Voedingscentrum
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Landbouw, voedsel en voedselverwerking > Voeding
Datum & Land: 04/04/2012, NL
Woorden: 448
Kiemgroente
Kiemgroenten zijn zaden met daaraan jonge, net ontkiemde plantjes. Bekende voorbeelden van kiemgroente zijn taugé en alfalfa. Kiemen worden meestal gezien als groenten. Ze zijn goed voor je gezondheid, want ze verlagen het risico op chronische ziekten. Op kiemgroenten kunnen bacteriën voorkomen, zoals salmonella en E.coli (EHEC). Hitte doodt de bacteriën. Kiemgroente kan je daarom uit voorzorg onderdompelen in kokend water of meekoken met het gerecht.
Kip en gevogelte
Kip en gevogelte, zoals kalkoen en eend, worden ook wel witvlees genoemd. Het levert belangrijke voedingsstoffen, zoals eiwit. Kip bevat in vergelijking met andere vleessoorten meestal minder ongezond, verzadigd vet. Goed bewaren en hygiënisch bereiden van kip is belangrijk om de kans op eventuele ziektes te voorkomen. Er zijn allerlei soorten kip te koop, die van elkaar verschillen op punten als dierenwelzijn en milieu. Keurmerken geven inzicht in deze verschillen.
Kleurstoffen
Kleurstoffen zijn stoffen die door fabrikanten aan producten worden toegevoegd om ze te kleuren. Er zijn kleurstoffen die in de natuur ook voorkomen, zoals in groene planten of fruit. Dit zijn natuurlijke kleurstoffen. Er zijn ook kleurstoffen die in de natuur niet voorkomen. Dit zijn synthetische kleurstoffen. Azo-kleurstoffen zijn een groep synthetische kleurstoffen waarvan de veiligheid regelmatig ter discussie staat. Op het etiket van een product zijn de namen van kleurstoffen afgekort tot een E-nummer. De volgende E-nummers zijn allemaal kleurstoffen: E100 E101 E102 E104 E110 E120 E122 E123 E124 E127 E129 E131 E132 E133 E140 E141 E142 E150 E150a E150b E150c E150d E151 E153 E154 E155 E160a E160a(i) E160a(ii) E160b E160c E160d E160e E160f E161b E161g E162 E163 E170 E171 E172 E173 E174 E175 E180 Gezondheidsrisico's Veilige kleurstoffen krijgen van de Europese Commissie over voedselveiligheid een E-nummer. Dit nummer garandeert dus de veiligheid van producten met kleurstoffen voor consumenten. Er bestaat discussie over de veiligheid van zogenaamde azo-kleurstoffen.
Klaarmiddelen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Koemelkallergie
Koemelkallergie is de meest voorkomende voedselallergie bij zuigelingen. Bij het vermoeden van een allergie voor koemelk is het belangrijk het consultatiebureau of huisarts te raadplegen. Kinderen met een koemelkallergie kunnen ook allergisch reageren op andere voedingsmiddelen. Daarom is het bij kinderen met een allergie voor koemelk belangrijk voorzichtiger te beginnen met vaste voedingsmiddelen dan bij kinderen zonder allergie. Begeleiding van een diëtist wordt daarbij aangeraden. Kinderen met een erfelijke aanleg voor allergie hebben een grotere kans op het ontwikkelen van koemelkallergie dan andere kinderen. Het gaat hierbij om kinderen met minstens één ouder of broertje of zusje met een aangetoonde allergische aandoening zoals hooikoorts, astma of eczeem. Koemelkallergie wordt meestal vastgesteld in het eerste levensjaar. Vaak verdwijnen de klachten als de kinderen ouder worden: iets meer dan de helft van de kinderen met een koemelkallergie verdragen koemelk weer rond de eerste verjaardag. De meeste andere kinderen volgen in de daaropvolgende 4 jaar. In overleg met de arts moet daarom regelmatig worden geprobeerd of koemelk weer verdragen wordt. Dit voorkomt onnodige beperkingen in de voeding. Bij een voedselallergie is sprake van een ongewenste reactie op voedsel door een abnormale reactie van het immuunsysteem van het lichaam. Koemelkallergie is de meest voorkomende vorm van voedselallergie bij zuigelingen. Het aantal kinderen dat voor het eerste levensjaar een koemelkallergie heeft, wordt doorgaans op 2 tot 3 % geschat. Koemelkallergie kan net als andere vormen van voedselallergie veel verschillende klachten veroorzaken. Voorbeelden zijn huidklachten, maag- en darmklachten en luchtwegklachten....
Koffie
Diverse koffiesoorten worden op de markt gebracht volgens de normen van eerlijke handel. Eerlijke handel zorgt ervoor dat boeren uit arme landen een eerlijke prijs krijgen voor hun product. Deze koffie is herkenbaar aan het keurmerk Fairtrade Max Havelaar De Keurmerken UTZ Certified en Rainforest Alliance houden ook rekening met de arbeidsomstandigheden.
Koken
Koken is het gaar maken van eten in kokend water. Het is belangrijk om weinig water te gebruiken en zo kort mogelijk te koken, dan blijven vitamines en de smaak beter bewaard. Groente uit blik of glas kan het best kort tot het kookpunt worden opgewarmd. Diepgevroren groente dient met weinig water te worden opgewarmd of gekookt volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
Kooi-eieren
Kooi-eieren worden gelegd in kooisystemen, bij consumenten beter bekend als legbatterijen. De legkippen hebben hier de minste bewegingsruimte in vergelijking met andere systemen. In 2012 zijn kooisystemen vervangen door koloniehuisvesting. Dat zijn kooien die meer ruimte bieden dan kooisystemen.
Koolhydraten
Koolhydraten zijn een belangrijke bron van energie voor het lichaam. Wie gezond eet haalt tussen de 40 en 70% van de energie uit koolhydraten. In voedingsmiddelen zitten verteerbare koolhydraten en niet-verteerbare koolhydraten. Verteerbare koolhydraten zijn zetmeel en suikers die je lichaam kan opnemen en gebruiken als glucose. Niet-verteerbare koolhydraten zijn voedingsvezels. Voedingsvezels zijn nodig voor een goede darmwerking. Koolhydraten zitten vooral in graanproducten zoals brood en pasta, maar ook in aardappelen, rijst en peulvruchten. Gezonde keuzes zijn koolhydraatbronnen die veel voedingsvezels bevatten zoals volkorenbrood, volkorenpasta, zilvervliesrijst en peulvruchten. Als je te veel koolhydraten eet, kan dat betekenen dat je te weinig eiwitten of vetten eet. Te veel koolhydraten wil zeggen dat meer dan 70% van de calorieën uit koolhydraten komt. Dat is niet goed voor de gezondheid. Als je te weinig koolhydraten eet kan dat betekenen dat je niet genoeg van alle gezonde voedingsstoffen, zoals vitamines, mineralen en vezels binnenkrijgt.
Koper
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Kreeft
De kreeft behoort tot de schaaldieren. Er zijn verschillende soorten kreeften zoals: Zeekreeft Hoornkreeft Langoustine Rivierkreeft Zeekreeft komt uit Schotland, Canada of Scandinavië. Langoustine kan voorkomen in de Noordzee, de Middellandse Zee, de Adriatische Zee, en de Atlantische Oceaan. Kreeften kunnen ook gekweekt worden.
