boerderij gedood en verbrand in een verbrandingsoven. Zo kan de ziekte zich niet verder onder dieren verspreiden. Er is geen enkele reden om melk en vlees uit de winkel te mijden als er varkenspest of MKZ in het land is geconstateerd. Vlees en melk uit de winkel is altijd afkomstig van gezonde dieren.
Dille
Dille is een eetbare kruidensoort. Gebruik verse dille zo snel mogelijk, want het wordt snel slap. Je gebruikt het groen en het zaad van dille. Een klassieke combinatie is zalm met dille. Verder smaakt dille goed bij aardappelgerechten, vis, komkommer, verse kaas en sauzen.
Dioxines
Dioxines en dioxine-achtige verbindingen ontstaan vooral bij verbrandingsprocessen. Door luchtvervuiling en het eten van dierlijke producten zoals vlees, vis, eieren en melk, krijgen mensen dioxines binnen. Dit zijn echter zeer kleine hoeveelheden. De stoffen zijn in vet oplosbaar en kunnen daardoor in het vetweefsel van mensen en dieren worden opgeslagen. Grote hoeveelheden zijn schadelijk voor de gezondheid. Met een gevarieerde voeding is het risico op een te hoge inname in Nederland zeer beperkt.
Dithiolthionen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Dolfijnvriendelijk
Dolfijnvriendelijk is een logo voor natuurbehoud. Het logo geeft aan dat vissers bij de vangst vermijden dat dolfijnen in de netten terechtkomen. De kans dat dolfijnen in de netten komen is groot, aangezien tonijn en dolfijn vaak samen zwemmen. Er zijn 2 soorten ingeblikte tonijn, de Geelvin en de Skipjack. De Skipjack zwemt los van de dolfijnen, en de vangst hiervan levert dan ook geen extra gevaren op voor de dolfijnen. De Skipjack is dus in principe altijd dolfijnvriendelijk gevangen. Meestal is op het etiket te lezen of de tonijn een Skipjack of een Geelvin is. Er vindt vaak geen controle plaats door een onafhankelijke partij. Producenten mogen zelf bepalen of zij het logo wel of niet op hun producten plaatsen. Dit logo is dus geen betrouwbare garantie dat de tonijn dolfijnvriendelijk gevangen is. Earth Island Institute Eén van de logo’s is wel redelijk betrouwbaar. 90% van de tonijnvisserijen is aangemeld bij de Amerikaanse milieu-organisatie Earth Island Institute. Zij geven daarmee aan zich aan een dolfijnvriendelijke vangstmethode te houden. Vissen op tonijn rond dolfijnen is in Europa verboden en daardoor aan banden gelegd. Er mogen geen drijfnetten worden gebruikt, omdat dolfijnen daarin gemakkelijk gevangen worden. Op grote schepen moet een onafhankelijke waarnemer mee. Bekende Nederlandse bedrijven die aan de eisen voldoen van de dolfijnvriendelijke vangstmethode zijn Princes Foods en DeepBlue. Keurmerkorganisatie: Earth Island Institute, www.earthisland.org-dolphinSafeTuna- Controle: onafhankelijke waarnemers
DON
DON (deoxynivalenol) is een schimmelgifstof die kan voorkomen in tarwe en maïs en daarvan gemaakte producten, zoals brood en bier. Een teveel aan DON is schadelijk voor de gezondheid. Daarom zijn er limieten gesteld aan de hoeveelheid DON die in levensmiddelen mag voorkomen. De nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA) ziet toe op naleving van de normen. De gemiddelde Nederlander krijgt minder DON binnen dan de veilige toegestane hoeveelheid. Dat maakt het risico op de schadelijke gevolgen van DON klein.
Doorstralen
Doorstralen met gammastraling is een methode om voedsel veiliger en langer houdbaar te maken. Het doodt insecten en micro-organismen zoals bacteriën en vertraagt bederf. Als doorstralen onder de juiste omstandigheden wordt toegepast, heeft het geen negatieve invloed op de samenstelling en voedingswaarde van het voedsel.
Dr. Frank-dieet
Dr. Frank zegt dat eiwitrijk voedsel sneller een verzadigd gevoel geeft. Dat klopt. Van een dieet met relatief meer eiwit raak je sneller verzadigd dan van een dieet met relatief veel vetten of koolhydraten. Als je afvalt, verlies je vet- en spiermassa. Een dieet met veel eiwit zorgt ervoor dat je relatief meer spiermassa behoudt. Dat is belangrijk, want het is niet de bedoeling dat je teveel spiermassa verliest. Een dieet met veel eiwit is op korte termijn een goede manier om gewicht te verliezen. Voorwaarde is wel dat je minder calorieën binnenkrijgt dan je nodig hebt. Dat betekent dat je ongeveer per dag 1000 kcal minder inneemt dan waaraan je behoefte hebt. Dan val je ongeveer 1 kilo per week af. Voor veel mensen is afvallen geen probleem, wel het op gewicht blijven na het dieet. Vaak zit binnen een jaar na afloop van het dieet een derde tot de helft van de kilo’s er weer aan.
Dranken
Vocht is een belangrijke voedingsstof voor het lichaam. Zowel te veel als te weinig drinken levert een risico op voor de gezondheid omdat dit de vochtbalans van het lichaam verstoort. Daarnaast kunnen sommige dranken andere risico’s opleveren voor de gezondheid als je er te veel van drinkt. Dat geldt voor: Alcohol Vruchtensappen Frisdranken Energiedrankjes Zuurgraad dranken Sommige dranken zijn schadelijk voor de tanden. Hoe zuurder, hoe groter het risico voor het gebit. Dranken op volgorde van zuurgraad: Vruchtensappen Frisdranken Groentesap Melk, karnemelk, yoghurtdrank, mineraalwater, koffie en thee zijn niet schadelijk voor de tanden.
Drijfgassen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
DSP
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Eetstoornissen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
EFSA
De European Food Safety Authority (EFSA) is een onafhankelijk onderzoeksinstituut die de Europese Commissie adviseert. Op hun wetenschappelijke bevindingen wordt het Europese beleid en wetgeving op gebied van voedselveiligheid gebaseerd. Zo maakt de EFSA adviezen over E-nummers, de veiligheid van nieuwe stoffen en genetisch gemodificeerde producten. Deze adviezen wegen zwaar mee voor de Europese Commissie om beleid op te kunnen maken. Niet alleen in Nederland, maar ook binnen Europa wordt er veel onderzoek gedaan naar de voedselveiligheid. Zo is in 2002 de EFSA opgericht.
EHEC
EHEC is een verzamelnaam voor een type bacterie binnen de familie E. coli-bacteriën. EHEC staat voor Enterohemorragische Escherichia Coli. Na besmetting met sommige soorten EHEC merk je niets of heb je milde ziekteverschijnselen zoals diarree. Andere soorten veroorzaken na besmetting heftige bloedingen in de darmen, waarna nierfalen (HUS) kan optreden. Een besmetting kun je voorkomen door goed je handen te wassen voordat je gaat koken, rauw en bereid voedsel apart van elkaar te houden, vlees goed gaar te maken en groenten goed te wassen.
Eieren
Eieren bevatten veel goede voedingsstoffen, zoals vitamines, mineralen en eiwitten. In de eidooier zit ook cholesterol. Dat vergroot de kans op hart- en vaatziekten. De consumptie van drie eieren per week past in een gevarieerde voeding. Gebruik liever geen rauwe eieren in gerechten die niet meer worden verhit, daarmee voorkom je het risico op salmonellabesmetting. Op het ei staat een stempel. Dit is een code waarvan het eerste getal vertelt hoe de kip heeft geleefd. 0= biologische ei 1= vrije-uitloopei 2= scharrelei 3= kooi-ei Bij het kopen van eieren kun je letten op de volgende keurmerken: CPE Scharrel, CPE Vrije uitloop, EKO, Graskeurmerk en Beter Leven.
Eiwitten
Veel levensmiddelen bevatten eiwit. Eiwit is belangrijk. Het levert calorieën en aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen voor het eiwit in lichaamscellen. Sommige aminozuren kan het lichaam zelf maken. Andere moeten uit het eten komen. Deze aminozuren heten essentiële aminozuren. Er zijn dierlijke en plantaardige eiwitten. Dierlijke eiwitten zitten vooral in vlees, vis, melk, kaas en eieren, maar kunnen ook in andere producten zitten, zoals in snacks, koek en gebak. Plantaardige eiwitten zitten vooral in brood, graanproducten, peulvruchten, noten en paddenstoelen. Dierlijk eiwit bevat voldoende van alle essentiële aminozuren. Bij plantaardig eiwit verschilt dat per product. Daarom moeten vegetariërs en vooral veganisten erop letten welke producten met eiwit zij eten. Door de goede combinaties van producten te kiezen kan je toch voldoende van alle essentiële aminozuren binnen krijgen. Volwassen personen hebben gemiddeld ongeveer 0,8 g eiwit per kilo lichaamsgewicht nodig. Sommige groepen hebben wat meer nodig. Dat zijn vegetariërs, kinderen, zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven, mensen met bepaalde aandoeningen, bij het genezen van wonden en kracht- en duursporters. Een gebalanceerde voeding bevat ten minste 10, en maximaal 25 procent van de energie van de totaal geconsumeerde voeding als eiwit.
