Voedingscentrum

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Landbouw, voedsel en voedselverwerking > Voeding
Datum & Land: 04/04/2012, NL
Woorden: 448


Phenylketonurie
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Plantesterolen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Plagen
De biologische sector gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen om plagen, plantenziekten en onkruid te bestrijden. Deze aanpak heeft voordelen voor het milieu. De biologische sector bestrijdt plagen door: gebruik van rassen die minder gevoelig zijn voor plagen en ziekten; verschillende soorten gewassen op een stuk land af te wisselen: wisselteelt. Door gewassen te planten die minder gevoelig zijn voor plagen, verdwijnt de plaag weer. inzetten van natuurlijke vijanden, bijvoorbeeld insecten als de sluipwesp of roofwants die zelf niet schadelijk zijn voor de gewassen; gebruik van natuurlijke bestrijdingsmiddelen, zoals kalkzwavel tegen schurft De biologische sector gebruikt geen genetische modificatie om gewassen resistent te maken tegen plagen.

Polyolen
Polyolen zijn zoetstoffen die ongeveer even zoet zijn als suiker en dus evenveel calorieën leveren. Polyolen zijn ook koolhydraten. Voor polyolen bestaan richtlijnen voor een maximale dagelijkse hoeveelheid, omdat je anders maagdarmklachten kunt krijgen.

Pocheren
Pocheren is het gaar maken van voedsel met weinig vocht, en net iets onder het kookpunt. Pocheren is vooral geschikt voor kwetsbaar voedsel zoals eieren, maar ook vis of fruit. De smaak blijft daardoor veelal beter behouden. Door bijvoorbeeld vis te pocheren, valt deze niet zo snel uit elkaar en blijft hij sappiger. Pocheren is ook een goede manier om zonder gebruik van margarine of olie kipfilet, gehakt en eieren te bereiden. Het overgebleven pocheervocht is te gebruiken voor een saus, bijvoorbeeld bouillon met wat tomaat of kruiden. Het vocht moet dan worden gebonden met wat aangemengde maïzena of bloem.

Prikkelbare darm
Bij PDS gelden de volgende adviezen: Eet vezelrijk en varieer daarbij volop. Eet veel brood, groente en fruit. Gebruik eventueel extra zemelen, tot maximaal driemaal per dag 2 tot 4 eetlepels. Grove zemelen zijn beter dan fijngemalen zemelen. Verwerk ze bijvoorbeeld in yoghurt, karnemelk, vla, pap, soep, puree en verder als bindmiddel of in plaats van paneermeel. Drink veel, minimaal 2 liter per dag. Ga na welke producten last bezorgen. Welke producten dit zijn, verschilt van persoon tot persoon en hangt af van de hoeveelheid. Neem ze in kleinere hoeveelheden of vermijd ze (tijdelijk). Zorg wel dat je voldoende groente en fruit blijft eten. Voedingsmiddelen die soms winderigheid kunnen bevorderen zijn: koolsoorten (behalve bloemkool en broccoli), prei en ui, peulvruchten (zoals bruine bonen, witte bonen, kapucijners en linzen), koolzuurhoudende dranken, bier, sommige soorten kauwgom en andere producten die veel van de zoetstof sorbitol bevatten en suikerrijke producten. Sommige mensen hebben last van winderigheid door meloen, onrijpe banaan en vruchtensap. Houd normale hoeveelheden koffie, thee en alcohol aan: per dag een paar kopjes koffie en thee en niet meer dan 2 glazen alcoholische drank. Veelvuldig gebruik van koffie, thee en alcoholische dranken kan de darmklachten verergeren. Blijven de klachten bestaan, dan is het verstandig om hierover met de huisarts en diëtist te overleggen.

Prebiotica
Prebiotica zijn onverteerbare koolhydraten of voedingsvezels. De meest bekende prebiotica zijn: Inuline Fructo-oligosachariden Pectines uit groenten en fruit Glucanen uit graanproducten Prebiotica worden niet in de dunne darm afgebroken, wel gedeeltelijk in de dikke darm. Het andere deel poep je uit. Prebiotica stimuleren de groei van lactobacillen en bifidobacteriën in de dikke darm. De theorie is dat deze bacteriën houden ziekteverwekkende bacteriën op afstand. Daarom kunnen prebiotica net als probiotica belangrijk zijn voor gezonde darmen. Synbiotica zijn producten waar probiotica én prebiotica in zitten. Bij hoge inneming bestaat de kans op diarree. Er zijn geen verdere aanwijzingen voor ongewenste effecten bekend.

Probiotica
Probiotica zijn levende bacteriën die vooral in yoghurtdrankjes voorkomen. Ze kunnen bepaalde darmklachten verlichten of voorkomen. Producten met probiotica behoren tot de functionele voeding. Er zijn veel verschillende soorten probiotische bacteriën. De meeste bacteriën zijn lactobacillen of bifidobacteriën. In probiotica zitten deze bacteriën: Lactobacillus acidophilus Lactobacillus bulgaricus Enterococcus faecium SF68 Lactobacillus rhamnosus Goldin en Gorbach (LGG) Lactobacillus casei Shirota Bifidobacterium bifidum Lactobacillus reuteri Bifidus ActiRegularis Bifidobacterium lactis De bekendste van al deze soorten zijn de Lactobacillus casei Shirota en Lactobacillus rhamnosus Goldin and Gorbach (LGG). Bacteriën zoals probiotica, komen via de maag in de darmen terecht. Veel bacteriën worden al in de maag door het maagzuur gedood. Veel probiotica overleven de maag wel en bereiken uiteindelijk de dikke darm. Op het etiket van het product is te zien of er probiotica in het product zitten. Naast probiotica bestaan ook prebiotica. Synbiotica zijn producten waar probiotica én prebiotica in zitten.

PSP
PSP (paralytic shellfish poison) is een algengifstof die kan voorkomen in schelpdieren, zoals mosselen en oesters. Een teveel aan PSP is schadelijk voor de gezondheid. Er zijn daarom limieten gesteld aan de hoeveelheid PSP die in schelpdieren mag voorkomen. De VWA ziet toe op naleving van de normen. In de Nederlandse wateren zijn nog geen grote hoeveelheden PSP-bevattende schelpdieren aangetroffen. Geïmporteerde schelpdieren die PSP bevatten, worden vernietigd.

Pyridoxine
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Pyrroloquinoline quinon
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Quinoa
Quinoa is geen graansoort, maar de korrels lijken op graankorrels en worden ook op die manier in de keuken gebruikt. Quinoa is rijk aan eiwitten, vitamine B2 en E en mineralen als ijzer, koper en magnesium. Quinoa is glutenvrij en dus geschikt voor mensen met coeliakie.

Rainforest Alliance
Rainforest Alliance is een keurmerk voor eerlijke handel en milieu voor producten uit gebieden waar regenwoud groeit. Rainforest Alliance is een milieuorganisatie uit de Verenigde Staten, die ecosystemen en mensen en dieren die daarvan afhankelijk zijn, beschermt. Een belangrijk criterium is bescherming van het regenwoud en het welzijn en het inkomen van arbeiders. Rainforest Alliance komt voor op bananen, tropische vruchten, cacao, koffie en thee . Boeren moeten voldoen aan 200 eisen op het gebied van natuurbehoud, waterbehoud en bosbeheer. Bovendien moeten werknemers op plantages minstens het minimumloon en goede secundaire arbeidsvoorwaarden krijgen, waaronder een veilige leefomgeving. Een belangrijk verschil met het Max Havelaar-keurmerk is dat bij Rainforest Alliance geen prijsgaranties worden gegeven aan boeren. Rainforest Alliance is gebaseerd op 10 principes: 1. Aanwezigheid van een managementsysteem voor sociale en milieuzaken 2. Behoud van het ecosysteem 3. Bescherming van het wild 4. Behoud van schoon water 5. Eerlijke behandeling en goede arbeidsomstandigheden voor de arbeiders 6. Gezonde en veilige werkomstandigheden 7. Goede relatie met plaatselijke gemeenschap 8. Geïntegreerd bestrijdingsmiddelengebruik, deels biologische bestrijdingsmethoden, waardoor er minder gespoten wordt 9. Goed beheer en bescherming van de bodem 10. Afvalbeleid Naast deze principes bestaan er 14 criteria. Het bedrijf moet bij elk criterium minimaal 50 % scoren en in totaal 80 %, om een keurmerk te kunnen krijgen. Keurmerkorganisatie: Rainforest Alliance, www.rainforest-alliance.org Controle: Rainforest Alliance samen met externe organisaties en experts. Valt niet onder de erkenning door de Raad voor Accreditatie.