Kruidenpreparaten
Sommige kruidenpreparaten, zoals efedra en kava kava, zijn schadelijk voor de gezondheid en dus verboden. Andere kruidenpreparaten kun je als voedingssupplementen online, in supermarkten en drogisten kopen. Ze worden vaak verkocht als afslankmiddel. Meestal zijn de effecten niet goed onderzocht en is de werking dus niet bewezen.
Kruidenthee
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Kruisbesmetting
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Label Rouge
Label Rouge is een Frans keurmerk voor kippenvlees op het gebied van dierenwelzijn. Het vlees dat voldoet aan de Europese regels voor boerenscharrel met uitloop. De productiewijze van kip lijkt op die van scharrel. Label Rouge staat ook op rundvlees- en varkensvleesproducten. Een aantal Franse boeren wil de kwaliteit van kip behouden door langzaam groeiende kippenrassen te houden. De kippen krijgen minstens 81 dagen de tijd om op hun eindgewicht te komen. De maximumbezetting is 11 kippen per m², met een uitloop naar buiten van 2 m² per kip. Voor kippen gelden deze eisen: Maximaal 11 kippen per m², inclusief vrije uitloop Kippen hebben binnen 0,09 m² Kippen hebben buiten 2 m² Er worden kippen gehouden van een langzaam groeiend ras Kippen worden 81-87 dagen oud Verder gelden speciale eisen aan het diervoer, zoals minimaal 75% granen in het voedsel. Dit heeft een gunstig effect op de vleeskwaliteit. De minimumeisen om het keurmerk te mogen dragen verschillen per product. Bij kip voldoen ze ook aan de eisen van scharrelkip. Label Rouge is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan als reactie op de gangbare pluimveeproductie in Frankrijk. Uitgever: Nationale Bond van de Pluimveelabels van Frankrijk, www.volaillelabelrouge.com Controle: Organisme Certificeur
Lactose-intolerantie
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Lactose
Lactose is suiker die van nature alleen in melkproducten voorkomt. Lactose kan klachten veroorzaken bij mensen met lactose-intolerantie. Lactose (melksuiker) komt vooral voor in de volgende melkproducten: volle, halfvolle en magere melk en karnemelk geitenmelk, schapenmelk, paardenmelk en ezelinnenmelk zachte geiten- en schapenkaas chocolademelk, yoghurtdrink en fruitzuiveldranken zoals Rivella en Taksi smeltkaas, smeerkaas, buitenlandse kaas, verse kaas, Hüttenkäse, cottage cheese yoghurt, kwark, kefir vla, pap, pudding, mousse slagroom, zure room en crème fraîche In Nederlandse harde kaas, zoals Goudse kaas, zit geen lactose. Dit komt doordat de lactose tijdens de rijping van de kaas volledig wordt afgebroken. Naast in melk en melkproducten kan melksuiker ook voorkomen in producten waarin melk, melkpoeder of bepaalde bestanddelen uit melk zijn verwerkt. Dit staat vermeld in de zogenaamde ingrediëntendeclaratie op de verpakking. Bij lactose-intolerantie is het meestal voldoende om het gebruik van melk en melkproducten te beperken of te vermijden. Een strikter dieet waarbij ook producten vermeden moeten worden met lactose of melk als ingrediënt, komt zelden voor. Ook in geneesmiddelen, vitaminepreparaten en zoetjes kan lactose voorkomen. In deze producten wordt het meestal in zeer kleine hoeveelheden als vulmiddel gebruikt. Hiervan krijgen de meeste mensen met lactose-intolerantie dan ook geen klachten. Sommige geneesmiddelen zijn echter ook beschikbaar in een andere vorm zonder lactose. Merken van zoetjes zonder lactose zijn opgenomen in de productgroep “Dieetproducten, overig” van de vrije merkartikelenlijst, die verkrijgbaar in de webshop. Deze lijst is een handi...
Laetrile
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Leven Lang Fit
Een Leven lang fit is een methode om af te vallen. Volgens de methode mag je koolhydraten en eiwitten niet samen eten, omdat dat zou leiden tot de vorming van giftige afvalstoffen en daarmee gewichtstoename. Het scheiden van koolhydraten en eiwitten is bijna niet uitvoerbaar. Brood levert bijvoorbeeld zowel koolhydraten als eiwitten. Maar belangrijker nog: de theorieën achter deze methode kloppen niet met wat de wetenschap zegt over hoe het lichaam werkt.
Linolzuur
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Listeria
Listeria monocytogenes is een bacterie die vaak voorkomt in de uitwerpselen van mens en dier, het water, de bodem en zogeheten ingekuild veevoer. De bacterie kan zo terechtkomen op: rauwe en bereide levensmiddelen, zoals rauwmelkse zachte kaas, zoals camembert en brie voorverpakte gerookte vis, zoals vacuümverpakte gerookte zalm, makreel of paling. het aanrecht, de afwasborstel of het vaatdoekje Listeria kan voedselinfectie veroorzaken. De tijd tussen besmetting met listeria en de symptomen van voedselinfectie kan variëren van 1 tot 90 dagen. Hierdoor is het vaak moeilijk om de oorzaak van de voedselinfectie te achterhalen. Listeria vermenigvuldigt zich goed in een vochtige omgeving, maar overleeft ook droge omstandigheden en in de diepvries. In tegenstelling tot andere bacteriën blijft listeria zich vermenigvuldigen in een koel en vochtig klimaat zoals de koelkast. Zelfs bij heel lage temperaturen groeit deze bacterie. De temperatuur is wel van invloed op de groeisnelheid. Bij 4 °C vermenigvuldigt listeria zich half zo snel als bij 7°C. Toch kunnen ook bij lage temperaturen en voldoende tijd ziekmakende hoeveelheden ontstaan. Vaak zijn dan enige weken nodig voordat het aantal bacteriën groot genoeg is om iemand ziek te maken. Listeria wordt gedood door hoge temperaturen zoals bij koken, bakken of braden. Afhankelijk van de verhittingstijd ligt de temperatuur waarbij listeria gedood wordt tussen de 60 en 85 °C.
Light
Een producent mag een product 'light' noemen als het ten opzichte van het gewone product minimaal 30% minder energie (kcal), vet of suikers bevat. Bij light producten, zoals light frisdranken, is vaak een deel van de suikers vervangen door zoetstoffen (E-nummers). Deze zijn uitgebreid onderzocht en zijn veilig. Light producten zijn in te passen in een gezond voedingspatroon, maar het is niet zo dat je deze producten onbeperkt kunt eten. Sommige producten bevatten nog steeds veel calorieën. Check daarom het etiket voor de hoeveelheid calorieën.
Lood
Lood is een metaalsoort die vooral via het milieu kan voorkomen in vis, schaal- en schelpdieren, granen, aardappelen, fruit, melkproducten, vlees, lever, niertjes en bladgroente zoals boerenkool. Een teveel aan lood kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom zijn er limieten gesteld aan de hoeveelheid lood die in levensmiddelen mag voorkomen. De VWA ziet toe op naleving van de normen. Vergiftiging door zware metalen, zoals lood, komt nauwelijks meer voor in Nederland. Het risico is daarom gering.
