Biologiepagina - Begrippenlijsten

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch
Datum & Land: 10/07/2017, NL
Woorden: 485


HCG
[Voortplanting] Humaan Chorion Gonadotropine Hormoon, een hormoon dat door het kiemblaasje (blastocyste) gevormd wordt en dezelfde werking heeft als LH. Onder invloed van HCG wordt de productie van oestrogeen en progesteron voortgeze

Hemoglobine
[Gaswisselinguitscheiding] Kleurstof in rode bloedcellen, die zuurstof en koolstofdioxide bindt en daardoor voor het transport van deze stoffen zorgt

helixstructuur
[DNA] de molecuulstructuur van het DNA, dat uit een dubbelspiraal bestaat en RNA dat uit een enkelspiraal bestaat. Een helix is een spiraalvorm waarbij elk punt dezelfde afstand heeft tot de centrale as

Herpes
[Voortplanting] (genitalis) een seksueel overdraagbare aandoening (soa). De oorzaak is een virus. Bij een besmetting komen er blaasjes op de huid en slijmvliezen van de penis, de vagina en de anus

HIV
[Voortplanting] Human Immunodeficiency Virus, virus dat de ziekte aids veroorzaakt

Homeostase
[Gaswisselinguitscheiding] Verschijnsel dat allerlei factoren in het inwendige milieu met behulp van feedbacksystemen op een bepaalde normwaarde gehouden worden

Hormonen
[Voortplanting] chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed worden afgegeven en processen in het lichaam regelen

Houtvaten
[Energie] transportkanaal voor water en zouten, soms ook voor organische stoffen. Bij het ontstaan van houtvaten worden de wanden tussen in elkaars verlengde liggende cellen opgeruimd, waarna de cellen sterven

Houtvaten
[Planten] transportkanaal voor water en zouten, soms ook voor organische stoffen. Bij het ontstaan van houtvaten worden de wanden tussen in elkaars verlengde liggende cellen opgeruimd, waarna de cellen sterven.

Huidmondjes
[Energie] openingen in de opperhuid van planten, bestaande uit twee sluitcellen rond een regelbare spleet. De huidmondjes dienen voor de gaswisseling.

Huidmondjes
[Planten] openingen in de opperhuid van planten, bestaande uit twee sluitcellen rond een regelbare spleet. De huidmondjes dienen voor de gaswisseling.

hypotoon
[Onderzoek] de osmotische waarde van het externe milieu is lager t.o.v. het interne milieu

Hypothalamus
[Voortplanting] gedeelte van de tussenhersenen. De hypothalamus staat in verbinding met de hypofyse en regelt door de afscheiding van neurohormonen de werking van de hypofyse

Hypothalamus
[Gaswisselinguitscheiding] Deel van de hersenen, die o.a. Het regelcentrum is van je lichaamstemperatuur

Hypofyse
[Gaswisselinguitscheiding] Een hormoonklier onder aan de hersenen, die in verbinding staat met de hypothalamus en o.a. stimulerende hormonen afscheidt. Stimulerende hormonen stimuleren de werking van andere hormoonklieren

Hypofyse
[Voortplanting] hypofyse of hersenaanhangsel is een hormoonklier onder aan de hersenen, die in verbinding staat met de hypothalamus en o.a. stimulerende hormonen afscheidt. Stimulerende hormonen stimuleren de werking van andere hormoonklieren

hypothese
[Onderzoek] een mogelijke verklaring voor een bepaald natuurwetenschappelijk verschijnsel; veronderstelling

hypertoon
[Onderzoek] de osmotische waarde van het externe milieu is hoger t.o.v. het interne milieu

Hyperventilatie
[Gaswisselinguitscheiding] Wie hyperventileert, ventileert meer dan nodig om het koolstofdioxide-gehalte in het bloed (de CO2) op de normale hoogte te houden.

hydrofiel
[Onderzoek] waterminnend

hydrofoob
[Onderzoek] waterafstotend

ICSI
[Voortplanting] KI-methode, waarbij een zaadcel in een eicel wordt geinjecteerd

intraspecifieke competitie
[Ecosysteem] concurrentie binnen de soort.