Retinol
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Riboflavine
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Rijsmiddelen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Rijst
Rijst is een graansoort die rijk is aan gezonde voedingsstoffen zoals vezels. Zilvervliesrijst bevat veel meer vezels dan witte rijst. 100 gram ongekookte rijst per persoon is een gemiddelde portie. De teelt van rijst heeft een hogere klimaatbelasting dan aardappelen en pasta, maar minder dan vlees. Bij het kopen van rijst kun je letten op milieubelasting en eerlijke handel. De volgende keurmerken helpen daarbij: EKO en Fairtrade Max Havelaar.

Rogge
Rogge is een graansoort die groeit aan grauwe, smalle aren. Roggekorrels zijn lang en grijsblauw tot geel van kleur. Ze worden omhuld door korte kafnaalden. Bij rogge is het kaf wel eetbaar, bij veel andere graansoorten niet. Herkomst Rogge wordt veel verbouwd in Rusland, Polen en Duitsland. In Nederland wordt ook rogge verbouwd. Productie De roggeplant groeit goed op arme grond en bij lage temperaturen. Ook is rogge niet erg gevoelig voor ziekten. Rogge wordt gezaaid in het voorjaar en geoogst in de late zomer, óf gezaaid in de herfst en geoogst in de vroege zomer. De plant kan eenjarig of tweejarig zijn. Rogge wordt meestal verwerkt tot kant-en-klaarproducten zoals: Bier Knäckebröd Ontbijtkoek Roggebrood Taaitaai Vlokken (in ontbijtgranen) Ook aan miso, een bruine pasta van gefermenteerde sojabonen, wordt soms rogge toegevoegd. Bewaren Bewaar roggeproducten koel, donker en droog. Zo blijven ze langer houdbaar.

Rodenticiden
Rodenticiden zijn bestrijdingsmiddelen die in de land- en tuinbouw gebruikt worden ter bestrijding van knaagdieren. Voor alle bestrijdingsmiddelen geldt een maximale hoeveelheid die mag achterblijven op het product. Controle hierop en handhaving van de wet is in handen van de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA).

Roerbakken
Roerbakken is het al omscheppend bakken en gaar maken van kleingesneden ingrediënten. Dit gebeurt in wat olie in een wadjan of wok of eventueel een braadpan met een klein bodemoppervlak. Roerbakken is een manier om vlees of vis, maar ook een combinatie van vlees met groente, blokjes aardappel, rijst of mie snel te bereiden. Door het model van de pan is maar weinig olie nodig. Het is belangrijk de wadjan of wok eerst goed te verhitten. In het midden is de pan het heetst. Met een paar druppels water is te testen of de pan heet genoeg is. Als de waterdruppels op de bodem dansen en snel verdampen, is de juiste temperatuur bereikt. Gebruik bij voorkeur olie die tegen hoge temperaturen kan (bijv. arachideolie, zonnebloemolie of olijfolie). Wok of wadjan Een Chinese wok heeft een lange steel en is meestal gemaakt van plaatstaal. Dit materiaal wordt zeer snel heet en schroeit vlees en vis snel dicht. De wadjan wordt gebruikt in de Indonesische keuken. Deze pan lijkt op een wok, maar is wat minder diep, heeft handvatten en is meestal gemaakt van gietijzer. De traditionele wok en wadjan hebben een ronde bodem. Voor gebruik op een gaspit is een speciale ring te koop waardoor de pan stabiel blijft staan. Voor elektrische kookplaten zijn er speciale woks met een vlakke bodem. Ook zijn er elektrische woks verkrijgbaar. Er zijn losse stoomrekjes en deksels verkrijgbaar voor extra gebruiksmogelijkheden. Roerbakken kan ook prima in een wat hoge pan met antiaanbaklaag of een hapjespan, maar door het grotere oppervlak van de panbodem is wat meer olie nodig.

Rozemarijn
Rozemarijn is een eetbare kruidensoort. Je kunt rozemarijn langer bewaren door het in te vriezen. Je gebruikt de naaldjes van de rozemarijn. Een klassieke combinatie is gebakken aardappelen met rozemarijn. Verder smaakt rozemarijn goed bij paddenstoelen, wild en lamsvlees.

Rundvlees
Rund is een zoogdier, de verre voorouder van het rund is de oeros. Een vrouwelijk rund is een koe, een mannelijk rund is een stier. Een gecastreerde stier heet weer os. Ossen werden vooral als werkdier gebruikt. Runderen zijn echte graseters. In Nederland worden koeien gehouden voor vlees en melk. Stieren, ossen en kalveren worden alleen voor het vlees gehouden. Dit vlees wordt ook als rundvlees verkocht. Per persoon kochten we in 2010 in Nederland 17,5 kilo rundvlees. Dat is zo’n 50 gram per dag. Ongeveer de helft daarvan (8 kilo per jaar -22 gram per dag) aten we ook daadwerkelijk. Kalfsvlees aten Nederlanders helemaal weinig, namelijk zo’n 1,7 kilo per persoon per jaar.

Sapkuren
Sapkuren houdt in dat je alleen een bepaalde hoeveelheid vruchtensappen mag drinken en verder niets. Daarom wordt ook wel van ‘sapvasten’ gesproken. Er zijn ook sapkuren waarbij zelfs geen vruchtensappen, maar uitsluitend energievrije dranken zoals water en (kruiden)thee zijn toegestaan. Omdat daarbij geen calorieën worden opgenomen, komen deze kuren in feite neer op vasten. Bij dit soort kuren gaat het gewicht door het gebrek aan voedsel snel omlaag. Daarbij gaat het in het begin vooral om vochtverlies. Al vrij snel zal het lichaam spierweefsel gaan afbreken. De afbraak van spierweefsel werkt als volgt. De hersenen en de rode bloedcellen hebben glucose nodig als energiebron. Als deze glucose niet komt uit koolhydraten uit voedsel, dan gaat het lichaam eigen eiwit afbreken om in de glucosebehoefte te voorzien. In welke mate dit gebeurt, hangt af van de hoeveelheid koolhydraten die het lichaam bijvoorbeeld via sap nog binnenkrijgt. Je kunt je lichaam met een sapkuur niet ontgiften en ook je darmen niet zuiveren (dit laatste kan wel met een darmspoeling, maar is alleen verstandig op medische indicatie).

Salie
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Salmonella
Salmonella komt veel voor in dieren, vooral pluimvee en varkens. De bacterie leeft in principe in de darm van deze dieren maar kan via de ontlasting bijna overal voorkomen. Ook mensen kunnen drager zijn en bij onvoldoende hygiëne de besmetting overdragen op levensmiddelen. Als mensen met salmonella besmet voedsel eten, kunnen zij een salmonellabesmetting oplopen. De maag- en darmklachten die dan kunnen ontstaan, gaan na een paar dagen vanzelf over. De verplichte waarschuwing op het etiket van pluimveevlees biedt consumenten nog onvoldoende bescherming. Hoewel salmonella nooit helemaal zal verdwijnen, moet het ook in Nederland mogelijk zijn de bacterie verder terug te dringen. Dat kan door effectieve hygiënemaatregelen bij de industrie zoals het testen van dieren op salmonella en een verbod op de handel van eieren met salmonella. Bij voldoende warmte, vocht, voedsel en tijd groeit de bacterie snel uit. Mensen kunnen een besmetting oplopen als ze met salmonella besmet voedsel eten. De maag- en darmklachten die dan kunnen ontstaan, gaan na een paar dagen vanzelf over. Salmonella is genoemd naar D.E. Salmon, een Amerikaans bacterioloog die naar de veroorzaker van de varkenspest zocht en per ongeluk de salmonella-bacterie ontdekte. Inmiddels zijn zo’n 2300 soorten salmonella bekend. Enkele zijn extra bedreigend omdat ze resistent zijn tegen antibiotica. Door hygiënisch te werken in de keuken kan een besmetting worden voorkomen.