Luteïne
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Lycopeen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Mangaan
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Maïs
Maïs is een graansoort. Maïskorrels groeien en rijpen in kolven die omhuld zijn met grote schutbladeren. De zaden van maïskolven zijn meestal goudgeel, maar er bestaan ook donkerrode, blauwe, violette en zwarte soorten. Sommige soorten maïs hebben een heel hoog zetmeelgehalte. Andere soorten een hoog suikergehalte, zoals suikermaïs. Dit is de soort die we eten. Dwergmaïs wordt nauwelijks 1 meter hoog en reuzenmaïs kan een hoogte van 5 meter bereiken. Hoe hoger de maïs, des te groter zijn de kolven. De lengte van de kolf varieert tussen 5 en 40 cm. Herkomst De maïs die we eten is suikermaïs. Suikermaïs wordt geïmporteerd uit andere landen, zoals de Verenigde Staten, China, Brazilië, Mexico en Argentinië. Maïs is goed verkrijgbaar in de zomer, gemiddeld in de herfst en winter, maar bijna niet in de lente. In Nederland wordt alleen snijmaïs verbouwd. Die wordt gebruikt als veevoer. Productie Maïs wordt 1 keer per jaar gezaaid en heeft een groeiperiode van gemiddeld 120 dagen. Het gewas heeft tijdens de groei veel warmte en licht nodig. De planten kunnen niet goed tegen nattigheid. De oogst is tussen augustus en oktober. Maïs wordt onrijp geoogst. Suikermaïs, de soort die we eten, vind je in de winkel terug als: Cornflakes Maïskolven Maïskorrels in blik-pot Maïspannenkoeken, zoals tortilla’s Maïzena Polenta Popcorn Zoetstoffen, zoals maïssiroop Bewaren Voor alle granen geldt: bewaar ze koel, donker en droog. Zo blijven gedroogde maïskorrels langer houdbaar. Verse maïs is beperkt houdbaar; raadpleeg daarvoor de verpakking. Bereiden Ve...
Magnesium
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Magnetron
Alles wat gekookt, gestoomd of gepocheerd kan worden, kan ook gaar gemaakt worden in de magnetron, met minder of zonder vocht. Dat betekent dat in water oplosbare vitamines, zoals vitamine C, in de magnetron optimaal behouden blijven. De magnetron is ook heel geschikt om ‘mager’ te koken, met weinig vet of zonder vet. Let bij het opwarmen van eten in de magnetron erop dat alles goed verhit wordt. Verdeel het eten in kleine porties en roer het regelmatig om.
Maag-darmzweer
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Maggiplant
Maggiplant is een eetbare plant die ook bekend is onder de naam Lavas. Je kunt maggiplant langer bewaren door het in te vriezen of te drogen. Je gebruikt de blaadjes, het zaad, de stengels en de wortels van de maggiplant. Een klassieke combinatie is stoofschotel met maggiplant. Verder smaakt maggiplant goed in bouillons, soepen, sauzen en ovenschotels.
Maag-darmziekten
Onder maag-darmziekten vallen maag-darmklachten en maag-darmontstekingen. Maag-darmklachten zijn: brandend maagzuur, prikkelbare darm, verstopping, winderigheid en diarree. Maag-darmontstekingen zijn: maag-, darmzweer, Colitis ulcerosa, ziekte van crohn en coeliakie ( glutenintolerantie). Bij de spijsvertering zijn zowel de mond, de slokdarm, maag, lever, galblaas, nieren, alvleesklier, dunne darm, dikke darm als endeldarm betrokken. Er kunnen dus veel redenen zijn waarom de spijsvertering niet goed werkt. Het is aan te raden de huisarts te raadplegen wanneer de klachten niet overgaan. Zelf dokteren of diëten uitproberen is onverstandig, omdat dat gemakkelijk kan leiden tot een onvolwaardige voeding.
Mesterij
Op een mesterij worden dieren, kalfjes, varkens en kuikens gemest tot ze zwaar genoeg zijn voor de slacht. Het vee is afkomstig van zogenaamde vermeerderaars: bedrijven waar vee wordt gefokt. Varkens bijvoorbeeld worden daar geboren en verhuizen naar de mesterij als ze ongeveer tien weken oud zijn. In kleinere aantallen komen ook de zogenaamde afgemolken koeien en uitgefokte stieren bij de mesterij terecht. Deze koeien en stieren kunnen niet meer gebruikt worden voor de melkveehouderij of de fokkerij. Varkens Varkensmesterijen zijn vooral te vinden in Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel. Het mesten duurt ongeveer 100 dagen. In die periode groeien de varkens van 25 kilo tot 110 kilo. Als de varkens zijn afgemest gaan ze naar de slachterij. Kippen In de broederij worden de uiteindelijke broedeieren in zo’n 21 dagen uitgebroed in een broedmachine, bijna allemaal tegelijk. Dit levert de zogenaamde eendagskuikens op. Nog op de dag van hun geboorte worden de eendagskuikens naar de vleeskuikenmesterij gebracht. In de mesterij worden de vleeskuikens vet gemest. Het is gangbaar dat kuikens in grote stallen worden gemest tot een gewicht van 2 tot 2,5 kilo. Dat gewicht is meestal bereikt in 6 weken tijd (39-42 dagen). De kuikens krijgen tarwe, maïs en mengvoeders te eten. De helft van de mengvoeders bevat soja. Er kunnen ook dierlijke ingrediënten zitten, zoals vismeel, bloedproducten en fosfaat uit botten. Alle vleeskuikens in een stal gaan tegelijk naar de slachterij. De kuikens worden gevangen en in kratten in vrachtwagens geladen. De kuikens krijgen tarwe en maïs te eten, en mengvoeders. De helft daarvan bevat soja. In mengvoeders kunnen ook dierlijke ingrediënten zit...
Melkproducten
Melkproducten is een verzamelnaam voor voeding op basis van melk, zoals karnemelk, yoghurt, kaas en boter. Het wordt ook wel zuivel genoemd. Zuivel is een belangrijk onderdeel van een gezond voedingspatroon en is daarom opgenomen in de Schijf van Vijf. Voor melkproducten is 450 tot 650 ml per persoon per dag een gemiddelde hoeveelheid.
Meelverbeteraars
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Melk
Melk is een belangrijke bron van vitamines en mineralen. Magere melk en melkproducten zijn een belangrijk onderdeel van een gezond voedingspatroon en zijn daarom opgenomen in de Schijf van Vijf. Voor melkproducten is 450-650 ml per persoon per dag een gemiddelde hoeveelheid. Volle melk en melkproducten bevatten veel verzadigd vet. Dit vergroot het risico op hart- en vaatziekten. Kies daarom bij voorkeur voor magere zuivel. Ouderen en zwangere vrouwen kunnen rauwe melk of zachte kaas gemaakt van rauwe melk beter vermijden. Dit met het oog op de listeria-bacterie. Voor duurzaamheid rondom melk kun je letten op de volgende keurmerken en logo’s: EKO Demeter Weidezuivel, 100% Weidemelk, Weidegangszegel, Natuurlijk Evenwichtiger en Caring Dairy
Meel en bloem
Meel en bloem zijn gemaakt van gemalen graansoorten. Van alle soorten graan kun je meel of bloem maken. Meel is grover vermalen dan bloem. De meeste soorten bloem en meel zijn niet geschikt voor mensen met de aandoening coeliakie, omdat er gluten in zitten. Bij de aankoop van meel en bloem kun je letten op deze keurmerken en logo’s: EKO en Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde.