EKO-keurmerk
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Emulgatoren
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Energiedrankjes
Energiedranken zijn veilig om te drinken, als je niet meer dan 4 blikjes per dag drinkt. Dat staat gelijk aan 400 milligram cafeïne of 5 koppen koffie. Te veel cafeïne kan leiden tot rusteloosheid, slapeloosheid, beven, duizeligheid of suizende oren. Zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, wordt aangeraden niet meer dan 3 blikjes per dag te drinken. Cafeïne kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Naarmate de moeder meer cafeïne binnenkrijgt, stijgt de kans op een miskraam of op een baby met een laag geboortegewicht. Cafeïne komt ook in de moedermelk terecht en dat kan de baby onrustig maken. Kinderen en jongeren drinken er liever niet meer dan 1 à 2 per dag. Energiedranken zijn calorierijk. Als je meer calorieën binnenkrijgt dan je nodig hebt, kom je aan. Overgewicht verhoogt het risico op chronische ziekten als hart- en vaatziekten en diabetes. Energiedranken kunnen het lichaam uitdrogen. Drink daarom altijd voldoende water. Zeker bij warm weer, bij extreme inspanning of in combinatie met alcohol.
Energie
Eten en drinken leveren energie die het lichaam nodig heeft om te kunnen functioneren. De hoeveelheid energie wordt uitgedrukt in kilocalorieën of kilojoules. 1 kilocalorie = 4,2 kilojoules. Meestal wordt gesproken over calorieën. De energiebehoefte van mannen tussen de 30 en 50 jaar met een zittend beroep en weinig beweging in de vrije tijd ligt rond de 2500 kilocalorieën per dag. Vrouwen van die leeftijd met dezelfde inactieve leefstijl hebben gemiddeld 2000 kilocalorieën nodig.
EPA
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Ergot Alkaloïden
Ergot alkaloïden zijn schimmelgifstoffen die kunnen ontstaan als er een bepaalde schimmel aanwezig is tijdens de groei van granen. Het gaat vooral om rogge en in mindere mate om tarwe, gerst, gierst en haver. Een teveel aan ergot alkaloïden is schadelijk voor de gezondheid. Vergiftiging door ergot alkaloïden kwam in de Middeleeuwen op grote schaal voor, maar is nauwelijks nog een probleem in Nederland.
Erkend Streekproduct
Er zijn veel verschillende producten met het keurmerk Erkend Streekproduct, zoals jam, thee, ijs, mosterd en vlees. In Drenthe is bijvoorbeeld hoogveenrundvlees te koop. De runderen grazen in een speciaal natuurgebied. Dit vlees is regionaal verkrijgbaar. Ook appels van hoogstamboomgaarden dragen het Erkend Streekproduct keurmerk. In de appelteelt hebben veel traditionele hoogstamboomgaarden plaatsgemaakt voor laagstamboomgaarden. Fruit is dan gemakkelijker te oogsten. De Stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN) geeft dit keurmerk uit. Dit is een onafhankelijke keurmerkorganisatie die regionale initiatieven voor streekeigen productie ondersteunt. Het SPN heeft licentiehouders die soms een eigen logo voeren. Dat zijn bijvoorbeeld: Waddengoud Gegarandeerd Groningen Streekproduct Westerwolde Zuiderzeezilver Groene Hart De Brabantse Wal Westlandse Druif Uitgever: Stichting Streekeigen Producten Nederland, www.erkendstreekproduct.nl Controle: Stichting Skal, www.skal.nl, en andere gecertificeerde organisaties
ESBL
Sommige bacteriën produceren enzymen die ervoor kunnen zorgen dat antibiotica niet werken. Een voorbeeld van zo’n enzym is Extended Spectrum Beta Lactamases (ESBL). Zowel onschuldige als ziekmakende bacteriën kunnen het vermogen ontwikkelen om ESBL te produceren. Voor gezonde mensen zijn ESBL-producerende bacteriën niet gevaarlijk. Maar als iemand een infectie krijgt die is veroorzaakt door een ESBL-producerende bacterie, dan zijn de mogelijkheden om die infectie te bestrijden met antibiotica beperkt. In sommige gevallen is het zelfs nodig om iemand in het ziekenhuis op te nemen, omdat alleen nog antibiotica werken die met een infuus worden toegediend. In Nederland heeft het merendeel van de ESBL-producerende bacteriën die aanwezig zijn in mensen niks te maken met de voeding die we eten. Veel van deze besmettingen worden van mens op mens overgedragen in bijvoorbeeld ziekenhuizen. Of van dier op mens. Het is bekend dat boeren, die regelmatig in contact komen met antibiotica behandelde dieren, drager kunnen zijn van resistente bacteriën. Ook kunnen mensen een besmetting oplopen in het buitenland, waar deze bacteriën veel meer voorkomen. Voor een kleiner deel (± 1-5 deel) is een direct verband te leggen met dierlijke ESBL. Dit lijkt te maken te hebben met het antibioticagebruik bij dieren. Bij zowel mensen als dieren ontstaat resistentie door het veelvuldig gebruik van antibiotica. Vergeleken met andere landen binnen en buiten de EU gebruiken we in Nederland weinig antibiotica in de gezondheidszorg, maar in de veeteelt wordt het veel toegepast. De afgelopen jaren neemt het aandeel van deze ESBL-producerende bacteriën bij mensen en dieren gestaag toe; een ontwik...
Etiket
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Europees biologisch keurmerk
Op producten van buiten de EU mag het keurmerk gebruikt worden, maar dat is niet verplicht. Het logo maakt duidelijk dat het product voldoet aan de EU-regels voor biologische landbouw. Kenmerken zijn: Producten moeten voor minimaal 95 % uit echte biologische ingrediënten bestaan. Duidelijk moet zijn waar de ingrediënten precies vandaan komen. Er zijn geen chemische bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest gebruikt Bij de productie van vlees is rekening gehouden met dierenwelzijn Producten met het EKO-keurmerk voldoen aan dezelfde eisen als producten met het Europees biologische keurmerk. Naast het Europese biologische keurmerk mogen nationale of regionale logo’s worden gebruikt. Het EKO-keurmerk kan dus op het etiket voorkomen naast dit Europese keurmerk, net als het Duitse Bio-Siegel of Naturland keurmerk, het Belgische Biogarantie of het Britse Soil Association keurmerk. Keurmerkorganisatie: Europese Commissie, http://ec.europa.eu-agriculture-organic Controleur: Skal
Flavanolen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Flavanonen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Flavonolen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Fluoride
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Fokkerij
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Foliumzuur
Foliumzuur speelt een belangrijke rol bij de vroege ontwikkeling van het ongeboren kind. Foliumzuur draagt bij aan de vorming van het zenuwstelsel, dat vanaf de eerste dag na de bevruchting wordt aangelegd. Foliumzuur verkleint de kans op geboorteafwijkingen als het neurale-buisdefect (NBD) of open ruggetje, een hazenlip en open gehemelte. Foliumzuur komt van nature voor in groenten, vooral de groene soorten, volkorenproducten, brood, vlees en zuivel. Door gevarieerd te eten kan iedereen voldoende foliumzuur binnenkrijgen, behalve zwangere vrouwen. Het is voor hen niet mogelijk de gewenste hoeveelheid erbij te eten. Het zou dan bijvoorbeeld gaan om dagelijks minstens 50 bruine bonen of ongeveer een halve kilo spruitjes. Daarom wordt hen aangeraden om foliumzuurtabletten, of multivitamines met extra foliumzuur (apart voor zwangeren) te slikken. Naam Foliumzuur is ook bekend als vitamine B11, folaat of citrovorumfactor. De naam voor de natuurlijke vormen van foliumzuur in eten en drinken is tetrahydrofolaten. De vorm waarin foliumzuur aanwezig is in supplementen is pteroylmonoglutaminezuur (PMG). Zwangerschap Foliumzuur verkleint de kans op geboorteafwijkingen als het neurale-buisdefect (NBD) of open ruggetje, een hazenlip en open gehemelte. Voor wie zwanger wil worden is het belangrijk dagelijks 400 tot 500 microgram foliumzuur te slikken, ongeacht hoeveel foliumzuur je via het eten binnenkrijgt. Hiermee moet ongeveer 4 weken voor de mogelijke bevruchting worden begonnen. Voor veel vrouwen is dat het moment dat ze stoppen met de anticonceptiepil. Er zijn tabletten verkrijgbaar met 400 tot 500 microgram foliumzuur. Na de tiende week van de zwangerschap is extra foliumzuur niet meer nodig. Het is dan 8 weken na de bevruchti...
