Rob's Budget menu's
	
	Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. 
	De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. 
	We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
	
Categorie: Landbouw, voedsel en voedselverwerking  > Recepttermen
Datum & Land: 11/04/2013, NL ...
Woorden: 435
	
	
		
			
		
		
								
		
	
				
Aanzweten
 Het zachtjes in boter of vet verwarmen van groenten om ze zacht te maken zonder dat ze van kleur veranderen
				
				
Aanzetten
 Verhitten en kleuren van ingrediënten
				
				
Aanlengen
 Het toevoegen van een hoeveelheid vloeistof (bouillon, melk, water) aan soepen, sauzen of gerechten om een te sterke smaak, bijvoorbeeld een te zoute bouillon, af te zwakken, een te dikke soep of saus dunner te maken of een hoeveelheid te vergroten 
				
				
Aanbraden
 Rondom dichtschroeien en bruin laten kleuren van vlees Vers product (aardappelen, groenten, kruiden, maar ook vis, vlees, wild en gevogelte) in een bakpan even met hete olie of boter in aanraking laten komen Wordt ook wel aanbraden, dichtschroeien of fruiten genoemd In de oven gebeurt dat bij circa 200ºC, waarna meestal wordt teruggeschakeld naar een iets lagere temperatuur (150-180º)
				
				
Abricoteren
 Gebak bestrijken met warme, gezeefde abrikozenjam om het een glanzend uiterlijk te geven en uitdrogen tegen te gaan
				
				
Abbatage
 Het slachten en verdelen van slachtvee, wild, gevogelte ed
				
				
Abattis
 Poten, vleugeluiteinden, nek, kop, lever en spiermaag van gevogelte Het woord is afgeleid van abattre = slachten
				
				
Abaisse
 Stuk deeg, dun uitgerold met behulp van een deegroller
				
				
Adelijk  Wild
gevogelte dat gedurende langere tijd bestorven is en hierdoor een smaak heeft ontwikkeld
				
				
Afschuimen
 Met een schuimspaan het schuim van de oppervlakte scheppen Het afscheppen van vetdeeltjes of gestolde eiwitten die tijdens het kookproces naar de oppervlakte komen
				
				
Afschroeien
 Afbranden van de restjes van veertjes na het plukken van gevogelte Op hoge temperatuur in de oven een kleurtje krijgen van bv opgeklopt eiwit
				
				
Afritsen
 Met behulp van een vork het afhalen van rode bessen van hun steel
				
				
Afkloppen
 Crème of saus au bain-marie met garde roeren tot deze warm is Gistdeeg kneden tot er geen luchtbelletjes meer inzitten
				
				
Afhangen
 Vlees en met name wild moet na het moment van slachten nog een tijd rusten (rijpen) alvorens het tot gerechten verwerkt kan worden Bij het langdurig laten afhangen van wild spreekt men ook wel van faisanderen of `adellijk' laten worden van wild
				
				
Afblussen
 Toevoegen van vloeistof aan gebakken of gebraden voedsel in een pan
				
				
Aïoli
 Provençaalse knoflook-mayonaise
				
				
Aiguillettes
 Lange, gelijkmatig gesneden reepjes vlees en gevogelte
				
				
Al dente
 Het net gaar, bijtgaar, koken van pasta gerechten,of groenten
				
				
Amourette
 Mergpijp van kalf Wordt bereid als hersenen en als garnituur gebruikt in timbaaltjes of pastei
				
				
Apprêt
 Verzameling van diverse culinaire processen, bijdragend tot de totale bereiding van een gerecht
				
				
Appareil
 Het mengsel, de massa (klaar voor gebruik)
				
				
Aperitief
 Alcoholische dranken of vruchtendranken voor de maaltijd, bv sherry, port, vermouth, tomatensap, sinaasappelsap druivensap, grapefruitsap
				