Inwendig milieu
[Gaswisselinguitscheiding] Ruimten in het lichaam die niet op de buitenwereld zijn aangesloten. Het bloed, weefselvocht en de cellen behoren tot het inwendige milieu

interfase
[Cellen] de fase tussen twee celdelingen in

interne milieu
[Onderzoek] de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma

Interpleurale ruimte
[Gaswisselinguitscheiding] De ruimte tussen borstvlies en longvlies met daarin een dun vloeistoflaagje

Inspiratoir reservevolume
[Gaswisselinguitscheiding] Hoeveelheid lucht die bij een maximale inademing extra kan worden ingeademd (IRV)

Indaling
[Voortplanting] stadium van de bevalling, waarbij het hoofdje van de foetus in de bekkenholte komt te liggen

isotoon
[Onderzoek] de osmotische waarde van het interne en externe milieu is gelijk

Kapsel van Bowman
[Gaswisselinguitscheiding] Nierkapseltje, hier wordt door ultrafiltratie voorurine gemaakt

Karyogram
[Voortplanting] een chromosomenportret

karyogram
[DNA] een chromosomenportret

kernmembraan
[Cellen] buitenste laag van het kernplasma

kernporie
[Cellen] opening in het kernmembraan

Kinetische energie
[Planten] bewegingsenergie

Klassieke biotechnologie
[Energie] gebruik maken van bacterien en schimmels voor het bereiden van voedsel

Klievingsdelingen
[Voortplanting] celdelingen waarbij geen celgroei optreedt.

knolletjesbacterie
[Ecosysteem] stikstofbindende bacterie in de wortelknolletjes van vooral vlinderbloemige planten

Koolstofassimilatie
[Energie] de vorming van glucose uit koolstofdioxide en water m.b.v. energie. (Bijv. Fotosynthese)

Koolstofassimilatie
[Planten] de vorming van glucose uit koolstofdioxide en water m.b.v. energie. (Bijv. Fotosynthese)

koolstofkringloop
[Ecosysteem] cyclische reeks van processen die koolstofatomen in en buiten organismen doorlopen

Koolzuuranhydrase
[Gaswisselinguitscheiding] De rode bloedcel bevat een enzym, koolzuuranhydrase, dat koolstofdioxide kan omzetten naar bicarbonaat

Kunstmatige inseminatie
[Voortplanting] (KI) kunstmatig inbrengen van sperma in het vrouwelijk voortplantingsstelsel

kunstmest
[Ecosysteem] bestaat vooral uit stikstofhoudende mineralen en fosfaat

Lactose
[Energie] melksuiker

lactose
[Vertering] melksuiker

leukoplasten
[Cellen] kleurloze korrels in planten, die zich nog kunnen ontwikkelen tot chromoplasten, chloroplasten of zetmeelkorrels

lever
[Vertering] orgaan in de buikholte dat bij vele processen betrokken is o.a. vertering, stofwisseling, bloedvorming en afbraak en uitscheiding

Levercirrose
[Gaswisselinguitscheiding] Leveraandoening, waarbij door o.a. overmatig alcohol levercellen beschadigen en worden vervangen door bindweefsel waarin vet wordt opgeslagen

LH
[Voortplanting] LH of Luteïniserend Hormoon is een hormoon, dat afgescheiden wordt door de voorkwab van de hypofyse en invloed heeft op de interstitiele cellen in de testes en de follikel in een eierstok

Lichaampje van Malpighi
[Gaswisselinguitscheiding] Het nierkapseltje met de haarvatenkluwen samen

Lichtreactie
[Planten] deelproces van de fotosynthese waarbij lichtenergie wordt gebruikt voor de vorming van ATP en de binding van waterstof aan een co-enzym.

Lignine
[Energie] houtstof

lipase
[Vertering] enzym van de alvleesklier dat vetten splitst tot glycerol en drie vetzuren

Lipide
[Energie] ander woord voor vetten

lipiden
[Vertering] vetten

Lipoproteïnen
[Gaswisselinguitscheiding] Verbindingen van vetten en eiwitten

Lis van Henle
[Gaswisselinguitscheiding] Gedeelte van het nierkanaaltje in een niereenheid. In het nierkanaaltje wordt de voorurine geconcentreerd tot urine

Longblaasje
[Gaswisselinguitscheiding] Gedeelte van de longen waar de gaswisseling tussen bloed en lucht plaats vindt

Longemfyseem
[Gaswisselinguitscheiding] Vorm van COPD, waarbij een groot aantal longblaasjes kapot zijn en fijne vertakkingen van de bronchiolen zijn dichtgeklapt

Longvlies
[Gaswisselinguitscheiding] Bekleding van de longen. Het longvlies is door een vloeistof gescheiden met het borstvlies

lymfevat
[Vertering] onderdeel van het lymfestelsel; deze vaten vervoeren vooral vocht en witte bloedcellen

lysosomen
[Cellen] blaasjes die door het golgisysteem worden gevormd en verteringsenzymen bevatten

maagportier
[Vertering] de kringspier tussen de maag en de twaalfvingerige darm. De maagportier werkt o.i.v. de pH in de twaalfvingerige darm. De maagportier laat een klein beetje van de voedselbrij door naar de twaalfvingerige darm.

maltase
[Vertering] enzym dat maltose afbreekt tot twee moleculen glucose

maltose
[Vertering] een disacharide

Meiose
[Voortplanting] meiose of reductiedeling is een combinatie van opeenvolgende kerndelingen, waardoor haploïde kernen ontstaan uit een diploïde kern. Meiose omvat meiose I en meiose II

Melkzuur
[Energie] organische stof, die ontstaat bij de anaerobe dissimilatie van glucose in spieren en micro-organismen.