ME
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Metaalbinders
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Migraine
Een migraineaanval duurt bij volwassenen 4 tot 72 uur en bij kinderen 30 minuten tot 48 uur. De hoofdpijn kenmerkt zich door tenminste 2 van de volgende verschijnselen: pijn aan 1 zijde van het hoofd bonzende of kloppende pijn ernstige tot heftige klachten verergering van de klachten door lichamelijke activiteit Tijdens de aanval treedt ten minste 1 van beide volgende kenmerken op: misselijkheid en-of braken niet verdragen van licht en-of geluid Kinderen hebben vaker last van misselijkheid en braken. Sommige migrainepatiënten hebben voor, tijdens of na migraine hevige darmklachten. De praktijk leert dat verteringsstoornissen nogal eens gepaard gaan met migraine, maar dit verband is nog niet wetenschappelijk bewezen.
Milieukeur
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Mineralen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
MKZ
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Molybdeen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Montignac
Volgens de theorie van de Fransman Montignac draait het bij afvallen niet om een beperking van de calorieën. Hij hecht veel meer waarde aan de zogenaamde glycemische index (GI) van koolhydraten. De GI is een maat voor de snelheid waarmee het bloedsuikergehalte stijgt na het eten van koolhydraten. Montignac onderscheidt ‘goede’ koolhydraten (met een GI lager dan 50) en ‘slechte’ koolhydraten (met een GI boven de 50). Ook adviseert Montignac het gescheiden eten van koolhydraten en vetten, een ruim gebruik van groente, fruit, peulvruchten en volkorenproducten en een beperkt gebruik van verzadigd vet. Doordat je een aantal dingen niet mag eten of niet in combinatie met elkaar mag eten, ga je vanzelf minder eten en val je af. De theorieën zijn niet goed onderbouwd en de methode is nodeloos ingewikkeld. Een boterham met kaas en een maaltijd met vlees, groente en aardappelen zijn niet toegestaan. Het gescheiden eten van koolhydraten en vetten is praktisch onuitvoerbaar. Zo levert brood zowel koolhydraten als vet. Het bloedsuikergehalte wordt bovendien door nog veel meer factoren beïnvloed dan alleen de GI van afzonderlijke voedingsmiddelen.
Moedermelk
Borstvoeding is de beste voeding voor baby’s. Moedermelk voorziet baby’s van voldoende energie en voedingsstoffen in de eerste 6 maanden. De enige uitzonderingen hierop zijn vitamine D en K. Naast voedingsstoffen bevat moedermelk veel verschillende stoffen die de gezondheid van het kind bevorderen en de kans op allerlei infecties en ziekten kleiner maakt. Moedermelk is in te delen in 3 soorten: Colostrum: de moedermelk van de eerste dagen na de geboorte Overgangsmelk: melk van de eerste dagen na de geboorte tot 2 weken na de geboorte Rijpe moedermelk: vanaf ongeveer 2 weken na de geboorte Colostrum bevat relatief grote hoeveelheden van de stoffen die het kind beschermen tegen ziekten. Daarnaast is deze eerste moedermelk rijk aan stoffen zoals cholesterol, albumine, fosfolipiden, vitamines A, E en K, natrium, zink en selenium. Colostrum bevat relatief weinig water, lactose en vet. Tijdens de overgang van colostrum naar rijpe moedermelk neemt de concentratie aan beschermende stoffen af. Maar omdat het kind meer drinkt naarmate het ouder wordt, krijgt het toch voldoende beschermende stoffen binnen. Ook tijdens het voeden zelf verandert de samenstelling van moedermelk geleidelijk. De borst maakt één soort melk waarvan het vetgehalte kan variëren, afhankelijk van de tijd die er tussen 2 voedingen zit. Hoe hoog het vetgehalte is hangt af van hoe vaak en hoe lang de moeder voedt. Het lichaam van de moeder reguleert op deze manier de energievoorziening van het kind. Baby Friendly Hospital Initiative Het Baby Friendly Hospital Initiative is een initiatief van de World Health Organization en Unicef. Instellingen die een borstvoedingsbeleid hebben conform de “10 vuistregels voor een g...
Mosselen
Voor mosselen gelden dezelfde risico’s voor de gezondheid als bij schaal- en schelpdieren. Mosselen die rauw en gekookt gegeten worden leveren een risico op voor de gezondheid, vanwege de algengifstoffen in schelpdieren. In rauwe mosselen kan het buikgriepvirus zitten. Dit kun je niet zien of ruiken, maar je kunt wel last krijgen van misselijkheid, braken en diarree. Om dit risico niet te lopen, kun je mosselen beter niet rauw eten. In Europa worden mosselen pas gevangen of ingevoerd na controle op algengifstoffen. Hierdoor is de kans op mosselen met te hoge gehaltes gifstoffen zeer beperkt. In Nederland geïmporteerde en geproduceerde mosselen worden gecontroleerd door de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit in samenwerking met het Productschap Vis. Als in de Europese Unie mosselen met algengifstoffen worden aangetroffen, wordt een vangstverbod voor de betreffende regio uitgevaardigd. Als na verloop van tijd blijkt dat de mosselen geen gifstoffen meer bevatten, wordt het vangstverbod weer opgeheven. Geïmporteerde partijen mosselen met te hoge gehaltes gifstoffen worden vernietigd.
MRL
De aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) of tolereerbare dagelijkse inname (TDI) voor een stof is bepalend voor de maximale hoeveelheid die uiteindelijk van een bestrijdingsmiddel in een bepaald product voor mag komen. Deze maximale hoeveelheid wordt de MRL genoemd: de Maximale Residu Limiet. De MRL geldt als de wettelijke productnorm. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) controleert met steekproeven of bijvoorbeeld groente en fruit voldoen aan deze wettelijke norm voor bestrijdingsmiddelen en kan zonodig producten uit de schappen laten halen. Een overschrijding van de wettelijke norm betekent niet automatisch dat er een gezondheidsnorm wordt overschreden.
MRSA
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
MSC-keurmerk
Het Marine Stewardship Council-keurmerk (MSC) is een keurmerk voor visproducten die afkomstig zijn van duurzame visserij. Bij duurzame visserij worden visstanden duurzaam beheerd en wordt zo min mogelijk schade toegebracht aan het leven in de zee en weinig bijvangst heeft. Het keurmerk houdt geen rekening met dierenwelzijn. MSC heeft als doel verantwoordelijk beheer van de voorraden vis en schaaldieren te bevorderen en te belonen. MSC heeft een onafhankelijke norm voor duurzame en goed beheerde visserij. Vissers en visserijen die in aanmerking willen komen voor een keurmerk, moeten aan deze criteria voldoen: 1. behoud van vissoorten; 2. behoud van het ecosysteem; 3. goed en doeltreffend beheer van de visserijactiviteiten. Individuele vissers en grote visserijbedrijven komen in aanmerking voor het keurmerk. Het product moet beoordeeld worden om in aanmerking te komen voor het keurmerk. Dat kost geld. Ook het voeren van het keurmerk kost geld. In Nederland zijn onder andere zalm, tonijn, koolvis, paling, makreel, garnalen en heek met MSC-keurmerk verkrijgbaar. Jaarlijks komen er nieuwe soorten bij. MSC is in 1996 opgericht door het Wereld Natuur Fonds en Unilever. MSC is een onafhankelijke, internationale organisatie die keurmerken toekent aan producten uit de duurzame visserij. Keurmerkorganisatie: Marine Stewardship Council, www.msc.org, erkend door Accreditation Services International. Dat is een internationale organisatie die vergelijkbaar is met de Raad voor Accreditatie. Controle: verschillende onafhankelijke organisaties, zoals SGS, MIO, Food Certification Int. Det Norske Veritas.
