Kennisconsult Managementwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274
relatiekaart
Affinity charting is een techniek om relaties tussen items (data) te ontdekken. Begonnen wordt met een bepaald data-item, (bijvoorbeeld een klacht van een klant over een bepaald product). Vervolgens wordt intern naar verwante items gezocht (bijvoorbeeld klachten van andere klanten of klanten die weigerden te betalen of die goederen hebben teruggestuurd, omdat ze niet tevreden waren over het product). Het eindresultaat is een aantal groepen items die bij elkaar horen en die je nader kunt analyseren en die je nieuwe inzichten kunnen verschaffen (bijvoorbeeld hoe je je product zou kunnen verbeteren). Hoe ga je te werk? Elke deelnemer krijgt post-it blaadjes (of iets dergelijks) en kan gedurende een beperkte tijd (bv. 5 minuten) zijn gedachten, meningen en ideeën kwijt (elke uiting op een apart blaadje). Vervolgens worden de blaadjes van alle deelnemers bij elkaar gevoegd en wordt gezocht naar verwantschap tussen de diverse bijdragen. Dat levert kopjes op waaronder de bijdragen kunnen worden gesorteerd.
regressie
Achteruitgang; terugkeer naar een vorig stadium
registeraandelen
Aandelen die in een centraal register staan ingeschreven. Registeraandelen zijn altijd aandelen op naam.
restwaarde
(1) Waarde van een goed, uitgedrukt als functie in de tijd. Hoe langer al in gebruik hoe geringer de waarde. (2) Theoretische opbrengst voor een bedrijfsmiddel dat niet meer voor de productie wordt ingezet.
representatief
(1) presentabel: een goede indruk makend; (2) Als deel van een groter geheel een betrouwbare indruk gevend van dat geheel.
redundant
(1) overbodig; (2) meer dan strikt noodzakelijk.
referentietest
(1) Een standaard tegen welke metingen of vergelijkingen kunnen worden gemaakt; (2) Een test die gebruikt moet worden om componenten of systemen met elkaar te vergelijken of met een standaard zoals in (1). [Naar IEEE 610].
reparatie
(1) Het proces waarin een fout of een mankement in een product of een onderdeel wordt gecorrigeerd. (2) Producten die een reparatie of corrigerende bewerking (herbewerking) behoeven.
relatiediagram
(1) Een hulpmiddel om ideeen te verzamelen en te ordenen op relatie, welke gewoonlijk wordt toegepast in groepssessies. Wordt ook wel aangeduid als KJ-diagram genoemd naar de bedenker Kawakita Jiro. (2) Een manier om feiten, meningen en ideeen te ordenen met de bedoeling een complex probleem te analyseren.
rekeningnummer
(1) Een code die is toegekend aan een rekeninghouder bij een bankinstelling; (2) Een referentiecode aan de hand waarvan gegevens van relaties kunnen worden opgezocht in de databases van een organisatie..
regelgrens
Afwijking van een gestelde norm waarbij nog niet wordt ingegrepen. Wordt de afwijking nog groter dan wordt bijgestuurd.
resourcemanagement
Alle werkzaamheden verband houdend met een verantwoorde inzet van personeel en middelen.
rentabiliteitsanalyse
Analyse van activiteiten en kosten van een organisatie in relatie tot hun bijdrage aan de winst.
reacties op vragen van de klant
Antwoorden aan de klant in reactie op vragen betreffende de status van de opdracht, bevestiging van de order, technische informatie, kalenderdata die van toepassing zijn op de verzending, gegevens betreffende de kwaliteit enz.
requisite variety
Ashby's Wet van Requisite Variety: de functies in een organisatie moeten net zo divers zijn als de functies in de buitenwereld waarmee organisaties moeten omgaan en de variëteit van het leiderschapsgedrag moet overeenstemmen met de situatievraag die ermee parallel gaat (Bass).
relatieconflict
Conflict tussen groepsleden over interpersoonlijke aangelegenheden.
real time
Dataprocessing die plaats vindt op het moment dat een gebeurtenis plaatsvindt of een proces aan de gang is.
reparatie-onderdelenvraag
De behoefte voor een onderdeel dat als een zelfstandige eenheid kan worden verkocht, dit in tegenstelling tot dat wat in de productie wordt gebruikt om een hoger-niveau product te maken.