Fosfor
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Frisdrank
Frisdranken zijn te koop in blikjes of flessen, met koolzuur of zonder koolzuur en light of niet light. Voorbeelden van frisdranken zijn cola, sinas, 7-up, ice tea, tonic en bitter lemon. Vruchtendranken, zoals Dubbeldrank en Roosvicee zijn ook frisdranken. Frisdranken leveren vocht en energie. Gewone frisdrank bevat gemiddeld 10 gram koolhydraten per 100 milliliter en levert 100 kilocalorieën per glas (250 ml). Bij light frisdranken is een deel van de suikers vervangen door zoetstoffen. Op het etiket staat hoeveel calorieën er in frisdranken zitten. Light frisdranken bevatten een derde minder suiker dan gewone frisdranken. Frisdranken zonder energie hebben de voorkeur boven frisdranken met energie. Frisdranken waarin geen of weinig energie zit, worden op het etiket aangeduid met: “bevat geen energie” of “lage energetische waarde”. frisdrank met “bevat geen energie”: minder dan 4 kcal per 100 ml frisdrank met “lage energetische waarde”: minder dan 20 kcal per 100 ml light frisdrank: 30% lager dan gemiddeld: maximaal ca 30 kcal per 100 ml gewone frisdrank: ca 40 kcal per 100 ml Bewaren Frisdrank met vruchtensap erin kan maximaal 3 tot 4 dagen worden bewaard in de koelkast.
France Limousin
France Limousin is een keurmerk voor rundvlees op het gebied van dierenwelzijn. Kenmerken: Koeien en kalveren lopen een groot deel van het jaar in de wei Kalveren worden minimaal 6 maanden bij de moeder gezoogd Koeien leven binnen op een vloer met strooisel Onthoornen is niet toegestaan Meestal worden de stieren gecastreerd Koeien zijn van het ras Limousin Het voer bevat geen dierlijke ingrediënten Vlees met het keurmerk is te krijgen bij Keurslagers en andere slagerijen. Keurmerkorganisatie: coöperatie Celmar in la Souteraine, Frankrijk, in Nederland vertegenwoordigd door ProduCERT, www.producert.nl erkend door de Raad voor Accreditatie. Controle: Deltacon-ISC
Frituren
Voor verantwoord frituren gelden de volgende richtlijnen: Frituur bij een temperatuur van 150 tot 175 °C. Als de temperatuur van de olie te laag is, nemen de producten veel olie op, waardoor ze erg vet worden. Ook bestaat de kans dat producten niet voldoende gaar worden. Boven 175 °C kan het product aan de buitenkant verbranden, terwijl de binnenkant nog niet gaar is. Verder kan bij een te hoge temperatuur acrylamide ontstaan, wat schadelijk is. Zeef de olie of het vloeibare vet na gebruik. Vul gebruikte olie of vloeibaar vet niet aan met nieuwe olie of niet-vloeibaar vet. Vervang de frituurolie of het vet na zo’n 5 tot 7 keer gebruiken. Vervang de olie in elk geval als er een sterke geur of smaak aan zit, het donker of stroperig wordt en gaat walmen of schuimen. Op die manier wordt het ontstaan van schadelijke stoffen (PAK’s, acrylamide) beperkt. Bij elektrische frituurpannen is de temperatuur via een regelknop in te stellen. Bij een pan die op het fornuis wordt verhit, is de temperatuur te controleren door een stukje brood in de hete olie te gooien. Wanneer de temperatuur goed is, gaat het brood bruisen en wordt het bruin. Er zijn ook speciale thermometers te koop bij de betere huishoudwinkel.
Frituurolie
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Fruit
Fruit is de naam voor vruchten die meestal rauw worden gegeten en zoet of zuur smaken. Fruit levert doorgaans weinig calorieën en veel voedingsstoffen. Daardoor is fruit goed voor het houden van een gezond gewicht. Fruit heeft nog veel meer gezondheidsvoordelen. Zo zijn er veel aanwijzingen dat fruit, net als groente, het risico op hart- en vaatziekten en kanker kan verlagen. Het advies is daarom om 2 keer fruit per dag te eten. De consumptie in Nederland zit daar echter ver onder, die ligt op gemiddeld iets meer dan 1 keer fruit per dag. Vruchtensappen bevatten vaak minder voedingsstoffen en niet alle goede bestanddelen van fruit, daarom mag je maximaal één keer fruit vervangen door sap of ander bewerkt fruit. Voor het milieu is het eten van seizoensfruit uit je eigen regio het best.
Functionele voeding
Bij functionele voedingsmiddelen is een bestanddeel toegevoegd of juist verwijderd om de gezondheidswaarde van dat product te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan: Producten voor een lager cholesterolgehalte, zoals margarine, yoghurt en melkproducten met toegevoegde plantaardige stoffen (plantesterolen) Producten voor een goede werking van de darmen, zoals brood met toegevoegde voedingsvezel Voor gezonde mensen die gevarieerd en gezond eten volgens de Schijf van Vijf, hebben functionele voedingsmiddelen niet of nauwelijks voordelen. Bij sommige gezondheidsproblemen kan een functioneel voedingsmiddel een goede keuze zijn. Dan moet wel het gezondheidseffect duidelijk zijn omschreven. Ook moet de werking van het product onafhankelijk zijn getoetst en wetenschappelijk bewezen. Dat is nu niet altijd zo.
Fumonisine
Fumonisine is een schimmelgifstof die vlak voor de oogst in maïs kan ontstaan. Het kan daardoor ook in maïsproducten voorkomen, zoals popcorn, ontbijtgranen en nachochips. De TDI, de veilig toegestane hoeveelheid is vastgesteld op 2 microgram per kilogram lichaamsgewicht per dag. Bij normale consumptie levert de gemiddelde dagelijkse blootstelling geen gevaar op voor de gezondheid. Voor mensen met de aandoening coeliakie bestaat wat meer risico dat ze de veilige norm overschrijden, omdat zij vaak meer maïs en maïsproducten eten.
Fungiciden
Fungiciden zijn bestrijdingsmiddelen die in de land- en tuinbouw onder meer gebruikt worden ter voorkoming van schimmels op fruit. Voor alle bestrijdingsmiddelen geldt een maximale hoeveelheid die mag achterblijven op het product. Die hoeveelheid wordt uitgedrukt in een Maximale Residu Limiet (MRL). Controle hierop en handhaving hiervan is in handen van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA).
Furanen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Fusarenone
Fusarenone is een schimmelgifstof die kan ontstaan tijdens de groei van granen, vooral in tarwe, maïs en gerst. Er wordt zelden Fusarenone op granen en graanproducten aangetroffen. Daarom zijn er geen veilig toegestane hoeveelheden vastgesteld en is de kans op gezondheidsrisico klein.
Fusarine
Fusarine is een schimmelgifstof die kan ontstaan tijdens de groei van maïs. Fusarine komt relatief niet vaak voor op maïs. De kans dat men er te veel van binnenkrijgt is klein, daarom is er geen veilig toegestane hoeveelheid vastgelegd.
Fycotoxines
Fycotoxines zijn algengifstoffen die van nature geproduceerd worden door sommige soorten fytoplankton. Fytoplankton zijn microscopisch kleine algendeeltjes. Schelpdieren zoals mosselen, oesters en kokkels zijn voor hun voedsel afhankelijk van fytoplankton. Schelpdiervergiftiging treedt op wanneer grote hoeveelheden fytoplankton per liter water aanwezig zijn. De schelpdieren die de giftige stoffen via de algen opnemen, kunnen vergiftiging veroorzaken bij de mensen die deze schelpdieren eten. De gevolgen van een dergelijke vergiftiging zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de soort gifstof in de schelpdieren. Er zijn verschillende soorten algengifstoffen, zoals: PSP kan verlammingsverschijnselen veroorzaken DSP kan diarree veroorzaken ASP kan geheugenverlies veroorzaken NSP kan het zenuwstelsel aantasten Door internationale regels en normen en de controle daarop, wordt het risico van algengifstoffen zo beperkt mogelijk gehouden. Als schelpdieren met algengifstoffen worden aangetroffen, geldt er een vangstverbod voor de betreffende regio. En als na verloop van tijd blijkt dat de schelpdieren geen gifstoffen meer bevatten, wordt het vangstverbod weer opgeheven. Bij het zelf rapen van schelpdieren geldt de aanbeveling om te controleren of er vangstbeperkingen gelden voor het gebied waar de schelpdieren worden gezocht. Dit kan bij het Productschap Vis. In Nederland geïmporteerde en geproduceerde schelpdieren worden gecontroleerd door de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit in samenwerking met het Productschap Vis. Geïmporteerde partijen schelpdieren met te hoge gehalten aan gifstoffen worden vernietigd.