Muesli
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Munt
Munt is een eetbare kruidensoort. Je kunt munt langer bewaren door het in te vriezen of te drogen. Je gebruikt de blaadjes van munt. Een klassieke combinatie is lamsvlees met munt. Verder smaakt munt goed in salades, thee en bij peultjes, worteltjes, fruit en nieuwe aardappelen.
Mycotoxines
Schimmels kunnen groeien op gewassen zoals granen en noten. Mycotoxines zijn schimmelgifstoffen die door de schimmels worden gevormd tijdens de groei en opslag van gewassen. Er zijn limieten gesteld voor verschillende schimmelgifstoffen die in levensmiddelen mogen voorkomen. Een teveel kan namelijk schadelijk zijn voor de gezondheid. De nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA) ziet toe op naleving van de normen. Door de controle krijgen consumenten waarschijnlijk minder schimmelgifstoffen binnen dan schadelijk is voor de gezondheid. Het risico is daarom gering en de gezondheidsvoordelen van granen, noten en (peul)vruchten wegen daar ruimschoots tegenop.
Natrium
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Nature & More
Nature & More is geen keurmerk maar een logo voor de kwaliteit van biologisch en biologisch-dynamisch vers fruit. Ook letten de telers op invloed van de productie op de bodem, het water en de lucht en hebben als kern de sociale waarden vrijheid, eerlijke handel en solidariteit. Ieder product van Nature & More draagt een code bij zich. Via internet kun je daarmee traceren waar het product oorspronkelijk vandaan komt en hoe het op die waarden scoort. Nature&More kent CO2-labels aan groente en fruit toe. Zo is aan groente en fruit te zien hoeveel CO2-uitstoot de productie heeft gekost. Bij de berekening wordt gekeken naar transport, opslag en productie. Voor een paar producten zorgt de organisatie voor klimaatcompensatie van de productie en het transport. Nature & More is op de Nederlandse markt beperkt verkrijgbaar. Eigenaar: Nederlandse bedrijf Eosta, www.eosta.com Controle; TüV Duitsland
Natuuridentieke stof
Natuuridentieke stoffen worden soms in de vorm van E-nummers aan voedingsmiddelen toegevoegd door fabrikanten. Natuuridentieke stoffen zijn chemisch nagemaakt, zodat ze precies op de oorspronkelijke stof lijken. Ons lichaam maakt geen onderscheid tussen natuurlijke of synthetische stoffen. Ze zijn dus beiden even veilig.
Natuurlijke gifstoffen
Natuurlijke gifstoffen, zijn stoffen die van nature meestal in hele kleine hoeveelheden voorkomen in de meeste planten. Mensen kunnen ze bijvoorbeeld binnenkrijgen via groenten, kruiden, schimmels op granen en algen die in vis terecht komen. De kans dat iemand in Nederland ziek wordt van natuurlijke gifstoffen is klein. Strenge controle op voedingsmiddelen verkleint de kans dat producten met een te hoog gehalte natuurlijke gifstoffen in de winkel terechtkomen. Een gevarieerde voeding maakt de kans op te veel natuurlijke gifstoffen nog kleiner. Beperkte hoeveelheden van deze stoffen zijn niet schadelijk voor de gezondheid van mensen. Voor sommige natuurlijke gifstoffen is wel een veilig toegestane dagelijkse hoeveelheid vastgesteld, uitgedrukt in de Tolerable Daily Intake (TDI).
Nematiciden
Nematiciden zijn bestrijdinsmiddelen die in de land- en tuinbouw gebruikt worden ter voorkoming van zogenaamde bodem-aaltjes. Voor alle bestrijdingsmiddelen geldt een maximale hoeveelheid die mag achterblijven op het product (de MRL). Controle hierop en handhaving van de wet is in handen van de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA). Ook veilingen en telers controleren op resten bestrijdingsmiddelen.
Negatieve calorieën
Van een aantal voedingsmiddelen wordt wel beweerd dat zij ‘negatieve calorieën’ bevatten. Er doen verschillende verhalen de ronde over welke voedingsmiddelen het dan gaat, een voorbeeld is selderij. De vertering van deze voedingsmiddelen zou meer energie vragen dan de energie die ze toevoegen aan het lichaam. Dit zou betekenen dat het gewicht daalt, naarmate meer van deze producten wordt gegeten. Er is inderdaad wel energie nodig om voedsel te verwerken, maar die hoeveelheid is gering in vergelijking met de energie die het eten levert. Negatieve calorieën bestaan dus niet. Als het gewicht afneemt, dan heeft dit andere oorzaken, zoals verandering van eetgewoonten en meer lichaamsbeweging.
Niacine
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Nierziekten
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Nikkel
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Nikkelallergie
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Nitraat
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Nitriet
Codex Alimentarius Commission (Codex): www.codexalimentarius.nl European Food Safety Authority: www.efsa.europa.eu Europese verordening nr. 1881-2006 inzake vaststelling van maximum gehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen. Warenwetbesluit verontreiniging van levensmiddelen
Nitrosaminen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Nivalenol
Nivalenol is een schimmelgifstof (mycotoxine) die in granen en graanproducten, zoals brood en bier kan voorkomen. De stof kan ontstaan tijdens de groei van granen als er een bepaalde schimmel gaat groeien. Een teveel aan nivalenol kan schadelijk zijn voor de gezondheid en daarom is er een toegestane dagelijkse hoeveelheid (TDI) vastgesteld. De gemiddelde dagelijkse inname van nivalenol ligt waarschijnlijk erg laag. Hierdoor vormt deze schimmelgifstof hoogstwaarschijnlijk geen gevaar voor de gezondheid.
NOAEL
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Norovirus
Norovirussen zijn kleine, zeer besmettelijke virussen die “buikgriep” veroorzaken: een ontsteking van het maagdarmkanaal. Norovirussen worden ook wel Norwalk virussen genoemd, en zijn onderdeel van een grotere groep Calicivirussen. In Nederland worden jaarlijks zo’n 500.000 mensen ziek van norovirussen. In de winter vallen de meeste slachtoffers. Norovirussen halen nogal eens het nieuws omdat ze in verzorgingsinstellingen of op cruiseschepen grote uitbraken veroorzaken. Ongeveer 45% van de mensen die besmet is met het norovirus krijgt buikgriep. De andere 55% heeft er geen last van. Maar zij kunnen het virus wel overdragen. Het norovirus zit vooral in rauwe schaal- en schelpdieren, zoals rauwe oesters en mosselen. Ze zijn een beruchte bron van besmetting. Dit kan komen doordat deze in verontreinigd water gekweekt zijn. Verder kunnen ook rauwe groente en fruit besmet zijn, indien bij het telen water gebruikt wordt wat besmet is. Je kunt niet zien of ruiken of het voedsel besmet is. Het virus sterft af door verhitting boven de 70 °C. Door en door verhitte schaal- en schelpdieren en groente en fruit zijn dus geen probleem. Verschijnselen Verschijnselen zijn: plotseling opkomende misselijkheid, braken en diarree. Meestal begint het tussen 15 en 48 uur nadat iemand het virus binnenkrijgt. Het braken is vaak heftig, en kan heel plotseling optreden. Ook misselijkheid, koorts, hoofdpijn, buikpijn en buikkramp komen voor. De verschijnselen gaan in de meeste gevallen vanzelf over na 1-4 dagen. Bij jonge kinderen en mensen met een verzwakte afweer kunnen de klachten aanzienlijk langer duren. Over het algemeen is een norovirus infectie wel erg vervelend, maar niet gevaarlijk. In uitzonderingsgevallen moeten men...