Schaal- en schelpdieren
Schaal- en schelpdieren zijn ongewervelde dieren die in de zee of in zoetwater leven. Ongewervelden hebben geen ruggengraat of wervelkolom. Weekdieren, wormen en geleedpotigen behoren ook tot de ongewervelde dieren. Schaaldieren Schaaldieren zijn een grote en gevarieerde groep geleedpotigen. Vaak hebben ze een rugschild. Voorbeelden van schaaldieren zijn: Kreeft Krab Garnalen Schelpdieren Schelpdieren zijn weekdieren in 1 of 2 schelpen. Voorbeelden van schelpdieren zijn: Mosselen Oesters Sint-Jakobsschelpen of coquilles Saint-Jacques Kokkels Slakken Inktvissen (inwendige schelp) Alle schaal- en schelpdieren zijn een gezonde keuze, behalve als ze gefrituurd zijn. Ze bevatten dan meer verzadigde vetten en calorieën. In schaal- en schelpdieren zitten veel eiwitten en visvetzuren. Ze bevatten gemiddeld tussen de 6 en 18% eiwit. In garnalen en inktvis zitten veel cholesterol. Net als vis bevatten schaal- en schelpdieren weinig koolhydraten. Schaaldieren worden verwerkt in allerlei voedingsmiddelen, zoals kroepoek en krabsticks. Kroepoek wordt gemaakt van garnalen. Krabsticks bestaan uit gemalen koolvis en een beetje krabvlees, vermengd met zetmeel en kleurstoffen. Herkomst Zeekreeft komt uit Schotland, Canada of Scandinavië. Langoustine kan in de Noordzee, de Middellandse, de Adriatische Zee of de Atlantische Oceaan gevangen zijn. Sint-Jakobsschelpen komen uit de Middellandse Zee. Garnalen zijn afkomstig uit Nederland, Noorwegen of Thailand. Kokkels, mosselen en de Noordzeekrab komen meestal uit Nederland. Schelpdieren uit de Waddenzee zijn te herkennen aan een keurmerk voor streekproducten, genaamd Waddengoud. Het etiket op de verpakking van schaal- en schelpdieren moet vertellen: • uit welk land...

Schadelijke stoffen
Tijdens alle fasen van de voedselproductie en -bereiding kunnen er stoffen in voedsel terechtkomen die er van nature niet in thuishoren. Een van de oorzaken is milieuvervuiling, met name als het gaat om de aanwezigheid van zware metalen en PCB’s-dioxines. Door de vervuiling bij de bron aan te pakken, is het aantal overschrijdingen van de wettelijke normen de afgelopen tientallen jaren sterk gedaald. Met name de invoering van loodvrije benzine en rookfilters op vuilverbrandingsinstallaties hebben veel effect gehad. Soms wordt een norm overschreden. Dat betekent nog niet dat de gezondheid in gevaar is: meestal ligt de aangetroffen hoeveelheid ruim onder de hoeveelheid die schadelijk is en is de overschrijding van tijdelijke aard. Schadelijke stoffen die in voeding voor kunnen komen brengen de voedselveiligheid in Nederland zelden in gevaar. Toch maken veel consumenten zich zorgen over de aanwezigheid van ‘chemische’ stoffen in onze voeding, zoals bestrijdingsmiddelen. Er zijn mensen die zich meer zorgen maken over chemische stoffen in hun eten, dan de hoeveelheid kilocalorieën die ze eten. Terwijl de gezondheidsrisico’s door schadelijke stoffen veel kleiner zijn dan door ongezond eten.

Scharrelkippenvlees
Scharrelkippenvlees is een keurmerk op het gebied van dierenwelzijn. Vlees met het PROduCERT scharrelkippenvlees is afkomstig van dieren die tijdens hun leven niet opgesloten zijn geweest in kleine hokken. De dieren hebben vrij rond kunnen scharrelen en hebben meer ruimte en daglicht gehad. De minimumvereisten zijn vastgelegd door de Europese Commissie in een verordening. De eisen zijn: kippen kunnen scharrelen en hebben een uitloop naar buiten. Kippen hebben buiten 1 m² ruimte de stallen zijn ruim en hebben veel daglicht. de stal moet minimaal 8 uur aaneengesloten donker zijn. per m² mogen 13 kippen worden gehouden. kippen hebben binnen 0,08 m² ruimte. minimaal eenderde van de stal moet zijn uitgerust als scharrelruimte met een laag stro. kippen mogen worden geslacht na 56 tot 63 dagen. het voer is plantaardig, waarvan veel graan. kippen groeien tot maximaal 2100 gram er worden zowel snelgroeiende als langzaamgroeiende rassen gebruikt. De uitgever van dit keurmerk, PROduCERT, is een geaccrediteerde certificerende instantie en daardoor is dit keurmerk betrouwbaar. Keurmerkhouder: ProduCERT, erkend door de Raad voor Accreditatie www.producert.nl Controle: Deltacon-ISC Label Rouge valt onder de eisen voor Scharrelkippenvlees.

Scharrelrundvlees
Scharrelrund is een keurmerk voor dierenwelzijn. Scharrelrunderen moeten in groepen worden gehouden. De runderen moeten altijd kunnen staan en liggen als ze dit willen. Scharrelrundveehouderijen zijn diervriendelijker en vaak ook kleiner dan gangbare rundveehouderijen. Scharrelrunderen krijgen alleen plantaardig voer. Kenmerken Koeien leven van mei tot september in de wei Het weiland moet minimaal 500 m² groot zijn Koeien leven binnen op een dichte vloer met veel stro. Ze kunnen altijd op een natuurlijke manier gaan staan en liggen. Koeien worden in groepen gehouden Koeien krijgen alleen plantaardig voer Onthoornen wordt bij uitzondering toegepast Stieren worden niet gecastreerd Er worden geen dikbilras koeien gehouden Keurmerkorganisatie: ProduCERT, erkend door Raad voor Accreditatie, www.producert.nl Controle: Deltacon-ISC

Scharrelvarkensvlees
Scharrelvarkens is een keurmerk voor varkens op het gebied van dierenwelzijn. Scharrelvarkens moeten kunnen liggen op een dichte vloer met veel stro. De varkens mogen naar buiten op een verhard stuk met overkapping. Voor vleesvarkens mag het verharde gedeelte helemaal uit roostervloer bestaan, voor overige varkens mag het verharde gedeelte voor maximaal de helft uit roostervloer bestaan. Deze varkens hebben dus buitenlucht, maar leven niet op een weiland en hebben geen modderpoel. Er gelden deze eisen: Varkens hebben binnen 1,3 m² ruimte, inclusief uitloop Varkens hebben heeft buiten evenveel verharde ruimte als binnen en-of 25 m² verhard Varkens leven op een helemaal dichte vloer; een deel van de vloer moet vlak zijn. Varkens hebben stro of zaagsel om op te liggen Zeugen leven in groepen, behalve in de laatste periode van de dracht, de zwangerschap en tijdens de zoogtijd, de periode dat de pasgeboren varkens melk van de moeder nodig hebben Varkens houden hun staart en hoektanden Varkens worden onder verdoving gecastreerd De eisen zijn opgesteld door de Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren. Het bedrijf heeft minder varkens dan bij de gangbare varkenshouderijen. De prijs van scharrelvlees is daardoor hoger dan de prijs van gangbaar geproduceerd vlees. Keurmerkorganisatie: ProduCERT, erkend door de Raad voor Accreditatie, www.producert.nl Controle: Deltacon-ISC

Scharrelveehouderij
Het vlees hiervan is in de winkel herkenbaar aan de volgende keurmerken: Scharrelvarken Scharrelkip Scharrelrund Label Rouge France Limousin Vrije Uitloop De scharrelvleeskuikenhouderij In de scharrelvleeskuikenhouderij worden zowel snelgroeiende als langzaamgroeiende rassen gebruikt. De kuikens hebben meer ruimte en ze kunnen naar buiten (hebben ‘uitloop’). Per vierkante meter worden maximaal 13 kuikens gehouden, tegenover gemiddeld 18-21 in de gangbare vleeskuikenhouderij. Verder moet een scharrelkip minimaal 56 dagen oud zijn als deze wordt geslacht (tegenover 42 dagen in de gangbare houderij). De vloeren zijn dicht en voor minstens een derde bedekt met strooisel. Scharrelkippen krijgen alleen plantaardig voer, waarvan een groot deel graan. De scharrelkippen die wel naar buiten kunnen, kunnen dat alleen een deel van de dag. Scharrelkippen die op elk moment naar buiten kunnen, beschikken over een zgn. ‘vrije uitloop’. De stal moet minimaal acht uur aaneengesloten donker zijn. De scharrelvarkenshouderij Vergeleken met de gangbare varkenshouderij zijn scharrelvarkenshouderijen diervriendelijker. Scharrelvarkenshouderijen zijn over het algemeen ook kleinschaliger dan gangbare bedrijven. Andere verschillen zijn: De zeugen moeten in groepen worden gehouden, behalve in de laatste periode van de dracht (dat is de zwangerschap van de zeug) en tijdens de zoogtijd (dat is de periode dat de pasgeboren varkens melk van de moeder nodig hebben). De varkens moeten naar buiten kunnen en scharrelruimte hebben. Een deel van het vloeroppervlak moet vlak zijn. De ligruimte van de vloer moet dicht zijn en er moet een strobed zijn. Vleesvarkens (van 100 kilogram) moeten in de stal minstens 1,3 ...