Fylochinon
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Galstenen
De basis van het dieet bij galstenen is: Zorg voor een normale, gezonde voeding met voldoende energie Val af als je te zwaar bent. Kies niet voor een rigoureuze aanpak. Snel afvallen werkt averechts op de galblaasklachten. Sla geen maaltijden over en verdeel ze goed over de dag. Vermijd voedingsmiddelen die last geven, maar probeer ze na een tijdje opnieuw. Het is niet nodig langere tijd bepaalde voedingsmiddelen te vermijden. Als je problemen hebt met het samenstellen van de voeding of als je weinig voedingsmiddelen verdraagt, vraag dan een persoonlijk advies aan een diëtist. Na een galblaasoperatie is een dieet niet nodig.
Gangbare veehouderij
De gangbare veehouderij is een houderijsysteem voor vee dat gehouden wordt voor vlees, melk en eieren. De dierhouderij in Nederland bestaat voor het grootste gedeelte uit gangbare veehouderij. Kenmerk van de gangbare, intensieve veehouderij is dat de dieren in stallen worden gehuisvest op bedrijven met weinig of geen grond. De manier hoe dieren gehouden worden is van invloed op hun welzijn.
Garnalen
De kweek en vangst van gamba’s heeft een behoorlijke impact op het milieu en arbeidsomstandigheden. De meeste gamba’s komen uit kweekvijvers aan de kust in Thailand. Een kwart is nog wildvangst. Het zorgt namelijk voor: Vervuiling van rivieren door aanleg van garnalenvijvers en gebruik van chemicaliën en medicijnen. De groeiende handel van gamba’s leidt tot nieuwe productiemethoden. Daardoor worden natuur- en landbouwgebieden omgezet in grote garnalenvijvers. Kweekvijvers kunnen maar 5 jaar gebruikt worden en zijn dus niet duurzaam. Ontbossing, met verstoring van ecosystemen tot gevolg De 10 grootste producenten van gamba’s hebben hun kwekerij gevestigd in ecologisch belangrijke gebieden, waar bedreigde diersoorten voorkomen. De garnalenteelt bedreigt de biodiversiteit. Dat is vooral in Thailand merkbaar, de grootste leverancier van gekweekte garnalen. Daar is 65.000 hectare mangrovebos omgezet in kweekvijvers. In 50 jaar is wereldwijd het mangrovebos gehalveerd. Een derde daarvan is veroorzaakt door de garnalenkweek. Ook heeft de kweek sociale effecten, zoals slechte arbeidsomstandigheden, door het verdwijnen van het mangrovebos, werkloosheid onder vissers en verminderde beschikbaarheid van vis voor de lokale markt. Nog 60% van de garnalen wordt in het wild gevangen. Hier is de bijvangst groter dan de hoeveelheid garnalen. Jaarlijks worden 150.000 zeeschildpadden als bijvangst gedood De garnalenvisserij werkt aan een duurzame vangst: minder bijvangst en bodemberoering. Voor de Hollandse en Noorse garnaal geldt dat er geen overbevissing is, maar nog wel bijvangsten. Er zijn garnalen uit de VS met MSC keurmerk (Oregon garnaal). Dierenwelzijn Garnalen worden levend in kokend water...
GDA
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Gegarandeerde Traditionele Specialiteit
Gegarandeerde Traditionele Specialiteit betekent dat het product een bijzonder traditioneel karakter heeft, vanwege de samenstelling of bereidingswijze. Een voorbeeld is de Nederlandse boerenkaas. Alleen Nederlandse kaas die bereid is op de boerderij met rauwe melk volgens een traditionele en gecontroleerde bereidingswijze, mag als boerenkaas worden verkocht. Keurmerkorganisatie: Europese Commissie, http://ec.europa.eu-agriculture-quality Controle: Voedsel en Waren Autoriteit, www.vwa.nl, erkend door de Raad van accreditatie
Geleermiddelen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Genetische modificatie
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Gerst
Gerst is een graansoort waarvan voornamelijk bier wordt gebrouwen. Het wordt ook verwerkt tot ontbijtgranen, meel en bloem. Gerst bevat gluten. Mensen met de aandoening coeliakie kunnen geen gluten verdragen. In gerst zit ook de voedingsstof bètaglucaan. Dit is een type koolhydraat dat het cholesterolgehalte verlaagt.
Gierst
Gierst is een verzamelnaam voor verschillende soorten granen. In Nederland zijn de soorten millet en sorghum verkrijgbaar. Van gierst worden (gries)meel, brood en popcorn gemaakt. Gierst kan gebruikt worden in plaats van rijst of couscous. Gierst is een glutenvrije graansoort en kan dus door coeliakiepatiënten worden gegeten. Er is biologische gierst verkrijgbaar, onder het EKO-keurmerk.
Gluten
Gluten is een eiwit dat van nature voorkomt in bepaalde granen. Graanproducten met onderstaande ingrediënten bevatten gluten: tarwe rogge gerst haver meel tarwemeel griesmeel tarwebloem couscous bulgur seitan graankiemen graankorrels graanvlokken roggemeel roggebloem havermout havervlokken havermeel gort gerstemoutbloem parelgort grutten spelt (wilde tarwe) kamut triticale mout Er werd altijd gedacht dat haver ook gluten bevat dat het slijmvlies van de dunne darm kan beschadigen. Uit onderzoek is echter gebleken dat dit voor zuiver haver niet geldt. Toch is het bij coeliakie beter geen haver te gebruiken. In Nederland is namelijk alleen haver te koop dat is gemengd met tarwe of niet zuiver gescheiden is gebleven van glutenbevattende granen. Haver en haverproducten waarbij op de verpakking de garantie gegeven wordt dat het product niet is gecontamineerd zijn wel glutenvrij. Gluten zitten verder in: alle soorten gewoon brood beschuit, crackers, gebak, koek, muesli, vlokken, tarwemeel, tarwegries deegwaren, zoals macaroni, spaghetti en vermicelli producten waarin een glutenbevattend bindmiddel is gebruikt, zoals soep, saus, worst en aangemaakt gehakt Gluten kunnen verder voorkomen in sommige vitamine D supplementen. Het is daarom aan te raden de verpakking te checken als je vitamine D slikt. Daarnaast kunnen spoortjes van gluten tijdens de productie terechtkomen in glutenvrije producten. Dat kan ook thuis via bijvoorbeeld een broodplank, gebruikt frituurvet of het aanrecht De Lijst van glutenvrije merkartikelen van het Voedingscentrum laat zien welke producten glutenvrij zijn. Glutenvrije dieetproducten zijn herkenbaar aan een glutenvrij logo op de ve...
Glansmiddelen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Glucosinolaten
Glucosinolaten zijn gifstoffen die van nature voorkomen in koolsoorten, zoals broccoli, bloemkool, spruitjes en zaden, zoals koolzaad en raapzaad. De werking van glucosinolaten is tweeledig. Enerzijds kunnen ze door de spijsvertering worden omgezet in stoffen die schadelijk zijn voor het lichaam. Anderzijds beschermen glucosinolaten het lichaam tegen de werking van kankerverwekkende stoffen. Het koken van groenten met glucosinolaten voorkomt de vorming van schadelijke stoffen. De gunstige werking van de glucosinolaten blijft dan wel behouden.
Glutenvrij
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Glycemische index
De glycemische index (GI) zegt iets over de snelheid waarmee koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose in het bloed worden opgenomen. Producten met een hoge GI zijn bijvoorbeeld gebakken aardappelen, wit- en bruinbrood, cornflakes en popcorn. Producten met een lage GI zijn bijvoorbeeld pasta, peulvruchten en fruit. De GI hangt ook af van hoe een product wordt klaargemaakt en de snelheid van iemands maag en darmen. De Gezondheidsraad vindt dat de GI nog niet kan worden gebruikt bij voedingsadviezen. De Gezondheidsraad vindt dat er geen of onvoldoende bewijs is dat een voeding met een lage GI het risico op chronische ziekten vermindert.