Noten
In de plantkunde is een noot een enkelvoudige dopvrucht. Dopvruchten behoren tot de droge vruchten en hebben meestal één zaad, waarvan het steenachtige of houtachtige omhulsel of een deel daarvan bij rijpheid zeer hard wordt. Dit is de vruchtwand. De nootdragende bomen komen wereldwijd voor. Noten leveren belangrijke mineralen zoals ijzer en B-vitamines. Het zijn volwaardige vleesvervangers. In noten zit veel vet, vooral onverzadigd vet. Hoeveel verzadigd vet ze leveren verschilt per soort. Hazelnoten, walnoten of amandelen bevatten relatief meer onverzadigd vet en minder verzadigd vet dan cashewnoten of pinda’s. Voorbeelden van noten zijn: amandelen cashewnoten paranoten hazelnoten macadamianoten pecannoten pistachenoten walnoten Pinda’s zijn eigenlijk geen noten, maar peulvruchten. Ze bevatten wat minder ijzer dan noten. Amandelen worden officieel beschouwd als fruit. Bewaren Noten moeten goed afgesloten en droog worden bewaard, omdat ze gevoelig zijn voor schimmels. Het is het beste om ze koel te bewaren bij een temperatuur van ongeveer 10 tot 15 °C. Walnoten en kastanjes bederven snel, maar pistachenoten en amandelen zijn wel een jaar houdbaar. Voordelen voor de gezondheid Er zijn sterke aanwijzingen dat het eten van noten beschermend werkt tegen hart- en vaatziekten, maar dat is nog niet bewezen. Het eten van noten zorgt bovendien voor een lager cholesterolgehalte. De gunstige vetzuursamenstelling met veel onverzadigde vetten is waarschijnlijk de oorzaak van deze gunstige effecten. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert dagelijks 30 gram peulvruchten, noten en zaden te eten. Noten zijn echter niet opgenomen in de Schijf van Vijf, omdat ze veel energie leveren. ...
NSP
NSP (neurotoxic shellfish poison) is een algengifstof die kan voorkomen in schelpdieren. Schelpdieren die zich gevoed hebben met algen die zogenaamde breve-gifstoffen of brevetoxines aanmaken, kunnen besmet zijn. De schelpdieren in het water zijn pas giftig als er zoveel algendeeltjes in het water aanwezig zijn dat het water een rode kleur krijgt. Dit komt vooral voor in (sub)tropische wateren en worden “red tides” genoemd. NSP komt in Nederland nauwelijks voor. Er zijn geen wettelijke normen ten aanzien van NSP.
Obesitas
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Ochratoxine
Ochratoxine A is een schimmelgifstof die kan voorkomen in verschillende producten zoals granen, koffie, rijst en gedroogde druiven zoals krenten en rozijnen. Ochratoxine kan ontstaan tijdens de groei, de opslag en het drogen van geoogste producten als er een bepaalde schimmel gaat groeien. Een teveel aan ochratoxine A is schadelijk voor de gezondheid. Daarom zijn er limieten gesteld aan de hoeveelheid ochratoxine A die in levensmiddelen mag voorkomen. De gemiddelde Nederlander krijgt veel minder ochratoxine binnen dan de veilige toegestane hoeveelheid. Dat maakt het risico op de schadelijke gevolgen van ochratoxine klein.
Oesters
Oesters zijn schelpdieren. Ze worden onder andere in Zeeland gekweekt op de bodem van de Oosterschelde. Er zijn 2 soorten: de platte, inheemse en de Japanse, die ook in de Oosterschelde gekweekt wordt. Daarom wordt de Japanse oester ook wel de Zeeuwse oester genoemd. De Zeeuwse oester is na de uitbraak van de oesterziekte in 1962 en 1963 geïntroduceerd ter stimulering van de handel in oesters. Deze oester is veel makkelijker te kweken dan de platte oester. De Zeeuwse oester doet het zelfs zo goed, dat het een plaag is geworden in de Oosterschelde en in de Waddenzee. De kweek zelf heeft geen effect op de verdere verspreiding van deze soort in de natuur. De oesters hebben een dubbele schelp, waarvan de bovenste jaarringen heeft. Platte oesters zijn in 5 jaar op maat. Oesters groeien op gekalkte dakpannen of lege mosselschelpen in kweekwater. De oesters hebben kalk nodig om hun schelp te vormen. Als ze volgroeid zijn, worden ze opgevist en levend in oesterputten bewaard. Oesterputten zijn bassins met water, waarin de oesters het zand kwijtraken. Het water waarin de oester gekweekt en bewaard wordt, moet vrij zijn van ziekmakende bacteriën. De Voedsel- en Warenautoriteit ziet daarop toe. Bewaren Voor oesters gelden dezelfde bewaarwijzen als voor andere schaal- en schelpdieren. Bereiden Bij rauwe oesters moet de sluitspier worden doorgesneden. Dat kan met een stevig en puntig mes. Oesters kunnen ook gefrituurd, gerookt, gestoomd of gegrild worden gegeten.
Oké-logo
Het Oké-logo voldoet aan dezelfde voorwaarden als Max Havelaar. Agrofair, een importeur van vers fruit, brengt dit keurmerk op de markt. Het fruit is geteeld met aandacht voor mens en milieu en wordt voor een eerlijke prijs verhandeld. De producten voldoen ook aan de eisen van het Max Havelaar keurmerk. Het Oké-logo geldt voor bananen, mango’s, ananassen, sinaasappels, druiven en avocado’s. EKO Oké EKO Oké logo geeft aan dat naast dat de producten voldoen aan het Max Havelaar keurmerk, ze ook biologisch zijn. Merkeigenaar: Agrofair, www.agrofair.nl Controle: FLO-CERT, www.fairtrade.net
Oliën
Oliën worden gebruikt bij de bereiding van voedingsmiddelen of als ingrediënt. Ze voelen vettig aan, zijn onoplosbaar in water en lichter dan water. Oliën zijn bij kamertemperatuur vloeibaar, terwijl vetten vast zijn. Oliën stollen bij een lagere temperatuur. Er zijn oliën die als olie verkocht worden voor consumptie, zoals arachide-, maïs, olijf-, saffloer-, sesam-, soja- en zonnebloemolie. Daarnaast zijn er oliën die worden verwerkt in veel voedingsmiddelen. De belangrijkste zijn: maïs-, raap-, soja-, katoenzaad- en palmolie. De oliën worden soms door elkaar gebruikt, zoals in margarine. Op volgorde van gebruik: palmolie (42% van de olie is palmolie) raapolie-koolzaadolie (17%) sojaolie (14%) zonnebloemolie (9%) kokosvet (8%) overige (lijnzaad, sesamzaad, saffloer en olijf) Aan oliën kunnen worden toegevoegd: aroma’s, specerijen, andere kruidachtige planten, emulgatoren, stabilisatoren, extracten en distillaten van specerijen. Slaolie bestaat uit één of meerdere plantaardige oliën. Oliën werken als brandstof en bouwstof voor je lichaam. Alle soorten olie bevatten goede, onverzadigde vetten, de ene wat meer dan de andere. In de meeste plantaardige oliën zit meestal veel meervoudig onverzadigd vet. Meervoudig onverzadigde vetzuren komen voor in: lijnzaadolie saffloerolie sojaolie walnotenolie zonnebloemolie Circa 50-70% van de vetzuren is in deze oliën linolzuur. Kokosvet en palmolie bevatten relatief veel verzadigd vet. Olijfolie bestaat vooral uit enkelvoudig onverzadigd vet. Een aantal meervoudig onverzadigde vetzuren zijn essentieel voor het lichaam.