				
Arroseren
 Arroseren (afgeleid van het Franse werkwoord arroser - begieten), vindt plaats tijdens het bakken of braden Het is het besprenkelen of bedruipen met vocht: water, bouillon of het braadvocht Arroseren moet producten voor uitdroging behoeden Bovendien geeft het vocht extra kleur aan het gebraad Opletten voor spatten tijdens het bedruipen als op hoge temperatuur wordt gewerkt
				
				
Aromaten
 Kruiden of specerijen die smaak, geur en soms kleur aan gerechten geven
				
				
Archiduc
 Bereiding met room en champignons
				
				
Assaisonner
 Op smaak brengen 
				
				
Aspic
 Een heldere gelei, van vis, gevogelte of vlees Gemaakt van ingekookte bouillon en gelatine Wordt oa gebruikt voor terrines, als garnering en om koude schotels te glaceren
				
				
Aumônière
 Wijze van garneren, waarbij de vulling in deeg of in een flensje is verpakt De aumônière is dichtgemaakt met behulp van bieslook, julienne van prei, enz.
				
				
Au gratin
 Gerechten die bedekt worden met een saus, broodkruimels en-of geraspte kaas en daarna gebakken of gegrild worden
				
				
Au bleu
 Een kook methode voor levende zoetwatervis De vis wordt verdoofd en in een pan gelegd Hij wordt bestrooid met azijn en gekookt in hofbouillon
				
				
Au Bain Marie
 Pan met heet water waarin een andere pan wordt geplaatst om een gerecht te verwarmen Het wordt zodoende niet warmer dan 80 à 90 graden Wordt ook gebruikt om gerechten op temperatuur te houden Het au bain-marie verwarmen (of binden) van gerechten wordt gedaan om schiften of aanbranden te voorkomen
				
				
a point
 Het vlees is licht rosé en geeft nog wat weerstand, zoals het puntje van de neus
				
				
A la minute
 Zo kort mogelijk voor het serveren bereiden
				
				
A la Grecque
 Dit betekent dat er een tomatendressing aan het gerecht is toegevoegd Meestal betreft het een gerecht van gekookte groenten, die als salade worden geserveerd De tomatendressing bestaat uit tomaten, verse kruiden, citroensap en olijfolie
				
				
A la bouquetière
 Kleine vakjes verschillend gekleurde groenten opgedaan oa met gebraden vlees en tournedos
				
				
A la Bourguignonne
 Garnituur van gestoofde champignons, ui, spek en Bourgognewijn
				
				
A la ficelle
 Voorzichtige kookwijze waarbij vlees aan een touw verbonden aan een pollepel, die boven de pan ligt, gekookt wordt
				
				
A l'anglaise
 In water gaar koken, laten uitlekken, drogen en met een klontje boter opdienen van groenten
				
				
Barquettes
 Schuitjes van deeg of chocolade
				
				
Baron
 Een braadstuk van de bouten en het zadel (schaap-lam)
				
				
Barderen
 Met spek omwikkelen, of met spek bedekken, meestal om teer vlees te beschermen tegen te veel hitte
				
				
Barbecueën
 Het op een rooster boven een gloeiend houtskoolvuur (of alternatief) gaarmaken van vlees, vis, groenten, fruit of andere producten In essentie bestaat een barbecue uit een vuurbak voor de gloeiende kooltjes en een metalen rooster om de gerechten boven de gloeiende kooltjes te houden
				
				
Ballotine
 Vlees, gevogelte of vis, uitgebeend of ontgraat, gevuld, opgerold en opgebonden; wordt meestal gepocheerd of gesmoord
				