rechtsvoorganger
De drager van rechten en plichten die is opgevolgd door een ander.
reclameresponsfunctie
De functie die de relatie aangeeft tussen advertentie-uitgaven en veranderingen in verkoopcijfers en marktaandeel
rentecurve
De grafische weergave van de relatie tussen rente en looptijd. De horizontale as geeft de looptijd aan, de verticale as de rentevergoeding. Onder normale omstandigheden zal de rente op kortlopende leningen lager zijn dan die op langer lopende leningen. De grafiek zal dan een oplopende en in een later stadium afvlakkende curve weergeven.
regel van Pi
De hardnekkige neiging om te optimistisch te zijn als men een tijdsduur moet schatten voor een activiteit of project, zelfs als men er zich bewust van is dat men die neiging heeft.
reclameboodschap
De inhoud die men kenbaar wil maken aan het publiek middels een reclame-uiting.
rechtsvorm
De juridische vorm waarin een onderneming wordt gedreven. In het Nederlands recht kennen we rechtvormen zonder rechtspersoonlijkheid (eenmanszaak, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap en maatschap) en rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid (besloten vennootschap, naamloze vennootschap, europees economisch samenwerkingsverband, europese naamloze vennootschap, vereniging, waaronder de cooperatieve vereniging en de onderlinge waarborgmaatschappij, de stichting).
response flexibility
De mate waarin de configuratie van een productiesysteem kan worden aangepast.
representativiteit
De mate waarin een element een afspiegeling is van het grotere geheel waar het deel van uitmaakt.
reproduceerbaarheid
De mate waarin het mogelijk is om een bepaald resultaat nogmaals tot stand te brengen onder vergelijkbare omstandigheden en met gebruikmaking van vergelijkbare processen en middelen.
relevantie
De mate waarin iets van toepassing of van betekenis is voor een bepaald onderwerp.
reserve capaciteit
De mogelijkheden die een onderneming heeft om met de bestaande productiecapaciteit te komen tot een hogere productie.
rentabiliteit op het eigen vermogen
De nettowinst in verhouding tot het eigen vermogen (berekend: netto-winst gedeeld door het (gemiddeld) eigen vermogen). De nettowinst moet in principe hoger zijn dan de marktrente, want anders is het winstgevender om de onderneming te staken en het vrijkomend eigen vermogen op de bank zetten.
rentabiliteit
De nettowinst in verhouding tot het geïnvesteerde vermogen.
requisite differentiation
De onderverdeling van de organisatie in organisatorische eenheden, zodanig dat elke eenheid effectief met de eisen van voortbrengingssysteem en omgeving kan omgaan.
reclameplan
De opzet van een reclamecampagne waarin wordt aangegeven welke doelen men met de campagne wil bereiken, hoe men dat gaat aanpakken en hoe men achteraf gaat meten in hoeverre de campagne in zijn opzet is geslaagd.
Relatiepartner
De persoon met wie de werknemer, met het oogmerk duurzaam samen te leven, een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een ten bewijze daarvan door de werknemer aan de werkgever overgelegde notariÎle verklaring/schriftelijke verklaring overeenkomstig door het bevoegd gezag gestelde regels ingericht.
rekenprijs
De prijs waarvoor een onderneming denkt haar goederen of diensten te kunnen verkopen
realisatiedatum
De realisatiedatum is de datum waarop een uit te voeren taak echt is voltooid.
reclame code commissie
De Reclame Code Commissie en, in beroep, het College van Beroep hebben tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de bepalingen van de Nederlandse Reclame Code.
relevante geografische markt
De relevante geografische markt is het gebied waarbinnen de betrokken ondernemingen werkzaam zijn en waar de concurrentievoorwaarden voldoende gelijk zijn en duidelijk verschillen van de concurrentievoorwaarden in aangrenzende gebieden.
relevante productmarkt
De relevante productmarkt omvat de goederen en/of diensten, die de gebruiker als substitueerbaar beschouwt op grond van productkenmerken, prijs en beoogd gebruik. Bepalend voor de afbakening van de relevante productmarkt zijn onder meer de fysieke en technische karakteristieken van de goederen of de aard van de diensten, prijsverhoudingen en reacties van afnemers op prijswijzigingen.