Olijf
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Olijfolie
Olijfolie wordt geperst uit het vruchtvlees en de pitten van de olijf. Er is gewone olijfolie, vierge en extra vierge olijfolie te koop. Gewone olijfolie is heel geschikt voor bakken en braden, extra vierge olijfolie minder. De meeste olijfolie komt uit landen rond de Middellandse Zee.
Omega 3
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Omega 6
Omega-6-vetzuren zijn meervoudig onverzadigde vetzuren die ook bekendstaan als n-6-vetzuren. Het bekendste omega-6-vetzuur is linolzuur. Linolzuur komt veel voor, vooral in plantaardige oliën zoals zonnebloemolie, maïsolie en sojaolie, maar ook in margarine, halvarine en bak- en braadvetten. Andere voorbeelden van omega-6-vetzuren zijn: arachidonzuur (AA), dat het lichaam zelf uit linolzuur maakt gamma-linoleenzuur (GLA), dat voorkomt in bepaalde plantaardige oliën zoals teunisbloemolie) AA en GLA worden ook toegepast in voedingssupplementen.
Ondergewicht
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Ongedierte
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Ontbijtgranen
Ontbijtgranen zijn producten zoals havermout, muesli en cornflakes. Ze bevatten meestal veel vezels, B-vitamines en mineralen. De vezels kunnen een rol spelen in het voorkomen van hart- en vaatziekten, diabetes en dikkedarmkanker. Mensen met coeliakie vermijden ontbijtgranen vanwege de gluten. Er zijn ook biologische ontbijtgranen verkrijgbaar.
Onverzadigd vet
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Onzinvitamines
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Oregano
Oregano is een eetbare kruidensoort die ook bekend is onder de naam marjoraan. Je kunt oregano langer bewaren door het te drogen. Je gebruikt de jonge toppen van de oreganoplant. Een klassieke combinatie is pizza met oregano. Verder smaakt oregano goed bij andere Mediterrane gerechten, tomatensaus, gehakt en gegrild vlees.
Orootzuur
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Orthorexia
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Osteoporose
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Overgewicht
Bij overgewicht en obesitas is er te veel overtollig vet in het lichaam opgeslagen. Om te bepalen wanneer er sprake is van een te hoog gewicht wordt de Body Mass Index (BMI) berekend. We spreken van overgewicht bij een BMI hoger dan 25kg-m2 en van obesitas bij een BMI hoger dan 30kg-m2. Je Body Mass Index zegt niets over hoe het vet over het lichaam verdeeld is. Bij de één zit het rond de middel, bij de ander op de billen en heupen. Iemand met een goed BMI maar wel veel buikvet loopt gezondheidsrisico's. Door je middelomtrek te meten weet je hoe het met jouw buikvet is. De middelomtrek is een maat voor de hoeveelheid vet in de buikholte. De middelomtrek is onafhankelijk van de lengte maar hangt nauw samen met de BMI en het totale gehalte lichaamsvet. In Nederland is overgewicht aan het uitgroeien tot een ware epidemie. De tabellen hieronder geven over de periode van 2000-2009 aan welk percentage van de volwassenen een te hoog gewicht heeft, uitgesplitst per geslacht en leeftijdsgroep. De gegevens zijn afkomstig uit de Gezondheidsenquêtes van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In deze enquête wordt deelnemers gevraagd zelf hun lengte en gewicht in te vullen. Aangezien mensen geneigd zijn hun gewicht te onderschatten, zijn deze cijfers waarschijnlijk aan de lage kant en is in werkelijkheid de situatie ernstiger. Onder mannen (53%) komt overgewicht meer voor dan onder vrouwen (42%). Uit dit onderzoek blijkt ook dat ongeveer 12% van de Nederlanders met ernstig overgewicht kampt (BMI boven de 30).
Palmolie
Palmolie komt uit het vruchtvlees van de palmvrucht. Het heeft een rode kleur door het hoge gehalte aan bètacaroteen. Palmolie wordt gebruikt in producten als margarine, ijs, chocolade en kant-en-klaarmaaltijden. Palmolie is met soja een goedkope oliesoort, die in 60% van de levensmiddelen gebruikt wordt. Alle producten waarop staat ”bevat plantaardige oliën” bevatten palmolie. Vaak zit het in een mengsel. Palmolie zit bijvoorbeeld in slaolie, frituurolie en margarine. Palmolie bevat meer verzadigd vet dan andere oliesoorten. Er zijn 2 soorten: Palmolie (Mesocarp), gemaakt van het vruchtvlees. Palmpitolie, gemaakt van het zaad. Het residu van het zaad wordt gebruikt als veevoer. Productie Palmolie komt van de oliepalm of Elaeis guineensis. De palmvruchten zijn oranjerood, vaak met een gele voet en een bijna zwarte top. Ze zijn langwerpig en eivormig, meestal zwak driekantig en tot 5 centimeter groot. Ze zitten met honderden tot duizenden bijeen in een dichte, tot 25 kilo zware tros. De oliepalm levert ongeveer 3,6 ton vruchten per hectare. Dat komt overeen met 4000 liter olie. De opbrengst per hectare van palmolie is flink hoger dan van andere oliegewassen en palmolie is meestal goedkoper. De oliepalm gaat 25 tot 30 jaar mee en geeft vrucht vanaf het derde jaar, het hele jaar door. Bij voorkeur gaan de vruchten binnen 24 uur na het oogsten naar de molen. De vruchten worden onder hoge druk gestoomd. Daarna worden ze mechanisch geperst. De ruwe palmolie gaat daarna naar de raffinaderij waar hij gezuiverd, ontkleurd en ontgeurd wordt. Verder wordt de olie gescheiden in een vaste en een vloeibare fractie. Oliezaden uit de vrucht worden geperst, om de plantaardige olie eruit te winnen. Op oliepalmp...
PAK's
PAK’s zijn schadelijke stoffen die kunnen ontstaan bij verbranding van organisch materiaal bij hoge temperaturen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer vlees aanbrandt tijdens het barbecueën. PAK’s zijn kankerverwekkend. Het meest bekende voorbeeld van een PAK is benzo(a)pyreen. Er zijn limieten vastgesteld aan de hoeveelheid benzo(a)pyreen die in levensmiddelen mag voorkomen. Je kan de vorming van PAK's voorkomen door te zorgen dat er geen zwarte randjes of zwarte korstjes ontstaan bij de bereiding van eten.
Pangaminezuur
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.