Scrapie
Scrapie of schuurziekte is een hersenafwijking bij schapen en geiten die veroorzaakt wordt door besmettelijke eiwitdeeltjes (prionen). Het tast de eiwitten in hersenen en het zenuwweefsel van schapen en geiten aan, waardoor er gaatjes in komen. De hersenen gaan lijken op een spons. Bij koeien heet de vergelijkbare ziekte BSE of gekkekoeienziekte. Schapen en geiten kunnen besmet raken met scrapie als ze na de geboorte van de lammeren de placenta en vruchtvliezen opeten, die hoge aantallen prionen bevatten. Scrapie heeft 2 tot 5 jaar nodig tot uiting te komen. Daarna ontstaan gedragsafwijkingen die vermoedelijk veroorzaakt worden door de hersenafwijking. Zieke schapen en geiten: Hebben jeuk Kwijlen Zonderen zich af uit de kudde Vertonen onrustig, schrikachtig gedrag Ervaren trillingen aan de kop of het hele lichaam; Vermageren De gezondheid van schapen en geiten met scrapie gaat binnen enkele weken achteruit en binnen 6 maanden overlijden ze. Geiten en schapen op besmette bedrijven worden steekproefsgewijs getest op scrapie. Besmette dieren worden gedood en verbrand in een afvalverbrandingsoven. Risicovolle onderdelen van schapen en geiten worden altijd na de slacht verwijderd en vernietigd. Al het geiten- en schapenvlees dat in de winkel ligt is vrij van scrapie. De volgende maatregelen worden genomen om te voorkomen dat scrapie zich in de veestapel verspreidt: 1. Verwijderen van risicomateriaal Alle schapen, geiten en lammeren, ouder dan 12 maanden, worden bij de slacht getest op scrapie. Alle onderdelen van de schapen, geiten en lammeren, die scrapie kunnen overbrengen worden bij de slacht verwijderd en vernietigd. Dat zijn: de amandelen, schedel, hersenen en ogen; de wervelkolom, exclusief de staartwervels;...

Seleen
Seleen of selenium is een spoorelement dat ook als antioxidant functioneert. Seleen zit in dierlijke producten vaak gekoppeld aan eiwit. Zowel in dierlijke als plantaardige producten komt seleen voor in zowel organische vorm als in anorganische vorm. De organische vorm wordt beter opgenomen door het lichaam dan de anorganische vormen Seleen in organische vorm is ook bekend als selenomethionine of selenocysteine. Seleen in anorganische vorm is ook bekend als seleniet of selenaat. In plantaardige bronnen brood en andere graanproducten, groente hangt de hoeveelheid af van het seleengehalte in de bodem. Aan bijna al het veevoer wordt seleen toegevoegd. Daardoor zit het ook in vlees. Iemand krijgt via eten en drinken ongeveer 50 microgram seleen per dag binnen. Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden In de tabel hieronder lees je hoeveel microgram seleen je per dag ongeveer zou moeten binnenkrijgen.

Sinaasappelsap
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Slachthuis
In het slachthuis worden de dieren uit de vleesindustrie geslacht. Dat gaat in verschillende stappen: Bedwelmen en doden Bij aankomst in het slachthuis worden de slachtdieren eerst levend gekeurd. Zo wordt er gekeken hoe gezond ze zijn. Vervolgens worden de goedgekeurde dieren gedood en geslacht. Dit gebeurt in 2 stappen. Eerst worden ze bedwelmd met koolzuurgas (CO2) of een elektrische schok. Het bewusteloze dier wordt daarna gedood door een pin in het voorhoofd, een steek in het hart of door de halsslagader door te snijden. Voor halal vlees en koosjer vlees is er een uitzondering in de wet om onverdoofd te slachten. Diverse slachterijen hebben hier toestemming voor. Vlees dat zonder verdoving is geslacht, kan ook verkocht worden zonder dat dit op het etiket staat. Daarvoor geldt geen etiketteringsverplichting. Ontharen Nadat varkens zijn doodgebloed, worden eerst de haren weggehaald met branders en borstels. Dit gebeurt in bijna alle slachthuizen automatisch. De schone huid komt als zwoerd (van het spek) in de handel. Bij runderen wordt de hele huid eraf gehaald voor de leerindustrie. Bij kippen worden de veren verwijderd. Uitslachten en tweede keuring Na het ontharen worden de organen uit de buik gehaald. Dat heet uitslachten. Daarna worden deze organen en het dier opnieuw gekeurd door of onder toezicht van de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA): de geslachte keuring. De mogelijke resultaten van deze keuring zijn: ‘Goedgekeurd’, dan is het vlees geschikt om te worden gegeten door mensen ‘Vlees voor diervoeder, niet geschikt voor menselijke consumptie’ 'Afgekeurd’, dan wordt het vlees vernietigd Het goedgekeurde vlees gaat naar de uitsnijderij. Koeien In Nede...

Smaakversterkers
Smaakversterkers worden door fabrikanten toegevoegd aan voedingsmiddelen. Smaken worden er intenser van. Van glutamaat, ook bekend als ve-tsin wordt gedacht dat de stof ernstige overgevoeligheidsreacties veroorzaakt. Dat is nooit wetenschappelijk aangetoond.

Smoothie
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Smoren
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Snijselderij
Snijselderij is een eetbare plant waarvan de blaadjes als keukenkruid worden gebruikt. Je kunt snijselderij langer bewaren door het in te vriezen. Je gebruikt het blad van snijselderij. Een klassieke combinatie is erwtensoep met snijselderij. Verder smaakt het kruid goed in stoofgerechten, bouillons en soepen.

South Beach
Het South Beach Dieet gaat uit van het in verschillende fasen afvallen door een andere manier van eten. De principes zijn: weinig verzadigd vet, en koolhydraten met een lage glycemische index. Die index zegt hoe snel het bloedsuikergehalte stijgt na het binnenkrijgen van koolhydraten. Er zijn geen langetermijnstudies gedaan naar dit dieet. Positief lijkt de hoeveelheid groente, fruit, mager vlees en vis. Minder positief lijkt de beperkte hoeveelheid vezels en vitamine A.

Sojadrink
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Sonja Bakker
De Sonja Bakker-methode is een bekende dieetvorm, die uitgaat van 3 hoofdmaaltijden en een beperkt aantal caloriearme tussendoortjes. Met haar methode kun je kilo’s kwijt raken, al zijn er wel wat bezwaren. Zo bevatten de menu’s veel minder brood en soms minder zuivel en fruit dan goed voor je is. En het boek voor kinderen is in tegenspraak met wat de aanpak voor kinderen met overgewicht is. Kinderen in de groei moeten niet zomaar op dieet worden gezet.

Soja
Soja is afkomstig van de sojaboon, een peulvrucht waarop veel sojaproducten zijn gebaseerd, zoals sojaolie, sojamelk, tofu en tempé. Soja is rijk aan plantaardig eiwit en onverzadigd vet. Producten waarvan de sojaboon de grondstof is, zijn goede vleesvervangers. Ze bevatten ijzer en vitamine B1.