Glycyrrhizine
Glycyrrhizine (glycyrrhizinezuur of glycyrrizinezuur) is een bestanddeel van zouthoutwortelextract. Zoethoutwortelextract komt voor in verschillende producten, zoals drop en zoethoutthee. Door het eten of drinken van glycyrrhizinehoudende voedingsmiddelen, kan het lichaam meer vocht vasthouden dan gebruikelijk. Hierdoor kan een verhoogde bloeddruk ontstaan. Een volwassen man of vrouw kan op een dag ongeveer 100 gram drop of 500 milliliter zoethoutthee gebruiken, zonder dat dat problemen geeft. Voor de volgende risicogroepen geldt het advies om dagelijks gebruik van producten met zoethoutwortelextract te beperken of zelfs helemaal te vermijden: Kinderen Zwangere vrouwen met een hoge bloedruk Mensen met (aanleg voor) een hoge bloeddruk Mensen met een (aanleg voor) oedeemvorming Producten die glycyrrhizine bevatten, zijn te herkennen aan de vermelding op het etiket van het product. In de ingrediëntenlijst kan vermeld staan: zoethout, zoethoutwortel, zoethoutwortelextract, blokdrop, lakritz of liquorice.
Glutenintolerantie
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Granen en graanproducten
Graan is de verzamelnaam voor de zaden van grassen. Voorbeelden van die zaden zijn rijst, tarwe en maïs. Van granen worden diverse producten gemaakt, zoals meel, brood en pasta. Graan is rijk aan vezels en andere belangrijke voedingsstoffen. Daarom zijn vezelrijke graanproducten opgenomen in de Schijf van Vijf. Mensen met de aandoening coeliakie kunnen geen gluten verdragen. Gluten zijn eiwitten die voorkomen in de volgende granen: gerst, gierst, haver, rogge, spelt en tarwe. Bij het kopen van granen en graanproducten kun je letten op duurzaamheid en eerlijke handel. De volgende keurmerken en logo’s helpen daarbij: EKO, Milieukeur en Fairtrade van Max Havelaar.
Gras keurmerk
Stichting Gras Keurmerk verstrekt het Gras Keurmerk aan bedrijven die dierlijke en plantaardige producten maken die zijn geproduceerd volgens de Normering Grasdier Landbouw. Volgens die normering worden varkens, kalveren, koeien en biggen gehouden in ruimere stallen dan gebruikelijk en kunnen ze dagelijks naar buiten. Landbouwproducten, zoals aardappelen, uien en sla worden geteeld zonder kunstmest. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is zeer beperkt. Het Gras Keurmerk komt in de praktijk vooral voor op eieren. De eisen gaan een stapje verder dan de eisen voor vrije-uitloopeieren. Voor eieren gelden deze eisen: Eieren zijn herkenbaar aan code 1 op het ei Maximaal 6000 kippen in een stal Er leven gemiddeld 7,5 kippen op 1 m² Kippen kunnen naar buiten Kippen krijgen alleen plantaardig voer Er is strooisel aanwezig in de stal Er zijn zitstokken en legnesten aanwezig Kippen kunnen een stofbad nemen Kippen krijgen daglicht van buiten Kippen worden gemiddeld 1,5 tot 2 jaar Keurmerkorganisatie: Stichting Gras Keurmerk ONG, www.graskeurmerk.nl. Controle: Stichting Gras Keurmerk, www.graskeurmerk.nl
Grated Cheese Quality controlled
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Grillen
Grillen is het dichtschroeien, bruin en eventueel gaar maken van vlees of groente zonder toevoeging van vet. De warmte is afkomstig van een gloeiende grill in een oven, een hete contactgrill, een grillpan of een barbecue. Gerechten in de oven of de grill kleuren mooier als ze met een beetje olie of vloeibaar bak- en braadproduct worden bestreken. Ook kan de grillpan, contactgrill of het rooster van de barbecue worden ingesmeerd met een kwastje met wat olie. Het is het beste om het vlees eerst met keukenpapier te drogen en voor het grillen geen zout te gebruiken. Zo krijgt het een smakelijk bruingestreept korstje. Het beste is het om het gerecht af en toe even om te draaien. Contactgrill Een contactgrill bestaat uit 2 elektrisch te verhitten geribbelde platen waartussen stukken vlees en dergelijke gegrild kunnen worden. Omdat de hitte van 2 kanten komt, heeft een contactgrill maar ongeveer de helft van de bereidingstijd nodig. De grillpan Een grillpan is een geribbelde gietijzeren pan. Gietijzer kan heel hoog worden verhit, waardoor vlees en vis snel dichtschroeien en mals en sappig blijven. Er is wel wat vet nodig voor de bereiding, maar dankzij de ribbels komt het vlees of de vis er nauwelijks mee in aanraking. Een grillpan hoeft na gebruik alleen te worden afgespoeld met heet water. Zeepsop ontvet de pan te veel waardoor het vlees aan de pan blijft kleven en het kan de pan een bijsmaak geven. Steengrill Een steengrill is een gladde, natuurstenen plaat die gloeiend heet op tafel wordt gezet. Een steengrill dient minimaal 30 minuten op het fornuis, of in een hete oven te worden voorverwarmd. Aan tafel blijft een steengrill ongeveer 30 minuten op temperatuur, tenzij een grill met ingebouwd verwarmingselement gebruik...
Groente
Groente is een kruidachtig gewas, waarvan je delen gekookt of rauw eet. Groente en fruit zijn samen vak 1 van de Schijf van Vijf. De vruchten komkommer, tomaat en paprika worden vaak ook tot de groenten gerekend. Plantkundig gezien bestaat een groenteplant uit zes afzonderlijke organen: de wortel, de steel, het blad, de bloem, de vrucht en het zaad. Het vlezige deel van de wortel (radijs, zoete aardappel en biet) is een opslagplaats van voedingsstoffen, met name zetmeel. Groente kan worden ingedeeld in: Koolsoorten: bloemkool, boerenkool, broccoli, Chinese kool, koolrabi, rode kool, savooiekool, spitskool, witte kool, inclusief zuurkool, spruitjes, paksoi Kiemgroenten: taugé, tuinkers Paddenstoelen: champignons Peulvruchten: doperwten, kapucijners, kousenband, peulen, snijbonen, sperziebonen, tuinbonen Vruchtgroenten: courgette, komkommer, paprika, pompoen, tomaten, aubergine, maïs Bladgroenten: andijvie, sla, spinazie, veldsla, witlof, ijsbergsla, raapstelen, zeekraal, raapstelen, postelein Knolgewassen: rode bieten, bospeen, waspeen, knolselderij, radijs, winterpeen, koolraap, schorseneren, pastinaak, rettich Stengelgewassen: bleekselderij, venkel, asperge, artisjok, rabarber Uien: ui, knoflook, bosui, prei Groente levert belangrijke voedingsstoffen, zoals vitamines en mineralen en voedingsvezels. In groente zit onder andere vitamine C, vitamine A, foliumzuur, kalium, ijzer en calcium. Afhankelijk van het ras, het seizoen en bodem, bemesting en klimaat kunnen de gehaltes voedingsstoffen variëren. In groente zitten bovendien veel bioactieve stoffen, zoals carotenoïden, die een gezondheidsbevorderend effect hebben. Er is niet één groente die in alle voedingsstoffen ka...
Groentesap
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Haringworm
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Hart- en vaatziekten
De kans op hart- en vaatziekten wordt verkleind door een gezonde leefstijl: niet roken, een gezond gewicht, voldoende beweging, gezond en gevarieerd eten met voldoende vitamines, mineralen en vezels en weinig verzadigd vet. Deze voedingsadviezen zijn extra belangrijk voor hartpatiënten en mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, zoals mensen met een hoge bloeddruk, een te hoog cholesterolgehalte en-of diabetes. Met de arts kan in deze gevallen worden bekeken of cholesterol- of bloeddrukverlagende geneesmiddelen en aanvullende voedingsadviezen verstandig zijn, zoals gebruik van cholesterolverlagende producten en-of hoge doseringen visolie of foliumzuur. Voor gezonde mensen is gezond en gevarieerd eten volgens de Schijf van Vijf voldoende en hebben speciale producten en voedingssupplementen weinig zin.