Melkzuurgisting
[Energie] C6H12O6 (glucose) --> 2 C3H6O3 (melkzuur) + energie. Deze reactie vindt plaats door melkzuurbacterien en in spieren. Bijv. Gebruikt bij de productie van yoghurt en zuurkool.

Menstruatie
[Voortplanting] periodieke (maandelijkse) baarmoederbloeding bij de meeste primaten

Meristemen
[Planten] het meristeem of plantaardig delingsweefsel bevindt zich op speciale plaatsen in de plant.

metastase
[DNA] uitzaaiing van tumoren naar andere lichaamsdelen

micro-organismen
[Onderzoek] alle organismen die te klein zijn om met het blote oog waar te nemen, zoals bacterie en schimmel

microvilli
[Vertering] zijn microscopische uitstulpingen van het celmembraan die het oppervlak van cellen drastisch vergroten. Microvilli zijn te vinden in de dunne darm

mitochondriaal DNA
[DNA] (mtDNA) klein ringvormig DNA in de mitochondrien, wat alleen via de eicel aan een volgende generatie wordt doorgegeven

mitochondrium
[Cellen] organel waarin verbranding plaats vindt (vrij maken van energie)

mitose
[Cellen] kerndeling waardoor twee kernen ontstaan die hetzelfde genotype hebben als de oorspronkelijke kern

mitose
[DNA] kerndeling waardoor twee kernen ontstaan die hetzelfde genotype hebben als de oorspronkelijke kern

Monosacharide
[Energie] suikers met één ringstructuur in het molecuul, veelal met vijf of zes C-atomen, zoals glucose, fructose en ribose. Uit monosachariden worden di- en polysachariden opgebouwd.

monosacharide
[Vertering] suikers met één ringstructuur in het molecuul, veelal met vijf of zes C-atomen, zoals glucose, fructose en ribose. Uit monosachariden worden di- en polysachariden opgebouwd.

mutatie
[Cellen] verandering in de volgorde van het DNA of RNA

mutatie
[DNA] verandering in de volgorde van het DNA of RNA

Mutaties
[Voortplanting] verandering in het DNA van een organisme

Mycelium
[Planten] schimmeldraden

NAD
[Planten] nicotineamide Adenine Dinucleotide, een co-enzym van de dissimilatie dat gemakkelijke waterstof opneemt en afstaat.

NADPH
[Planten] Nicotine Amide Dinucleotide Fosfaat, een co-enzym van de C-assimilatie, dat gemakkelijk waterstof opneemt of afgeeft

Nageboorte
[Voortplanting] de placenta, navelstrengresten en de vruchtvliezen verlaten het lichaam van de moeder

Navelstreng
[Voortplanting] streng die het embryo van zoogdieren verbindt met de placenta. De navelstreng bevat twee slagaders en een ader

netto primaire productie
[Ecosysteem] per tijdseenheid door producenten gevormde (meetbare) biomassa na aftrek van de door dissimilatie verbruikte organische stof. Dit is alle biomassa waarmee weefsels kunnen worden opgebouwd in autotrofe organismen.

Nettoproductie
[Energie] brutoproductie van een plant min de dissimilatie

Nefron
[Gaswisselinguitscheiding] Niereenheid, bestaande uit een nierkapsel, een haarvatenkluwen in het kapsel en een nierkanaaltje

Negatieve terugkoppeling
[Voortplanting] een stof remt zijn eigen aanmaak

Nierbekken
[Gaswisselinguitscheiding] Deel van de nier waarin de urine verzamelt wordt

Niermerg
[Gaswisselinguitscheiding] Binnenste van de twee lagen van de nier. Hier wordt de echte urine gevormd

Nierschors
[Gaswisselinguitscheiding] Buitenste van de twee lagen in de nier. Hier wordt de voorurine gevormd

nitraat
[Ecosysteem] de anorganische stof NO3-

nitraatbacterie
[Ecosysteem] zetten nitrietionen (NO2-) om in nitraationen (NO3-)

nitriet
[Ecosysteem] de anorganische stof NO2-

nitrietbacterie
[Ecosysteem] zetten ammoniak en ammoniumionen om in nitrietionen (NO2-)