Spoorelementen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Sportdrank
Sportdranken kunnen worden onderverdeeld in isotone en hypotone dranken. In deze dranken zitten suikers en zouten, die snel in het bloed worden opgenomen. Daardoor leveren ze energie. Sportbeoefening kan aanleiding zijn tot forse vochtverliezen. Bij grote inspanning en bij hogere temperaturen kan dit oplopen tot 1 tot 2 liter per uur. Voldoende drinken is voor sporters dus van groot belang. Sportdranken vullen dat vocht weer aan, maar het lichaam neemt water net zo snel op als sportdranken. Bij matige inspanning is water prima om vochtverlies te compenseren. Bij grote en langduriger inspanning kan het gebruik van speciale isotone sportdranken zinvol zijn. Deze dranken bevatten meestal ook koolhydraten en electolyten (Na) om de glycogeenreserve aan te vullen en de electrolytenbalans in het lichaam te handhaven. De glycogeenreserve is de hoeveelheid suikers die in (spier)weefsel en in de lever is opgeslagen. De electrolytenbalans hangt samen met hoeveel zout je binnenkrijgt en weer verliest via zweten. De electrolytenbalans bepaalt mede de vochtbalans, dat is de hoeveel vocht je lichaam. De hoeveelheid koolhydraten in sportdranken verschilt. Op het etiket staan de volgende aanduidingen: hypotone sportdranken: bevatten maximaal 6 gram koolhydraten per 100 milliliter; isotone sportdranken: bevatten 6 tot 8 gram koolhydraten per 100 milliliter; hypertone sportdranken: bevatten 8 tot 15 gram koolhydraten per 100 milliliter. Ter vergelijking: gewone frisdrank en vruchtensap bevatten gemiddeld 10 gram koolhydraten per 100 milliliter. Sportdranken bevatten zout, maar het verlies aan zout, kun je na het sporten ook met gewoon eten weer aanvullen. Sportdranken bevatten suiker en calorieën. In sportdranken zoals AA-drink z...

Stomen
Bij stomen wordt een gerecht niet in hete vloeistof bereid, maar in de stoom daarvan. Doordat het eten bij stomen niet met de vloeistof in aanraking komt, blijven het aroma en de smaak goed bewaard. Zowel vlees, vis, gevogelte, schaal- en schelpdieren, als groente en rijst kunnen worden gestoomd. De hete vloeistof kan water zijn, maar ook bouillon of wijn. Van het vocht is later met behulp van wat aangemengde bloem of maïzena een vetarme saus te maken. Voor het stomen kan een speciale stoompan gebruikt worden, bestaande uit 2 op elkaar passende pannen waarvan de bovenste een geperforeerde bodem heeft waardoor de stoom kan toetreden. Stomen kan ook door een metalen zeef of vergiet boven een pan met kokend water te hangen of door in een snelkookpan het mandje op de bijgeleverde verhoging te zetten. Ook de magnetron kan gebruikt worden om te stomen. Je kunt hiervoor magnetronstoombakjes of een afsluitbare stoomzak voor gebruiken die je zelf kunt vullen.

Stoven
Stoven is hetzelfde als smoren, alleen wordt er meer vocht toegevoegd. Na het dichtschroeien van het vlees wordt een vloeistof als water, bouillon, wijn of bier toegevoegd. Het is vooral geschikt voor vlees met veel bindweefsel, zoals riblappen, sukadelappen, hamlappen, schouderlappen en poelet, dat door het stoven minder taai wordt. Ook vis kan worden gestoofd. Stoven gaat het beste in een pan met een dikke bodem die de warmte goed verdeelt. Tijdens het stoven moet de pan zijn afgesloten met een deksel. Ook een snelkookpan is geschikt om vlees in te stoven. Door de hoge druk is het vlees sneller gaar dan in een gewone pan.

Stoombraden
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Stoma
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Stabilisatoren
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Standaard onderzoek
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Sterigmatocystine
Sterigmatocystine is een schimmelgifstof die kan ontstaan tijdens het bewaren en drogen van kaas en kaaskorsten. Deze soort wordt geproduceerd door de schimmel Aspergillus versicolor. Het gezondheidsrisico van sterigmatrocystine is laag. Omdat deze gifstof alleen op beschimmelde kaaskorsten voorkomt, is de gemiddelde dagelijkse inname waarschijnlijk erg laag. Het advies is om kaas met een beschimmelde kaaskorst niet te eten en weg te gooien. Bij schimmel op de kaas zelf, gaat het om een andere schimmelsoort. Het beschimmelde gedeelte ruim wegsnijden is voldoende om een gezondheidsrisico te voorkomen.

Suiker
Suiker of sucrose is een zoete stof, die van nature voorkomt in voedingsmiddelen zoals in fruit, maïs, suikerriet en suikerbiet. Een andere naam is ook wel kristalsuiker. Suiker behoort tot de koolhydraten. Suiker levert wel energie, maar voorziet je lichaam niet van de nodige vitamines, mineralen en vezels. Te veel suiker eten kan bijdragen aan het ontstaan van overgewicht. De kans op gaatjes in tanden of kiezen is groot wanneer je te vaak op een dag eten en drinken met suiker gebruikt.

Suikerovergevoeligheid
Het is niet wetenschappelijk bewezen dat suiker gedragsklachten, hyperactiviteit, maag-darmklachten en extreme moeheid veroorzaakt. Bij sommige mensen kan te veel suiker wel klachten veroorzaken. In die gevallen is onderzoek door een huisarts en diëtist naar de oorzaak altijd noodzakelijk voordat een dieet wordt gevolgd. Kinderen en volwassenen kunnen klachten krijgen als ze te veel suiker en met suiker gezoete producten gebruiken. Suiker levert namelijk wel energie, maar voorziet niet in de behoefte aan vitamines, mineralen en vezels die nodig zijn voor de spijsvertering, stofwisseling en de verwerking van suiker in de energiehuishouding. Maagdarmklachten zijn de meest genoemde klachten bij een onevenwichtige voeding met veel suiker. Andere mogelijke klachten zijn hoofdpijn, vermoeidheid en gevoel van algehele malaise. Er zijn verschillende wetenschappelijke studies gedaan naar overgevoeligheidsreacties op suiker. Met name de relatie tussen het gebruik van suiker en hyperactiviteit is onderzocht. Uit vergelijkingen en combinaties van deze onderzoeken blijkt dat suiker niet de oorzaak is van hyperactief gedrag.

Sulfietallergie
Sulfieten (E-nummers E220 t-m E228) zijn conserveermiddelen. Sommige mensen kunnen overgevoeligheidsreacties krijgen als ze sulfiet binnenkrijgen. Dit komt het meest voor onder astmapatiënten.

Synthetische stof
Synthetische stoffen worden soms in de vorm van E-nummers aan voedingsmiddelen toegevoegd door fabrikanten. Synthetische stoffen zijn op een chemische, dus kunstmatige manier bereid. Ons lichaam maakt geen onderscheid tussen natuurlijke of synthetische stoffen. Ze zijn dus beiden even gezond en veilig.

Taurine
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Taugé
Taugé, ook wel sojascheut genoemd, is de kiem van de mungboon. Taugé wordt gezien als groente. Ze zijn goed voor je gezondheid, want ze verlagen het risico op chronische ziekten. Op kiemgroenten kunnen bacteriën voorkomen, zoals salmonella en E.coli (EHEC). Hitte doodt de bacteriën. Taugé kan je daarom uit voorzorg onderdompelen in kokend water of meekoken met het gerecht.

Tarwe
Tarwe is een graansoort die wordt verwerkt in voedingsmiddelen als: brood, pannenkoeken, meel en bloem. Er zijn verschillende soorten tarwe: emmer, spelt, harde durum-tarwe en zachte broodtarwe. Tarwe bevat gluten. Mensen met de aandoening coeliakie kunnen geen gluten verdragen.

TBC
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

TDI
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Teff
Teff is een graansoort die groeit in lange halmen met daaraan een bloem of zaadpluim. Het gewas heeft een maximale hoogte van 1,6 meter. De graankorrels zijn ongeveer even groot als zandkorrels. Het is een graansoort die rijk is aan vezels en mineralen zoals ijzer, calcium, magnesium en zink. Herkomst De teff die we in Nederland vooral eten komt uit ons eigen land. Verder wordt er teff uit Turkije geïmporteerd. Teff wordt ook veel verbouwd in Ethiopië en de Verenigde Staten. Productie Van teff wordt meel gemaakt. Het vochtigere Nederlandse meel wordt vaak vermengd met droger buitenlands meel. Daardoor wordt de bakkwaliteit verhoogd. Bewaren Voor alle granen graanproducten geldt: bewaar ze koel, donker en droog. Zo blijft meel van teff langer houdbaar. Bereiden In Nederland wordt meel van teff onder andere gebruikt voor brood, koek, pannenkoeken en pizzabodems. Ter verbetering van de smaak en bakkwaliteit wordt fenegriek aan teffmeel toegevoegd. Fenegriek is een keukenkruid met anijsachtige smaak. In Ethiopië wordt er een soort broodpannenkoek gemaakt.