				
Baksel
 Een bakje water gaat het uitdrogen van je baksel tegen
				
				
Bakkerellen
 Bakkerellen is een bereidingstechniek, die uitermate geschikt is voor het bakken van magere varkensvleesproducten Haal hiervoor het vlees uit de koelkast, wrijf het in met olijfolie, peper en-of kruiden en laat het vlees ca 30 minuten afgedekt buiten de koelkast op temperatuur komen Verwarm een koekenpan (met antiaanbaklaag) even voor op hoog vuur Zet daarna het vuur op halve stand Leg het vlees voorzichtig in de pan, deze is op temperatuur wanneer het vlees zachtjes sist Bakkerel het vlees zachtjes door het regelmatig over de bodem te schuiven met een spatel (geen vleesvork) en veelvuldig te keren Het vlees zal tijdens het bakken zachtjes garen en mooi lichtbruin kleuren Eventueel op het laatst nog even op hoog vuur om op te kleuren Haal het vlees uit de pan, zout het en laat het even rusten, alvorens af te werken
				
				
Bakken
 Het bereiden van gerechten in een open pan op hoog vuur en gaar maken van deeg in de oven
				
				
Battuto
 Italiaans voor een mengsel van fijngehakte groenten met spek en ham, dat gebruikt wordt om soepen en stoofschotels op smaak te brengen
				
				
Batterie de Cuisine
 Uitdrukking van profkoks om de essentiele uitrusting aan te geven, die nodig is om voedsel te bereiden
				
				
Bâtonnet
 Frans voor staafje Kleine reepjes, maar dikker dan julienne
				
				
Beurrer
 Met boter bestrijken
				
				
Beurre noisette
 Bruine boter in de kleur van hazelnoot (noisette)
				
				
Beurre manié
 Gelijke hoeveelheden zachte boter en bloem, goed gemengd tot een homogeen mengsel Wordt gebruikt om warme vloeistoffen te binden
				
				
Beurre composé
 Boter met aromaten of andere ingrediënten, gebruikt als garnituur voor gegrild vlees of vis of om sauzen af te maken Belangrijkste voorbeelden zijn de Beurre maître d'hôtel en escargotsboter
				
				
Beslaan
 Door slaande beweging (met platte houten lepel) deeg glad maken
				
				
Beignets
 Vruchten, vooral appelen, plakjes vlees of vis of een gerecht hiervan als voor kroketten, omgeven door bakdeeg en in frituurvet of olie gebakken
				
				
Beetgaar
 Gaarheid waarbij het voedsel zijn stevigheid behoud
				
				
Bedruipen
 Dit is het druppelsgewijs verdelen van vet of vochten over een gerecht Dit kan voor of tijdens de bereiding, met een lepel of speciale druppelspuit Bedruipen voorkomt dat het gerecht uitdroogt omdat het tijdens het bakken een laagje om het gerecht vormt, waardoor het gerecht minder vocht verliest
				
				
Béchamelsaus
 Witte melksaus gebonden dmv een roux (Zie daar) Genoemd naar de hofmeester van Lodewijk XIV, de markies van Béchamel
				
				
Biscotte
 Knapperige toast
				
				
Bindmiddel
 Een middel om gerechten te binden( bloem, maïzena, aardappelzetmeel, gelatine, boter, eieren, enz)
				
				
Binden
 Het steviger (dikker) maken van een saus, soep of crème
				
				
Bigarreaux
 Gekonfijte kersen, rood en ook wel groen en geel
				
				
Bien cuit
 Goed gebakken Het vlees reageert niet meer op de druk van de vinger
				
				
Bisque
 Specifiek aan schaaldieren: een coulis, afgemaakt met witte wijn of cognac en room en als soep geserveerd
				
				
Blini
 Pannenkoekje gemaakt van boekweitmeel
				
				
Blindbakken
 Een taartbodem voorbakken met een steunvulling van speciale bakbonen, peulvruchten of rijst Het deeg behoudt daar door zijn vorm Tegen het einde van de baktijd de bakbonen verwijderen en verder afbakken met of zonder vulling
				
				
Bleu
 Frans voor vlees dat van binnen nog rauw is (engels very rare) 
				
				
Blancheren
 Voedsel in kokend water leggen, wachten tot het water weer kookt en dan onder koud water afspoelen
				
				
Blanc-Manger
 Soort gelei op basis van amandelen Een van de oudste zoete tussengerechten
				