Halfvitamines
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Happy Tooth
Dit keurmerk zit op producten die vriendelijk zijn voor de tanden. Deze producten veroorzaken geen gaatjes en geen tanderosie. Voordat het Happy Tooth keurmerk gebruikt mag worden, moet het product eerst getest zijn op tandvriendelijkheid. Hoe tandvriendelijk het product is, hangt onder meer af van de zuurgraad: elke keer als je iets eet of drinkt wordt het iets zuurder in de mond, waardoor het tandglazuur wordt aangetast. De zuurgraad van het product wordt getest door één van de 3 universiteiten die zijn aangewezen door Toothfriendly International. De zuurgraad mag dan niet lager zijn dan 5.7. Producten die ervoor zorgen dat zuurgraad niet onder 5.7 komt , worden gekenmerkt als tandvriendelijk. Als ze hieraan voldoen betalen ze een licentie en krijgen ze het keurmerk. Uitgever:Toothfriendly International, www.toothfriendly.ch Controle: Eén van de drie geaccrediteerde universiteiten
Halal
Halal keurmerken staan op vlees van dieren die geslacht zijn volgens de Islamitische wetten. Dat houdt onder meer in dat het dier moet sterven door een snede in de hals met een scherp mes. Vlees dat volgens de Islamitische eisen is geslacht wordt halal genoemd. Halalvlees is uitgebloed vlees van een beperkt aantal dieren, die meestal onverdoofd geslacht worden, bij het aanroepen van Allah en zegenen door de Imam. Dit is bij een beperkt aantal dieren toegestaan, en niet bij bijvoorbeeld varken, kikkers, roofdieren, ratten, etc. Er is discussie over het effect op dierenwelzijn van het onverdoofd slachten. Voor ritueel slachten maakt de wet een uitzondering op het verplicht verdoven van dieren. Soms wordt echter wel een omkeerbare verdoving gegeven, bijvoorbeeld een elektrische schok. Halal staat voor alles wat door de Koran als goed en rein kan worden gezien. Ook al het eten uit de zee, groenten, fruit en alle dranken, behalve alcohol zijn voor moslims halal of rein. Diverse organisaties houden zich bezig met het keuren van halal vlees en halal vleesproducten. Zij hebben onderling soms een andere interpretatie van de regels op gebied van slachten. Halal vlees en halal vleesproducten zijn te herkennen aan verschillende keurmerken. Vlees dat verkregen is door onverdoofd slachten, kun je niet altijd herkennen aan het etiket. Er bestaat hiervoor geen etiketteringsverplichting. Voorbeelden zijn: Halal Correct Uitgever: Stichting TQ HCC-Halal Correct Certification, www.halalcorrect.com Controle: Vereniging van imams in Nederland Halal Plus Uitgever: Stichting TQ HCC-Halal Correct Certification, www.halalcorrect.com Controle: Vereniging van imams in Nederland Halal Tayyib Uitgever: Stichting Halal Voeding en Voedsel, www.hal...
Haver
Haver is een graansoort die wordt verwerkt in koek, havermout en ontbijtgranen. Haver is in principe glutenvrij, maar moet volgens de wet toch als glutenbevattend worden gedeclareerd. Haver is in de praktijk namelijk vaak verontreinigd met andere, glutenbevattende, granen zoals tarwe. Haver bevat de voedingsstof bètaglucaan. Dit is een type koolhydraat die het cholesterolgehalte verlaagt.
Havermout
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
HACCP
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Herbiciden
Herbiciden zijn bestrijdingsmiddelen die in de land- en tuinbouw gebruikt worden ter bestrijding van onkruid. Voor alle bestrijdingsmiddelen geldt een maximale hoeveelheid die mag achterblijven op het product (de MRL). Controle hierop en handhaving is in handen van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA).
Hepatitis
Hepatitis is een ontsteking van de lever. Als deze langer dan een half jaar duurt, wordt gesproken van chronische hepatitis. De belangrijkste symptomen bij hepatitis zijn misselijkheid, verminderde eetlust, smaakverandering en vermoeidheid. Chronische hepatitis kan de lever soms zodanig beschadigen dat uiteindelijk “levercirrose” oftewel leververschrompeling ontstaat. De belangrijkste oorzaken van hepatitis zijn: overmatig alcoholgebruik infectie door een virus, zoals hepatitis A en B infectie door een bacterie, zoals de ziekte van Weil geneesmiddelengebruik. Ook besmet voedsel kan een oorzaak zijn waardoor mensen hepatitis oplopen. In dit geval acute hepatitis. Met name schaal- en schelpdieren zoals oesters, mosselen of garnalen of rauwe groenten en fruit kunnen met het virus besmet zijn. De meeste besmettingen gebeuren in het buitenland. Het advies is om schaal- en schelpdieren door en door te verhitten en rauwe groente en fruit voor gebruik te wassen. Het hepatitis-virus is erg besmettelijk. Let daarom extra op de hygiëne in geval van een besmetting.
Houdbaarheidsdatum
(THT-TGT) Op verpakkingen kunnen 2 soorten houdbaarheidsdatums staan: THT-datum (tenminste houdbaar tot) TGT-datum (te gebruiken tot) Een THT-datum staat op minder bederfelijke producten. Na de THT-datum gaat de kwaliteit van het product mogelijk achteruit, maar je kunt het vaak nog wel eten. Een TGT-datum staat op zeer bederfelijke producten. Na de TGT-datum moet je de producten weggooien. De TGT-datum is de laatste dag waarop het nog veilig is om het product te eten.
Hormonen
Hormonen zijn stoffen die van nature voorkomen in voedingsmiddelen als vlees, eieren en melk. Ze kunnen ook toegediend worden aan dieren in de veehouderij. Dit wordt gedaan om de opbrengst van vlees en melk te verhogen. Dit is verboden in de hele Europese Unie (EU). De EU is van mening dat het toedienen van hormonen gezondheidsrisico’s kan hebben voor de consument. Met hormonen geproduceerde voedingsmiddelen mogen ook niet in de EU worden ingevoerd en verkocht. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) ziet hier op toe.
Hoge bloeddruk
Het hart pompt bloed in de bloedvaten door zich bij elke hartslag samen te trekken en dan weer te ontspannen. Dit geeft een bepaalde druk in de bloedvaten: de bloeddruk. De bloeddruk kan worden gemeten met een bloeddrukmeter. De zogenaamde bovendruk (systolische bloeddruk) geeft de druk aan wanneer het hart zich samentrekt. De onderdruk (diastolische bloeddruk) is de druk wanneer het hart zich ontspant. De bloeddruk wordt uitgedrukt in mmHg: millimeters kwik. Een normale bloeddruk bij volwassenen schommelt rond een bovendruk van 120 mmHg en 80 mmHg onderdruk. Bij een verhoogde bloeddruk is de bovendruk hoger dan 140 en de onderdruk hoger dan 90. De bloeddruk verandert voortdurend, afhankelijk van bijvoorbeeld emoties, activiteiten en spanning. Een hoge bloeddruk (hypertensie) verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Om te kunnen beoordelen of de bloeddruk te hoog is, zal de arts daarom meerdere metingen verrichten binnen een bepaalde periode.
Hygiënepakket
Een aantal Europese verordeningen over hygiëne van levensmiddelen en diervoeders vormt samen het Hygiënepakket. Het doel is de voedselproductie veiliger en voor iedereen doorzichtiger te maken. Zo moeten bedrijven zich registreren en hebben zij soms een erkenning nodig. Deze geeft aan dat een bedrijf voldoet aan de eisen van voedselveiligheid. Ook moet de producent de risico's beschrijven in een voedselveiligheidsplan. Dit wordt een HACCP-plan genoemd. Deze afkorting staat voor: Hazard Analysis and Critical Control Point. Hulpmiddel bij het invoeren van een voedselveiligheidssysteem is een hygiënecode. Hierin zijn maatregelen opgenomen om gevaren voor de voedselveiligheid te voorkomen of tot een minimum te beperken. Zo hebben slagers, bakkers, supermarkten, horeca, zorginstellingen en nog vele andere bedrijfstakken een hygiënecode, die gebaseerd is op HACCP. Bedrijven mogen ook gebruikmaken van een hygiënecode die door de branche-organisatie is opgesteld. Het werken volgens zo’n hygiënecode geeft aan dat de producent er alles aan doet om ervoor te zorgen dat de consument veilig voedsel krijgt. Een overzicht van de goedgekeurde hygiënecodes is te vinden op www.vwa.nl
Hypoglykemie
Hypoglykemie wordt ook wel “hypo” genoemd en is de medische term voor een te laag bloedsuikergehalte. Dit is een tijdelijk verschijnsel dat zelden voorkomt bij gezonde mensen en zich vooral voordoet bij mensen met diabetes. Hypoglykemie is te herkennen aan: vermoeidheid concentratiestoornissen trillen zweten hoofdpijn duizeligheid honger geeuwen Deze symptomen kunnen ook door andere oorzaken optreden en hoeven dus niet meteen te betekenen dat er sprake is van hypoglykemie. Het bloedsuikergehalte blijft bij gezonde mensen op het juiste niveau. Het bloedsuikergehalte wordt op peil gehouden door de hormonen: Insuline Glucagon Adrenaline Cortisol Insuline verlaagt het bloedsuikergehalte en glucagon, adrenaline en cortisol verhogen het bloedsuikergehalte. Deze hormonen zorgen ervoor dat het lichaam een teveel aan suiker opslaat als reservevoorraad in de spieren en lever. Als het bloedsuikergehalte te laag dreigt te worden, spreekt het lichaam de reserve aan. Bij hypoglykemie werkt dit mechanisme niet goed. De klachten verdwijnen zodra het bloedsuikergehalte weer op peil is. Van koolhydraten in eten en drinken stijgt het bloedsuikergehalte. De huisarts kan vaststellen of iemand een afwijkend bloedsuikergehalte heeft. Bij mensen zonder diabetes is de bloedsuikerwaarde bij hypoglykemie lager dan circa 2,5 tot 2,8 millimol per liter. Is er geen sprake van diabetes, dan is mogelijk de reservevoorraad glucose verbruikt en wordt niet meer aangevuld, bijvoorbeeld door een koolhydraatvrije of -arme voeding, vasten of langdurige lichamelijke inspanning. Andere oorzaken kunnen zijn: verstoringen in de spijsvertering, een leveraandoening, een storing in de hormoonproductie, een ingrijpende maagoperatie of e...