Thee
Thee voorziet je lichaam van vocht. Een volwassene heeft gemiddeld 1,5 liter per dag aan dranken nodig. Thee zonder suiker levert geen calorieën. Thee is een warme drank gemaakt van de gedroogde bladeren van de theeplant Camellia sinensis. Thee is verkrijgbaar in verschillende soorten, zoals vruchtenthee, Earl grey, zwarte en groene thee. Vruchtenthee of Earl grey: er zijn smaakjes toegevoegd; Kruidenthee: aftreksels van planten of vruchten. Dit is officieel geen thee; Zwarte thee: de theeblaadjes zijn gefermenteerd of gegist: Groene thee: de thee is gemaakt van ongefermenteerde theeblaadjes Thee bevat cafeïne. Mensen die gevoelig zijn voor cafeïne wordt aangeraden niet meer dan 8 kopjes thee per dag te drinken. Er zijn theesoorten te koop die voldoen aan de normen voor eerlijke handel.

Thiamine
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Tijm
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Tin
Tin is een metaalsoort die gebruikt wordt voor de productie van blik. Via conservenblikken, maar ook via pesticiden en de bodem kan het in voedsel terecht komen. Een teveel aan tin kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarom zijn er limieten gesteld aan de hoeveelheid tin die in levensmiddelen mag voorkomen. De VWA ziet toe op naleving van de normen. De kans op tinvergifting in Nederland is heel klein, aangezien conservenblikken van binnen gelakt worden waardoor ze geen tin meer afgeven.

Toevoegingen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Tomatine
Tomatine is een alkaloïde en een natuurlijke gifstof. Het is een aan solanine verwante gifstof. In grote hoeveelheden is tomatine giftig voor mensen. Te veel tomatine kan koorts, slaperigheid, lusteloosheid, buikpijn, diarree, overgeven, zwakheid en depressie veroorzaken. Niet iedereen is even gevoelig voor tomatine. Tomatine verdwijnt bij het rijpen van de tomaat. Tomaten moeten daarom alleen gegeten worden als ze rijp zijn.

Toxoplasmose
De parasiet Toxoplasma gondii kan de ziekte toxoplasmose veroorzaken. Toxoplasma gondii kan voorkomen in rauw vlees van varkens en kippen die buiten lopen, paarden, geiten, schapen en runderen. Koeien, varkens, kippen en andere dieren kunnen de besmetting oplopen via de ontlasting van katten. Dat doet zich bijvoorbeeld voor op een boerderij waar ook katten aanwezig zijn. De parasiet overleeft niet bij extreme temperaturen. Doorbakken vlees of vlees dat wordt ingevroren bij een temperatuur onder de 20 °C, bevat daarom geen parasieten.

Transport
Voordat eten en drinken in de winkel ligt, zijn de grondstoffen, ingrediënten en eindproducten vaak al diverse keren getransporteerd. De volgende ontwikkelingen zorgen ervoor dat het transport steeds meer toeneemt. Veranderde opvatting over distributie Winkels, groothandels en fabrieken hebben geen magazijnen meer, omdat opslag duur is en ten koste gaat van de houdbaarheid. Tegenwoordig is alles ingericht op zogenaamde ‘just in time’-levering, waarbij alleen datgene wordt gemaakt en geleverd waarnaar op dat moment vraag is. Dit zorgt voor extra transport. Globalisering Van over de hele wereld is voedsel te koop. Internationale ontwikkelingen maken het mogelijk gebruik te maken van goedkope grondstoffen en goedkope productiefactoren uit het buitenland. De regionale zelfvoorziening die ons land van oudsher had, is hiermee verleden tijd. Zo worden garnalen uit de Noordzee nu bijvoorbeeld gepeld in Marokko en verschuift de graanteelt van Nederland naar bijvoorbeeld Frankrijk, Duitsland en de VS. Transportmogelijkheden ontwikkelen zich en blijven relatief goedkoop Snelle transportmiddelen en ontwikkelingen in de koeltechniek, maken het mogelijk dat exotische producten het hele jaar door verkrijgbaar zijn. Ook vliegverkeer wordt steeds meer gebruikt voor het vervoer van levensmiddelen. Voor bederfelijke ingrediënten en producten is de snelheid van een vliegtuig een uitkomst. Op die manier is het mogelijk in januari een doosje bramen te kopen dat is ingevlogen uit Mexico. Fruit komt vanuit de hele wereld, waardoor seizoenen van uiteenlopende gebieden op elkaar aansluiten. Toenemende welvaart Door de toenemende welvaart raakt de consument er steeds meer aan gewend om het hele jaar door alles te kunnen...

Trichinella spiralis
RIVM, Trichinose, http://www.rivm.nl/cib-infectieziekten-A-Z-infectieziekten-trichinose-index.jsp

Tuinkers
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

TWI
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Uitsnijderij
In de uitsnijderij wordt geslacht vlees verder verwerkt. Het wordt in kleinere delen gesneden, zoals rundvlees tot biefstuk en kip tot kipfilet. De kleinere vleesdelen gaan vervolgens goed gekoeld naar de groothandel, detailhandel en horeca. Eventueel worden ze eerst nog bewerkt, bijvoorbeeld gekruid of gemarineerd, verwerkt tot worst en vleeswaren door een vleesverwerkend bedrijf.

UTZ Certified
UTZ Certified is een keurmerk voor eerlijke handel. Het keurmerk staat op koffie, thee en chocolade die afkomstig is van boeren die oog hebben voor mens en milieu. Zij gebruiken bijvoorbeeld minder bestrijdingsmiddelen en garanderen goede werkomstandigheden voor hun arbeiders. UTZ Certified is een internationaal geaccepteerd keurmerk. Alle boeren kunnen meedoen, met een groot of klein bedrijf. Ze leren te werken met landbouwtechnieken die mens en milieu sparen. De boeren ontvangen vaak een betere prijs, maar deze is niet gegarandeerd. Meer dan de helft van alle koffie die in Nederland wordt verkocht heeft het UTZ-Certifiedkeurmerk. Voor boeren geldt een Code of Conduct, waarin alle regels staan waaraan ze zich moeten houden. Ze worden onder andere beoordeeld op: traceerbaarheid: consumenten kunnen zien waar het pak koffie precies vandaan komt bodemmanagement: de boeren worden gestimuleerd bij de teelt zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen en kunstmest te gebruiken. Boeren zijn verplicht voorzieningen te treffen voor het filteren van afvalwater en het composteren van koffiepulp. veiligheid van werknemers en milieu: de boeren betalen een rechtvaardig loon aan hun arbeiders en zorgen voor betere arbeidsomstandigheden. Keurmerkorganisatie: UTZ Certified Foundation, www.utzcertified.org Controle: verschillende organisaties, waaronder Control Union, CERES, SGS, IMO, Ecocert, sommigen daarvan zijn erkend door de Raad voor Accreditatie

Varkensvlees
Varkens zijn familie van het wilde zwijn en ze worden gehouden voor het vlees op varkenshouderijen. Een varken is een zoogdier. Het dier werd al zo’n 5000 tot 7000 jaar geleden tam gehouden bij mensen. Varkens zijn zogeheten omnivoren. Dit betekent dat ze planten én dieren eten. In Nederland leven de varkens vooral in boerderijen. Ze worden gehouden voor het vlees. Die boerderijen heten ook wel varkenshouderijen. Rassen Er zijn allerlei varkensrassen. In Nederland leven onder andere de volgende rassen: het Nederlands Landras het Fins Landras de Large White de York-Groot Yorkshire de Piétrain de Duroc Een kruising tussen het Nederlands Landras en het Groot Yorkshire-varken komt in Nederland het meest voor. Soorten Binnen deze rassen zijn er verschillende soorten varkens, zoals: Vleesvarkens Vleesvarkens zijn varkens die gehouden worden voor de productie van vlees. Dit kunnen beren en gelten zijn. Beren zijn volwassen mannetjesvarkens en gelten zijn zeugen die nog nooit een big gekregen hebben. Vleesvarkens worden geslacht als ze ongeveer 6 maanden oud zijn. Hoe het varkensvlees smaakt, hoe stevig en hoe vet het is hangt af van het ras. Ook het veevoer dat de varkens hebben gekregen is daarvoor belangrijk. Zeugen Een zeug is een vrouwtjesvarken. Een zeugenhouderij vervangt na enkele jaren de zeugen door jongere dieren. De zeugen worden gehouden om biggetjes te produceren. Het vlees van zeugen is wat minder mals en donkerder dan het vlees van vleesvarkens. De industrie gebruikt zeugen vooral om vleeswaren van te maken, zoals ham. Van varkens worden verschillende producten gemaakt. Varkensvlees wordt ook verwerkt tot vleeswaren, zoals bacon, ham, boterhamworst, gebraden gehakt, leverkaas en sm...