Pantotheenzuur
Pantotheenzuur is nodig voor de energievoorziening van het lichaam, vooral voor het vrijmaken van energie uit vetzuren. Ook beïnvloedt deze vitamine de opbouw en afbraak van eiwitten en vetten uit eten en drinken. Pantotheenzuur wordt ook wel of vitamine B5 genoemd. Pantotheenzuur zit in vlees, eieren, volkorenproducten, peulvruchten, melk en melkproducten en groenten en fruit. Panthenol is een vorm van pantotheenzuur, die ook wel aan shampoo wordt toegevoegd om uitdroging van het haar te voorkomen en het meer volume te geven. Dit laatste effect heeft niets met voeding te maken, maar met het waterbindende gedrag van deze stof. Bereiden Panthotheenzuur lost op in water. Daarom kan groente met deze vitamine het best in weinig water worden gekookt en moeten de stukken niet te klein worden gesneden. Deze vitamine blijft tamelijk stabiel bij verhitting en in licht. Naam Panthotheenzuur is ook bekend als vitamine B5. In (Multi)vitaminesupplementen en voor toevoeging aan levensmiddelen wordt meestal calcium pantothenaat gebruikt.
Parasieten
Parasieten zijn organismen die zich alleen kunnen voortplanten ten koste van een plant of dier. Ze leven op een plant of de huid of in de darm van een dier. Voorbeelden zijn luizen, vlooien, teken, aarsmaden, lintwormen en Toxoplasma, de veroorzaker van toxoplasmose. Wormen en eencellige parasieten kunnen net als bacteriën en virussen mensen ziek maken via het eten van besmet voedsel. Dieren die met parasieten besmet zijn kunnen planten, scharrelvarkens en scharrelpluimvee besmetten met parasieten. Dieren die parasieten kunnen overdagen zijn bijvoorbeeld muizen, ratten, vossen en vogels. Wormen en eencellige parasieten die mensen via eten kunnen besmetten zijn: Trichinella spiralis: in rauw varkens- of paardenvlees Echinococcus multilocaris of vossenlintworm: op zelfgeplukte bosvruchten en paddenstoelen in Midden- en Zuid-Europa, Zuid-Limburg en Oost-Groningen Toxoplasma gondii: in rauw vlees en tuinaarde Giardia lamblia en Cryptosporidium parvum: in drinkwater en oppervlaktewater Haringworm: in haring en andere vissoorten als makreel, sprot, tonijn en wilde Atlantische en Pacifische zalm. In gekweekte zalm komt de haringworm niet voor. De kans op een besmetting is in Nederland klein. Trichinella spiralis komt niet in Nederland voor. Wel kan je in Oost en Zuid-Europa besmet raken door het eten van niet goed doorbakken varkensvlees of wild zwijn; De vossenlintworm komt alleen voor op bosvruchten en paddenstoelen in Zuid-Limburg en Oost-Groningen; Toxoplasma komt alleen voor bij varkens en kippen die buiten komen en in schapen, geiten, paarden en wild; Giardia lamblia en Cryptosporidium parvum zitten in Nederland niet in het kraanwater Haringworm wordt vernietigd tijdens verplicht invriezen gedurende 24 uu...
Pasta
Pasta is een verzamelnaam voor deegwaren gemaakt van tarwemeel. Met name volkorenpasta is een belangrijke bron van vezels. Gewone pasta bevat minder vezels. 75-100 gram droge pasta per persoon is een gemiddelde hoeveelheid. De meeste soorten pasta zijn niet geschikt voor mensen met de aandoening coeliakie, omdat er gluten in zitten. De teelt van tarwe heeft een relatief lage klimaatbelasting. Er is ook biologische pasta verkrijgbaar.
Patuline
Patuline is een schimmelgifstof die in appels en daarvan gemaakte producten, zoals appelsap en appelstroop kan voorkomen. De stof kan ontstaan tijdens de opslag en het drogen van fruit als er een bepaalde schimmel gaat groeien. Een teveel aan patuline is schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom zijn er limieten gesteld aan de hoeveelheid patuline die in levensmiddelen mag voorkomen. De nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA) ziet toe op naleving van de normen. De aangetroffen gehalten patuline in voedingsmiddelen liggen beneden de vastgestelde norm. Het risico voor volwassenen en kinderen is daarom klein.
PCB's
PCB’s komen voor in oudere transformatoren, bepaalde soorten olie en plastic, bouwmateriaal en smeermiddelen. Ze kunnen via milieuvervuiling terecht komen in voedingsmiddelen. PCB’s worden meestal in één adem genoemd met dioxines, omdat deze stoffen vaak gelijktijdig worden aangetroffen in voedingsmiddelen. Zogenaamde dioxine-achtige PCB’s hebben soortgelijke effecten op het milieu en de gezondheid als dioxines. Grote hoeveelheden dioxines en dioxine-achtige PCB’s kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Gemiddeld krijgen Nederlanders niet meer PCB’s binnen dan de veilige norm.
Peterselie
Peterselie is een eetbare kruidensoort. Je kunt peterselie langer bewaren door het in te vriezen. Je gebruikt het blad en de wortel van peterselie. Een klassieke combinatie is mosselen met peterselie. Verder smaakt peterselie goed bij pasta en stoofgerechten, worteltjes, soepen, sauzen en omeletten.
Peulvruchten
Peulvruchten bestaan uit 2 vruchtbladen waarin zaden groeien. Peulvruchten zijn in te delen in 5 groepen: Verse peulvruchten: doperwten, peulen, snijbonen, sperziebonen, tuinbonen en kousenband Gedroogde peulvruchten: bruine en witte bonen, grauwe en groene erwten, kapucijners, kievitsbonen, limabonen, linzen, rode nierbonen, spliterwten en zwarte nierbonen Kiemen: adukiboontjes, alfalfa, kikkererwten, taugé en tuinkers Sojaproducten: miso, sojabonen, sojadrink, sojameel, sojasaus, tempé en tofu Pinda’s In peulvruchten zitten meer vezels dan in de meeste volkorenproducten. Peulvruchten bevatten weinig calorieën. Peulvruchten zijn verder rijk aan koolhydraten, eiwitten, B-vitamines en mineralen, zoals ijzer, calcium, molybdeen en fosfor. Peulvruchten zijn goede vleesvervangers. Volwassenen kunnen een portie vlees van 100 gram vervangen door 75 gram peulvruchten. Voor kinderen van 4 tot 12 jaar is dat 50 tot 75 gram peulvruchten. Bewaren Hoe lang peulvruchten bewaard kunnen worden en hoe lang ze houdbaar zijn, is afhankelijk van de samenstelling en de bewerking. Verse peulvruchten worden op dezelfde manier bewaard als verse groente. Gedroogde peulvruchten kunnen het beste koel, droog, donker en goed verpakt bewaard worden. Gedroogde peulvruchten horen gaaf, onbeschimmeld en niet muf te zijn. Onder invloed van licht, vocht en warmte kunnen peulvruchten gaan kiemen of schimmelen. Na ruim een jaar wordt de schil wat harder en gedroogde peulvruchten moeten dan langer geweekt en gekookt worden. Kiemen worden volgens aanwijzing op de verpakking bewaard. Sojaproducten worden volgens de aanwijzing op de verpakking bewaard. Pinda’s worden op dezelfde manier bewaard als noten. Peulvru...