rentedekkingsfactor
De rentedekkingsfactor geeft aan of de onderneming in staat is de rente over het vreemd vermogen te betalen uit de lopende resultaten.
rentetermijnstructuur
De Rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale rentetermijnstructuur heeft een stijgend verloop. Als iemand zijn geld voor een langere periode uitleent, eist hij normaliter een hogere vergoeding. De RTS neemt in het Financieel Toetsingskader Pensioenfondsen een belangrijke plaats in.
responsieve conflicttheorie
De resonsieve conflicttheorie gaat er van uit dat conflicten niet alleen positief kunnen zijn, maar zelfs een vereiste voor een groep om effectief te kunnen functioneren.
refreezing
De situatie na een ingrijpend veranderingsproces, wanneer iedereen gewend is aan de nieuwe situatie.
rekenkundig gemiddelde
De som van alle getallen uit een reeks gedeeld door het aantal getallen waaruit de reeks bestaat.
rekeningsaldo
De stand van een lopende rekening op enig moment.
realized strategy
De strategie van een onderneming die werkelijk wordt gehanteerd, os van de vraag of het nu gaat om de strategie zoals die oospronkelijk was gepland of de strategie zoals die feitelijk uit de organisatie is komen opborrelen.
recovery time objective
De tijd die beschikbaar is om alle hersteltaken inclusief het reconstrueren van gegevens uit te voeren.
resterende gebruiksduur
De tijd die naar verwachting rest tot aan het optreden van de eerstvolgende fout.
realisatiekloof
De tijd tussen de constatering van een behoefte in de markt en de lancering van een product of dienst, waarmee in deze behoefte wordt voorzien
reservation price
De uiterste waarde van wat in het kader van een onderhandelingspunt nog acceptabel is. Bv. voor een verkoper het bedrag dat hij minimaal wil hebben, voor koper het bedrag dat hij maximaal wil betalen.
re-manufacturing
De uitgebreide remake van een bestaand product tot een product met een gelijkaardige functionaliteit.
resultaat
De uitkomst van een handeling, activiteit of proces.
reclame-multiplier
De verandering in de omzet in relatie tot de verandering in reclamekosten.
relatieve frequentie
De verhouding tussen de absolute frequentie en het totaal aantal waarnemingen (vaak uitgedrukt als percentage).
relatie
De verhouding tussen twee taken op basis van hun plaats in een tijdpad.
regelgrenzen
De vooraf vastgestelde niveaus die de boven- en ondergrens aangeven waarbinnen voorraden, productie, omzet enz. in een bepaalde periode mogen schommelen zonder dat er maatregelen behoeven te worden genomen.
revealed preference
De voorkeuren van consumenten zoals deze werkelijk blijken uit hun handelen en niet uit wat zij zeggen.
restpartij
De voorraad die na afloop in de markt van een product overblijft en die niet volgens de normale wijze wordt verkocht.
regievoorraad
De voorraad die ten gevolge van uitbestedingen bij een producent ligt opgeslagen en eigendom van die opdrachtgever is.
relatieve waarde
de waarde voor de klant, berekend als het verschil tussen de aanschafprijs en de prijs die als redelijk is aan te merken.
rendement
De winst behaald op geïnvesteerd vermogen. Als een belegger € 100 rente ontvangt over een tegoed van € 1000, dan bedraagt het rendement op zijn belegging 10%.
registratie
Document waarin feiten, gebeurtenissen, bereikte resultaten of uitgevoerde activiteiten staan opgetekend.
retrospective case description
Een analysetechniek om kennis aan het licht te brengen door middel van de bestudering van een geselecteerd geval (casus), (in deze techniek met de bedoeling meer te weten te komen over gevolgde procedures).
repertory grid
Een analysetechniek om kennis aan het licht te brengen waarbij de expert een lijst items krijgt aangeboden met het verzoek de overeenkomsten en verschillen ertussen aan te geven.
reclassification
Een analysetechniek om kennis aan het licht te brengen waarbij een gerihte discussie plaatsvindt tussen een onderzoeker en een expert met betrekking tot doelen en subdoelen van een bepaalde activiteit of reeks van activiteiten. Bij 'reclassification' gaat het er om aan te tonen dat een bepaald besluit correct is geweest.