Varkensgriep
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Varkenspest
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Vegetarisme
Iemand die geen vlees eet, heeft een vegetarisch eetpatroon. De meeste vegetariërs eten wel ei en zuivelproducten als melk en kaas. Mensen die helemaal geen dierlijke producten eten, noemen zich veganisten. Steeds meer Nederlanders eten minder of geen vlees, vanwege dierenwelzijn, het milieu of hun eigen gezondheid. Je kunt prima zonder vlees of vis, als je goede vervangers en andere voedingsmiddelen eet om voldoende ijzer, vitamine B1 en B12 binnen te krijgen. Veganisten kunnen supplementen slikken om voldoende vitamine B12 binnen te krijgen. Het is verstandig te variëren met verschillende eiwitrijke producten, inclusief vleesvervangers.

Veganisme
Iemand die geen vlees eet, heeft een vegetarisch eetpatroon. De meeste vegetariërs eten wel ei en zuivelproducten als melk en kaas. Mensen die helemaal geen dierlijke producten eten, noemen zich veganisten. Steeds meer Nederlanders eten minder of geen vlees, vanwege dierenwelzijn, het milieu of hun eigen gezondheid. Je kunt prima zonder vlees of vis, als je goede vervangers en andere voedingsmiddelen eet om voldoende ijzer, vitamine B1 en B12 binnen te krijgen. Veganisten kunnen supplementen slikken om voldoende vitamine B12 binnen te krijgen. Het is verstandig te variëren met verschillende eiwitrijke producten, inclusief vleesvervangers.

Veehandelaar
Nederland heeft circa 350 handelaren in vee. Koeien Dagelijks worden er melkkoeien opgehaald om naar de slachterij gebracht te worden. Sommige handelaren houden de gekochte koeien eerst nog een poosje voor ze naar het slachthuis gaan, met de bedoeling ze wat zwaarder te laten worden. Vooral voor ‘afgemolken’ koeien kan zo’n vetmestperiode voor de slacht rendabel zijn. Kalveren worden eerst verzameld in kalvercentra. De dieren worden daar gewogen en geclassificeerd. Hiermee wordt de prijs vastgesteld. Varkens Veehandelaren verhandelen en transporteren per jaar 46 miljoen varkens. Een deel daarvan gaat naar vleesvarkenbedrijven, een deel naar slachterijen en een deel naar het buitenland.

Vegetarisch keurmerk
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Veiligheidsnormen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Verantwoord frituren
Het beeldmerk Verantwoord frituren betekent dat de snackbar of het cafetaria met vloeibaar vet frituurt. Vloeibaar vet bevat minder transvet en verzadigd vet en is daardoor beter voor de gezondheid dan vast vet. Het beeldmerk moet hangen aan de gevel van een snackbar of cafetaria. Het beeldmerk Verantwoord frituren houdt onder andere in dat: Er wordt gefrituurd met een temperatuur van 150 tot 175 °C, waardoor de producten niet te vet worden, maar wel voldoende gaar. Boven 175 °C bestaat de kans dat het product aan de buitenkant verbrandt, terwijl de binnenkant nog niet gaar is. De frituurolie of het vet wordt tijdig vervangen, en in elk geval als er een sterke geur of smaak aan zit, het donker of stroperig wordt en gaat walmen of schuimen. Op die manier wordt het ontstaan van schadelijke stoffen, zoals PAK´s of acrylamide beperkt. Uitgever: Koninklijke Horeca Nederland en het Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) Controle: nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit

Verdikkingsmiddelen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Vermageringspreparaten
Bij de drogist, apotheek, supermarkt en soms via huiskamerverkoop zijn verschillende middelen te koop die gewichtsverlies tot doel hebben. Dit kunnen poeders, pillen en dranken zijn die je vóór of in plaats van de maaltijd moet gebruiken. Voorbeelden van vermageringspreparaten zijn: preparaten met carnitine, chroom of enzymen uit ananas of papaja, die het vet of eiwit in het lichaam zouden oplossen; kruidenmengsels en kruidenthee, die laxerend en vochtafdrijvend zouden werken; preparaten met algen, lecithine, zeewier of gisten, die de schildklierwerking zouden stimuleren, vet zouden oplossen, laxerend of eiwitsplitsend zouden werken; stoffen die invloed hebben op bepaalde hormonale systemen, zoals lysine en argininerijke producten die de afgifte van groeihormoon bevorderen, en efedrine en cafeïne die de stofwisseling stimuleren; stoffen die de vetverbranding zouden stimuleren, zoals appelazijn of Pu-Erh thee; supplementen met chitosan, dat de opname van vet in de darm zou remmen; supplementen met CLA, ofwel geconjugeerd linolzuur, dat de vetverbranding zou stimuleren; zwelmiddelen en vezelpreparaten, zoals guar en cellulose. Deze zwellen op in de maag, waardoor een hongergevoel achterwege zou blijven en afvallen dus minder moeite zou kosten. Geen aangetoonde werking Als er onderzoek is gedaan, gaat het vrijwel altijd om laboratoriumonderzoek of onderzoek bij dieren, waarbij hoge doseringen zijn gebruikt. Het effect bij de mens is niet aangetoond. Waarschijnlijk hebben de gevonden effecten voor de mens weinig of geen nut.

Vermeerderingsbedrijf
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Verpakkingsgassen
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Verstopping
Verstopping of obstipatie is een maagdarmziekte. Wie last heeft van verstopping, kan moeilijk naar het toilet. De ontlasting is zo droog en hard dat deze slechts met hard persen naar buiten komt. Dat kan komen doordat er te weinig voedingsvezel in de voeding zit, te weinig vocht, een onregelmatige leefstijl, te weinig beweging of een combinatie daarvan. In de meeste gevallen verbetert de stoelgang wanneer je de volgende adviezen in acht neemt: Eet op regelmatige tijden en sla geen maaltijd over. Eet vezelrijke producten en varieer je keuze. Eet dus zowel brood als groente en fruit. Als aanvulling hierop kun je elke dag 2 tot 4 eetlepels zemelen gebruiken. Grove zemelen zijn beter dan fijngemalen zemelen. Je kunt ze verwerken in yoghurt, karnemelk, vla, pap, soep, puree en verder als bindmiddel of in plaats van paneermeel. Neem bij voorkeur een groot, vezelrijk ontbijt, bijvoorbeeld 2 volkoren boterhammen met een glas sinaasappelsap en koffie of thee. Dit zet de darmen in werking. Neem elke ochtend voldoende tijd om naar het toilet te gaan, bijvoorbeeld na het ontbijt. Drink veel, minimaal 2 liter per dag. Zorg elke dag voor voldoende lichaamsbeweging. Gebruik laxeermiddelen alleen op advies van de arts. Laxeermiddelen nemen nooit de oorzaak van een verstopping weg, ze lossen de klachten alleen tijdelijk op. Bovendien kunnen ze de darmen “lui” maken. Dat geldt ook voor natuurlijke middelen als sennapeulen, kruidenthee met senna en wonderolie. Wie regelmatig laxeermiddelen gebruikt, doet er verstandig aan te proberen van deze “verslaving” af te komen door geleidelijk van de medicijnen over te stappen op vezelrijke producten en voldoende drinkvocht. Mocht de verstopping ondanks...