IJzer
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
IKB
Het keurmerk voor Integrale Keten Beheersing (IKB) geeft aan dat er bij de productie, transport en verwerking van rundvlees, varkensvlees en kip extra controles plaatsvinden. Er wordt gekeken naar of voldaan wordt aan de wettelijke eisen voor veevoer, dierenwelzijn, medicijngebruik, gebruik verboden stoffen, hygiëne en voedselveiligheid en transport. Bij IKB worden geen extra eisen gesteld die gericht zijn op het milieu of dierenwelzijn. Het IKB keurmerk staat niet altijd op de verpakking. De deelnemende boeren krijgen een certificaat. IKB omvat een systeem voor de registratie van vee in alle stadia van de vleesproductieketen, van de mesterij tot het slachthuis en de slagerij. In elke fase is bekend wat er in de voorgaande fase is gebeurd. De deelnemende bedrijven garanderen dat ze voldoen aan de gemaakte afspraken over de registratie van de dieren, het gebruik van medicijnen, hygiëne, voer en het transport van de dieren. Deelname aan de IKB is niet verplicht maar geldt in de handel vaak als voorwaarde. Bedrijven die niet meedoen kunnen hun dieren of vlees moeilijk verhandelen. Er zijn IKB-regelingen voor varkens, kalveren, kip, konijn en eieren. Uitgever: De IKB is opgezet door de Productschappen Vee, Vlees en Eieren. Een deel is in private handen. Controle: Stichting Afzetcontrole IKB-producten, het Controlebureau Dierlijke Sector, TNO en 2 gecertificeerde controle-instellingen (KBBL en Biochem).
Immogenics
NOVO Immogenics is een bedrijf dat tegen betaling bloedonderzoek doet bij consumenten. Daarmee zou het bedrijf aantonen van welke voedingsmiddelen iemand dik wordt. Kern van hun theorie is dat voedsel niet altijd goed verteerd wordt, waardoor uiteindelijk overgewicht ontstaat. Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor deze theorie.
Inositol
Inositol wordt wel eens als vitamine genoemd maar is het niet omdat het lichaam deze stof zelf kan maken. Deze stof komt in het lichaam voor en heeft onder andere een rol in het vetzuurmetabolisme. Er zijn geen tekorten bekend en er is geen reden een supplement met inositol te gebruiken. Omdat ook niet bekend is of teveel schadelijk kan zijn wordt het gebuik van supplementen met inositol afgeraden.
Insecticiden
Insecticiden zijn bestrijdingsmiddelen die in de land- en tuinbouw gebruikt worden ter voorkoming van schade op groente en fruit door insecten. Voor alle bestrijdingsmiddelen geldt een maximale hoeveelheid die mag achterblijven op het product (de MRL). Controle hierop en handhaving van de wet is in handen van de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA).
Intensieve zoetstoffen
Intensieve zoetstoffen zijn 50 tot 500 keer zoeter dan suiker en leveren geen of nauwelijks calorieën. Ze worden door fabrikanten aan producten toegevoegd om ze zoeter te maken, maar ze zijn ook los verkrijgbaar als zoetjes of zoetstof.
Isoflavonen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Jicht
Bij sommige mensen produceert het lichaam zelf te veel urinezuur. Erfelijke factoren kunnen hierbij een rol spelen. Meestal heeft het teveel aan urinezuur andere oorzaken, zoals: overgewicht andere ziekten, zoals psoriasis en leukemie vochtafdrijvende medicijnen oftewel plastabletten: ze belemmeren de nieren om het urinezuur goed uit te scheiden. alcohol Jicht wordt in principe behandeld met medicijnen. Sommige zijn bedoeld om een aanval te bestrijden, andere om een aanval te voorkomen. Nog een andere soort is bedoeld om het urinezuurgehalte in het lichaam te verlagen. Of medicijnen worden voorgeschreven om het urinezuurgehalte te verlagen, hangt af van de oorzaak. De kans op een jichtaanval wordt verkleind door: Wees zeer matig met alcohol. Alcohol bevordert de stijging van het urinezuurgehalte in het bloed. Gebruik niet elke dag alcohol en maximaal 1 glas op een dag. Drink 2 tot 3 liter per dag. Hierdoor ontstaat meer urine, waardoor het urinezuur sneller wordt verwijderd. Verdeel het drinkvocht goed over de dag en avond. Val af als je overgewicht hebt. Het urinezuurgehalte in het bloed zal in dat geval dalen. Bij afvallen in korte tijd stijgt juist het urinezuurgehalte in het bloed. Een gewichtsverlies van 5 tot 10% helpt al goed mee om de urinezuuruitscheiding via de urine te verhogen. Zorg voor een gezond voedingspatroon met veel variatie. Volg pas een purinebeperkt dieet als de arts dat adviseert Voedingsadvies Bij de afbraak van purine uit de voeding wordt urinezuur gevormd. Daarom werd vroeger vaak gedacht dat iedereen met jicht een strikt purinebeperkt dieet moest volgen. De opvattingen hierover zijn echter veranderd. De behandeling bestaat uit medicijnen en het volgen van de adviezen om een n...
Jodium
Jodium is een mineraal dat voorkomt in zeevis en een beetje in eieren. In Nederland zit er van nature niet veel jodium in eten en drinken. Daarom wordt jodium toegevoegd aan: keukenzout (Jozo) dieetzout met een laag natriumgehalte bakkerszout voor het bakken van brood ontbijtgranen, en broodvervangers zoals beschuit, knäckebröd, crackers, en ontbijtkoek zout in vleeswaren Op het etiket van zout staat of jodium is toegevoegd. In zeezout zit nauwelijks jodium. Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden De Gezondheidsraad heeft voor jodium geen aanbevelingen opgesteld. In Nederland wordt de aanbeveling van de Wereld Gezondheid Organisatie (WHO) aangehouden en die bedraagt voor volwassenen 150 tot 300 microgram jodium per dag. Voor kinderen gelden lagere waarden: vanaf 90 microgram jodium per dag voor 1- tot 3-jarigen. Als aanvaardbare bovengrens voor inneming houdt de Europese Voedselautoriteit (EFSA) een waarde aan van: 200 microgram jodium per dag voor kinderen van 1 tot 3 jaar. 600 microgram per dag voor volwassenen. Gezondheidseffecten Jodium is belangrijk voor de schildklierhormonen. Deze hormonen zijn nodig voor een goede groei, de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de stofwisseling. Jodiumtekort Een tekort aan jodium komt niet snel voor. In de schildklier zit een grote voorraad jodium, waarmee je jaren vooruit kunt. Bovendien krijgen de meeste Nederlanders voldoende jodium binnen via het eten. Wie te weinig jodium binnenkrijgt, merkt dat pas na jaren. Een jodiumtekort ontstaat als iemand geen zout gebruikt waar jodium in zit en weinig brood eet. Normaal zijn 6 boterhammen per dag genoeg om de dagelijkse hoeveelheid jodium van 150 microgram binnen te krijgen. Als je je brood zelf bakt en daarbij ...