				
Blanc
 Een bouillon van water, bloem en citroensap waarin oa groenten worden gekookt voor het behouden van de kleur; vooral voor artisjokken
				
				
Blussen
 Het bak- of braadproces abrupt onderbreken door toevoeging van een vloeistof (water, bouillon, fond of wijn) om verbranding te voorkomen
				
				
Bouquet garni
 Met een touwtje bijeengebonden bosje verse kruiden
				
				
Bordure Schotelrand
 Een rand van gespoten aardappelpuree rondom een gerecht op een schaal
				
				
Bomberen
 Hoog vullen Ook bol staan van blikjes (dikwijls teken van bederf)
				
				
Bombe
 IJspudding
				
				
Bowl
 Drank van vruchtensap en (of) wijn en stukjes vruchten, wel of niet mousserend
				
				
Bruineren
 Het licht kleuren van groenten (bv ui) waardoor smaakstoffen vrij komen
				
				
Broeien
 Pas geplukt gevogelte overgieten met kokend water
				
				
Brochette
 Frans voor 'klein braadspit' Ingrediënten die aan een vleespen zijn geregen of eromheen gekneed om te worden gegrild of gebarbecued
				
				
Brioche
 Luxe brood of broodje of tulbandgebakje
				
				
Brider
 Het opbinden van gevogelte, vlees of wild
				
				
Brandade
 Het marineren in citroensap van rauwe vis en schelpdieren zodat het zo gegeten kan worden
				
				
Braiseren
 Stoven, in eigen vocht
				
				
Braden
 Het bereiden van vlees in een open pan
				
				
Brunoise
 In kleine blokjes gesneden groenten zoals wortels, prei
				
				
Cassis
 Zwarte bessen
				
				
Casselerol
 Kleine pan met deksel In Frankrijk algemene naam voor pannen met steel, nl koekenpan, steelpan, stoofpotje De laatste van vuurvast aardewerk met korte steel en deksel voor ovengebruik (stew: gestoofd gerecht) Ook om op een komfoortje een gerecht aan tafel warm te houden, bv kaasfondue
				
				
Casolette
 Kleine bakjes van porselein
				
				
Casino broodvorm
 Rechte langwerpige vorm, meestal voorzien van ribbels en soms van een deksel, voor het bakken van casinobrood
				
				
Carpaccio
 Gerecht van flinterdun gesneden rauw (rund)vlees, bedruppeld met olijfolie en vinaigrette, soms met vlokken Parmezaanse kaas bedekt
				
				
Carcasse
 Karkas, geraamte van gevogelte-wild dat overblijft als vlees eraf is gehaald
				
				
Caramel
 Lichtbruin gebrande suiker
				
				
Canneleren
 Een ribbelpatroon aanbrengen in de schil van groenten of vruchten
				
				
Canapés Hors d'oeuvre
 stukjes toast belegd met delicatessen Wild en vlees: toastjes bestreken met puree of farce
				
				
Caisse
Papieren vormpjes om bv cake in te bakken of om taartjes in op te doen
				
				
Chinoise
 Groenten snijden in Chinese ruit (wybertjesvorm)
				
				
Chinois
 Fijnmazige, conische zeef waar ingrediënten met een (houten) lepel doorheen worden geduwd Vooral gebruikt voor het zeven van sauzen 
				
				
Chiffonade
 Bladgroenten of kruiden die worden opgerold om ze vervolgens dwars in dunne reepjes te kunnen snijden En juliènne (in zeer fijne reepjes) gesneden sla, zuring, witlof
				
				
Chemiseren
 Het bekleden van een vorm met een laag gelei
				
				
Chaud-froid
 Bereiding die warm werd klaargemaakt en koud wordt geserveerd Deze kan van vlees, gevogelte, vis of wild zijn De stukken zijn eerst afgekoeld, genapeerd met een witte of bruine saus en daarna met gelei afgeglansd