Verzadigd vet
Verzadigd vet heeft een ongunstig effect op het cholesterolgehalte in het bloed. Verzadigd vet verhoogt namelijk het slechte LDL-cholesterol en daarmee het risico op hart- en vaatziekten. Hoewel sommige soorten verzadigd vet slechter zijn dan andere, wordt hierin geen onderscheid gemaakt. Eten hoeft geen verzadigd vet te leveren. Het lichaam kan namelijk zelf verzadigde vetzuren aanmaken, bijvoorbeeld uit suikers en andere vetten. Verzadigd vet heeft het lichaam niet nodig als voedingsstof, maar het lichaam maakt verzadigd vet aan als energiereserve of bescherming van de organen. Eten bevat echter altijd verzadigd vet: het is onmogelijk om géén verzadigd vet binnen te krijgen. 10 energieprocent verzadigd vet is het laagste aandeel dat mogelijk wordt geacht in het Nederlandse eetpatroon. Deze hoeveelheid is te halen wanneer minder vette productvarianten (magere zuivel, mager vlees en magere vleeswaren) worden gekozen en wanneer niet te veel chocolade, koek, gebak, snacks en zoutjes worden gegeten, zoals te zien is aan het voorbeeldmenu. Maximaal 10 energieprocent per dag wil zeggen: niet meer dan ongeveer 28 gram verzadigd vet per dag voor mannen en ongeveer 22 gram voor vrouwen. Voor baby’s tot een half jaar geldt 25 energieprocent, voor kinderen tot 4 jaar geldt een geleidelijke overgang naar 10 energieprocent. Om minder verzadigd vet binnen te krijgen, is het belangrijk minder levensmiddelen te consumeren waar vet in zit met een ongunstige vetzuursamenstelling. Ongunstig wil zeggen dat het vet zowel verhoudingsgewijs als absoluut veel verzadigd vet bevat. Vaak kunnen deze producten worden vervangen door producten met een gunstige vetzuursamenstelling, die veel onverzadigd vet en weinig verzadigd vet...

Vetten
Vet is een bron van energie, vitamine A, D en E en essentiële vetzuren. Bij een gezond eetpatroon komt tussen de 20 en 40% van de energie uit vet. Om de kans op hart- en vaatziekten te verlagen, is het van belang te kiezen voor producten met zo min mogelijk verzadigd vet en geen of weinig transvet. Op basis van scheikundige eigenschappen wordt vet onderscheiden in onverzadigd en verzadigd vet. Vet in voedingsmiddelen bestaat altijd uit een combinatie van beide. Verzadigd vet verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed, vooral van het ''slechte'' LDL-cholesterol, en vergroot daarmee de kans op hart- en vaatziekten. Onverzadigd vet verlaagt juist het cholesterolgehalte, vooral van het ''slechte'' LDL-cholesterol. Transvet, een onverzadigd vet met een afwijkende structuur, vormt hierop een uitzondering: het heeft een nog sterker ongunstig effect op het ''slechte'' LDL-cholesterolgehalte dan verzadigd vet.

Vezels
Als richtlijn geldt voor volwassenen zo’n 30 tot 40 gram voedingsvezels per dag. Het gaat daarbij om vezels die van nature in de voeding aanwezig zijn. Veel mensen krijgen minder vezels binnen dan deze aanbevolen hoeveelheid. Het gemiddelde ligt tussen de 20 en 25 gram. Het advies is om ten minste 2 ons groente, 2 stuk fruit, ongeveer 6 sneetjes volkorenbrood en 2 ons aardappelen-volkoren pasta of rijst-peulvruchten per dag te eten. Zo krijg je veel vezels binnen. Voedingssupplementen met vezels kunnen beter alleen in overleg met arts of diëtist worden gebruikt. Langdurig gebruik kan namelijk klachten geven, zoals een 'luie' darm.

Visolie
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Visserij
De visserij kan verdeeld worden naar het vistuig dat wordt gebruikt, de soort vis waarop wordt gevist en het vangstgebied. Voor Nederland is de kust- en zeevisserij het belangrijkste. De zoetwatervisserij is klein. Industriële visserij Buiten Nederland is er ook een tak van industriële visserij. Deze vist op vis die niet aan consumenten wordt verkocht, zoals zandspiering en blauwe wijting. 90% wordt verwerkt tot vismeel en visolie, vooral voor visvoer. De rest wordt direct gevoerd aan kweekvis en dieren in dierentuinen. Kustvisserij De kustvisserij vist in daarvoor aangewezen wateren, namelijk de Oosterschelde, Waddenzee en de voordelta. De kustvisserij en de visserij in de zone tot ongeveer 22 kilometer uit de kust vist met Eurokotters: kleine kotters met weinig diepgang. Ze vissen afwisselend op garnalen, platvis en rondvis, afhankelijk van seizoen en het toegewezen visquotum. Zeevisserij De Nederlandse zeevisserij vist buiten de kustwateren. Er zijn 2 sectoren: de kottervisserij en de trawlervisserij. De Nederlandse vissersvloot bestaat vooral uit kotters. De kottersector wordt ook wel de kleine zeevisserij genoemd. Kotters zijn zeeschepen van tussen de 24 en 60 meter. Er wordt vooral mee gevist op platvis, zoals tong, schol en bot. Een klein deel vist op rondvis. De trawlervisserij wordt de grote zeevisserij genoemd. In de trawlervisserij worden de vissen aan boord gekoeld, gesorteerd op soort en grootte, ingevroren, verpakt en opgeslagen. Er wordt vooral gevist in de noordoostelijke Atlantische Oceaan, bij Ierland, Schotland, Het Kanaal en de Golf van Biskaje, op haring, makreel, wijting en sardinella (een haringachtige). Er wordt ook gevist bij West-Afrika (Mauritanië en Marokko). Zoetwatervisse...

Vis
Vissen zijn gewervelde dieren die in water leven. Ze halen adem via hun kieuwen. Weekdieren zonder wervel en kieuwen, zoals kwallen en inktvis, en schaal- en schelpdieren, zoals kreeft, oesters en mosselen, zijn officieel geen vissen. Maar ze worden wel tot 'vis' gerekend in de voedingsrichtlijnen. Vissen planten zich in een bepaalde periode van het jaar voort. Voor de meeste vissen zijn dat de maanden april tot en met juni. Voor haring is dat oktober en november. Dit is de zogenaamde paaiperiode. Volwassen vrouwtjesvissen produceren dan eitjes of kuit en schieten die in het water. Mannetjesvissen produceren hom, waarmee ze de eitjes bevruchten. Vis bevat nauwelijks bindweefsel en het bindweefsel dat erin zit, is nauwelijks ontwikkeld. Daardoor is het losser van structuur dan vlees. Het is vaak blank van kleur, omdat er geen grote bloedvaten door het weefsel lopen. Alleen het ‘vlees’ van sommige grote vissen, zoals tonijn, is roodgekleurd. In het wild dankt zalm zijn roze kleur aan het eten van garnalen en planktonkreeftjes. Bij kweekzalm wordt hiervoor een kleurstof aan het voer toegevoegd. Indeling van vis Vissen zijn op verschillende manieren in te delen: Visfamilies Vissen die tot dezelfde familie behoren, hebben bijvoorbeeld dezelfde vorm staartvin of hetzelfde aantal rug- of buikvinnen. Voorbeelden van visfamilies zijn de: haring--makreelachtigen (haring, sardien, makreel) kabeljauwachtigen (kabeljauw, schelvis, wijting, koolvis) zalmachtigen (zalm, forel). Zout- of zoetwatervis Een belangrijk verschil is dat tussen zout- en zoetwatervissen. Er zijn een paar soorten vis die rondtrekken en zowel in zoet als zout water leven, zoals ...

Visvetzuren
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

VISwijzer
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Vitamine A
Vitamine A of retinol is een vitamine die oplosbaar is in vetten. Vitamine A zit in dierlijke producten en komt vooral in lever voor. Het lichaam maakt ook zelf vitamine A aan uit plantaardige producten. Vitamine A is goed voor de huid, ogen, de groei en de weerstand. Een teveel aan vitamine A kan schadelijk zijn voor kinderen en zwangere vrouwen.

Vitamine B1
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.

Vitamine B11
Informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de website van het Voedingscentrum.