Kaas
Kaas is een zuivelproduct gemaakt van melk. Kaas levert belangrijke voedingsstoffen, maar het bevat ook veel verzadigd vet. Dit vergroot het risico op hart- en vaatziekten. Het hoge zoutgehalte in kaas vergroot de kans op een hoge bloeddruk. Voor volwassenen geldt het advies om niet meer dan 1,5 plak (30 gram) kaas per dag te eten. Bij voorkeur gaat het om 20+ en 30+ kaas, waar minder vet in zit. Kaas wordt vaak gebruikt als vleesvervanger. Omdat kaas heel weinig ijzer bevat, is het geen volwaardige vervanger van vlees. Wat betreft dierenwelzijn en duurzaamheid kun je bij de aankoop van kaas letten op de volgende keurmerken en logo’s: EKO, Demeter, Weidezuivel, Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB) en Caring Dairy.
Kalfsvlees
Een kalf is een nakomeling van een koe en een stier. Er zijn 2 houderijsystemen van kalveren: Blanke vleeskalveren: ze worden gevoed met magere melk en zorgvuldig samengestelde voedingen. Aan het eind van de mestperiode wordt het ijzer in het voer afgebouwd, zodat er een lichte bloedarmoede ontstaat. De kalveren worden geslacht tussen de 6 en 8 maanden. Het vlees is blank van kleur. Rosé vleeskalveren: ze gaan na 8 tot 9 weken over op ruwvoer. De kalveren worden geslacht tussen de 8 en 12 maanden. Het vlees is rosé van kleur. In Nederland wordt voornamelijk rosé kalfsvlees verkocht. De fabrikant moet op het etiket van kalfsvlees melden als het om rosé vlees gaat. In Europa mag de naam ”kalfsvlees” alleen gebruikt worden als het vlees komt van een dier van minder dan 8 maanden oud. Als het dier tussen de 8 en 12 maanden oud is, mag de naam “rosé kalfsvlees” worden gebruikt. In België heet het vlees dan jongrundvlees. Soorten Kalfsvlees wordt ook verwerkt in verschillende producten, zoals gehakt, biefstuk, tartaar en sukadelappen. Dat kan rosé of wit kalfsvlees zijn. Bewaren Voor rauw kalfsvlees gelden dezelfde bewaaradviezen als bij vlees. Herkomst Waar het kalfsvlees vandaan komt kun je zien op het etiket. Er moet op staan in welk land het dier is geboren, waar het is grootgebracht en waar het is geslacht. Dit is niet verplicht voor gehakt, worst, gekookt of gebakken kalfsvlees en kalfsvlees verwerkt in gekruid vlees. De reden is dat dit vlees vaak uit verschillende dieren bestaat. Om extra zekerheid en vertrouwen aan afnemers te kunnen bieden, is in 1990 de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV) opgericht. Inspecteurs van de...
Kalium
Kalium zit vooral in melkproducten, groente, fruit(sappen), aardappelen, koffie en ook in brood en noten. Er zijn tegenwoordig ook zoutmengsels te koop zoals Jozo bewust of Lo Salt waarin een mengsel van natrium met kaliumzout aanwezig. Kalium verlaagt het bloeddrukverhogende effect van natrium. Het smaakt wat bitterder dan keukenzout. Wie een slechte nierfunctie heeft of plaspillen of ontstekingsremmers gebruikt, kan het best met een arts of diëtist overleggen of hij of zij kaliumzout mag gebruiken. Bereiden Als aardappelen en groente worden gekookt in veel water, kan kalium verloren gaan. Het is daarom belangrijk niet meer water te gebruiken dan nodig is. Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden Voor kalium heeft de Gezondheidsraad geen aanbevelingen opgesteld. De behoefte hangt samen met de vochtbalans van het lichaam, en is daardoor niet alleen afhankelijk van hoeveel iemand binnenkrijgt via eten en drinken. Voor een goede bloeddruk is het belangrijk veel kalium binnen te krijgen in combinatie met weinig natrium of zout. In de Verenigde Staten is in 2002 wel een niveau van adequate inneming afgeleid en wordt voor volwassenen 4700 mg per dag aanbevolen. Opname Het lichaam zorgt meestal zelf voor de juiste hoeveelheid kalium. De nieren houden de hoeveelheid kalium in het lichaam constant. Wie te weinig kalium binnenkrijgt, zal op deze manier zo min mogelijk kalium verliezen. Ongeveer 90% van het kalium in het lichaam wordt uitgeplast. De rest verlaat het lichaam via de ontlasting. Door zweten verliezen we heel weinig kalium. Hoeveel kalium iemand verliest hangt ook af van de hoeveelheid natrium in het lichaam. Wie veel natrium verliest, verliest ook meer kalium en andersom. Gezondheidseffecten Kalium is een mineraa...
Kaneel
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Kanker
De volgende adviezen verkleinen de kans op sommige vormen van kanker: eet gevarieerd eet dagelijks 2 ons groente en 2 keer fruit wees matig met alcohol. Matig houdt in: maximaal 1 glas per dag voor vrouwen en 2 voor mannen eet geen voedsel met zwarte randjes of korstjes, zoals aangebrand vlees of te donker gefrituurd voedsel voorkom overgewicht Voeding kan de kans op kanker niet alleen vergroten, maar ook verkleinen. Het is echter nog lang niet duidelijk welke stoffen uit de voeding een rol spelen en wat ze precies doen. Er zijn veel vormen van kanker en de invloed van voedsel hierop is erg ingewikkeld. In het algemeen geldt dat gezond en gevarieerd eten belangrijk is om het risico op het ontstaan van kanker te verkleinen. Duidelijk is dat groente en fruit een positieve rol spelen, terwijl alcohol, overgewicht en aangebrand eten een negatieve invloed hebben. Een eetpatroon met voldoende groente en fruit kan jaarlijks duizenden gevallen van kanker voorkomen. Een ruime consumptie van groente en fruit verkleint het risico op kanker van mond- en keelholte, slokdarm, maag en longen. Vermoed wordt dat vitamine C en vitamine E, het mineraal selenium en bioactieve stoffen daarbij een rol spelen. Waarschijnlijk wordt het gunstige effect veroorzaakt door een wisselwerking tussen alle verschillende stoffen die erin zitten. Een vitaminepil heeft niet hetzelfde effect. Daarom is het advies gevarieerd groente en fruit te eten. Van bioactieve stoffen is lang gedacht dat ze voor de mens geen functie hadden, maar er komen steeds meer aanwijzingen dat ze mogelijk een rol spelen bij de bescherming tegen bepaalde vormen van kanker. Er zijn enkele aanwijzingen dat voedingsvezels het risico op dikkedarmkanker verlagen. Aan de an...
Kava Kava
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Keurmerken
Een keurmerk op de verpakking of het etiket van levensmiddelen wil zeggen dat het product voldoet aan de voorschriften van de organisatie die het keurmerk verstrekt. Het keurmerk geeft aan dat het product volgens die voorschriften is geproduceerd en staat voor een bepaalde kwaliteit, samenstelling of productiemethode. Het is gekeurd door een onafhankelijke partij. Als het product goedgekeurd is krijgt het bedrijf een licentie of certificaat om het keurmerk te gebruiken. Keurmerken worden meestal aangeduid door logo’s of andere beeldmerken op de verpakking of het etiket van producten. De bedoeling van de afbeelding is dat de consument het keurmerk snel herkent en weet waarvoor het keurmerk staat. Een keurmerk op een verpakking of etiket kan helpen bij het maken van een gezonde of een duurzame keuze. Een keurmerk geeft bijvoorbeeld aan dat het product is gemaakt met extra aandacht voor het milieu of dierenwelzijn. Het kan ook aangeven dat het product is toegestaan in een bepaald voedingspatroon. Gezien de grote hoeveelheid keurmerken in Nederland en de vaak beperkte informatie over de betekenis ervan, zijn keurmerken vaak niet te onderscheiden van reclame-uitingen voor producten. Voor de consument heeft een keurmerk toegevoegde waarde als een onafhankelijke organisatie controle uitoefent op de voorwaarden die ervoor gelden. Dit geeft betrouwbaarheid. Om de betrouwbaarheid nog verder te vergroten staan diverse keurmerkorganisaties ook nog onder toezicht van Raad voor Accreditatie. Deze let er bijvoorbeeld op dat de controleurs goed opgeleid zijn en dat er voldoende vaak gecontroleerd wordt. Fabrikanten plaatsen ook zelf logo’s, certificaten, kenmerken of andere beeldmerken op producten. Deze zijn niet gecontrol...