rentebewijs
Een andere benaming voor de coupon van een obligatie.
rentedragende stukken
Een andere benaming voor obligaties.
rekenapparaat
Een apparaat waarmee berekeningen kunnen worden uitgevoerd.
referentiefunctie
Een baan die gebruikt wordt als referentiepunt bij functieclassificatie.
rekening courant
Een bank- of girorekening die wordt gebruikt als betaalrekening. Op deze rekening kunnen debiteuren betalen en vanuit deze rekening worden crediteuren betaald.
reclamebureau
Een bedrijf dat gespecialiseerd is in het ontwikkelen en uitvoeren van reclamecampagnes.
repeat buying
Een bestelling waarvan de specificaties en de leverancier identiek zijn aan een eerdere order.
reclamebord
Een bord dat in de openbare ruimte is geplaatst en bedoeld is om vaste of wisselende reclameboodschappen op te vertonen.
revenuemodellen
Een categorie businessmodellen met een strategische invalshoek en verwijst naar de specifieke manieren waarop een businessmodel in staat is om opbrengsten te genereren.
reeks/bereik
Een datastructuur die bestaat uit een lijst van elementen. Ieder element in een array heeft een unieke index waarmee dat element aangeduid kan worden.
record
Een eenheid informatie opgebouwd uit een groep verwante data.
recency effect
Een feit waaraan onwillekeurig meer gewicht wordt toegekend al naar gelang het recenter heeft plaatsgevonden.
redacteur
Een functionaris die teksten schrijft en zich daarnaast bezig houdt met coördinerende activiteiten op de redactie van een krant of tijdschrift.
register
Een geordend bestand met informatie over personen of zaken.
reglement
Een geschrift dat regels bevat omtrent gedrag en te volgen procedures binnen een bepaald verband.
rekeningstelsel
Een gestructureerde reeks grootboekrekeningen op maat gemaakt voor een organisatie, zodat zij mutaties met betrekking tot haar bezittingen, schulden, kosten en opbrengsten kan verwerken in haar financiele administratie.
reductiefactor
Een getal, uitgedrukt in percentages, in de onderdelenregistratie die de te verwachten verliezen gedurende de fabricagecyclus compenseert door òf de brutobehoeften te verhogen òf de te verwachten hoeveelheden, die van de geplande en lopende opdrachten gereed worden gemeld, te verlagen. De reductiefactor verschilt in zoverre van de afvalfactor dat eerstgenoemde factor het gebruik van alle onderdelen en componenten beïnvloedt. De afvalfactor heeft slechts invloed op het gebruik van het betreffende onderdeel.
redeneerkaart
Een grafische weergave van de structuur van een redenering
referentiegroep
Een groep in de samenleving waardoor iemand zich laat beinvloeden bij zijn koopgedrag
resultaatindicator
Een indicator waar aan kan worden afgelezen in hoeverre voldaan wordt aan kwantitatieve criteria.
regelkaart
Een kaart met bovenste en onderste regelgrenzen waarop waarden van metingen van steekproeven of subgroepen worden gezet. Op de kaart is meestal een centrale lijn waarneembaar waardoor een trend in de richting van een van beide regelgrenzen kan worden onderkend.
rekening-courantkrediet
Een kortlopend krediet gekoppeld aan een bankrekening, waarbij de rekeninghouder voor een vooraf overeengekomen bedrag negatief ('rood') mag staan.
recall
Een 'lessons learned' programma dat gebruikt wordt bij NASA. Het bestaat uit een database waarin medewerkers direct hun ervaringen kunnen plaatsen, zodat anderen er kennis van kunnen nemen en er hun voordeel mee kunnen doen.
relationship marketing
Een marketingstrategie die er op is gericht goede en hechte relaties te onderhouden met bestaande klanten.
relatiebeheerder
Een medewerker die verantwoordelijk is voor de analyse, planning, implementatie, controle en evaluatie van activiteiten gericht op een of meer grotere afnemers.
referentiemodel
Een model dat als voorbeeld kan dienen bij de ontwikkeling van nieuwe modellen.
reversal
Een omgekeerde conversie. Een optiestrategie waarbij een relatief geringe winst is gekoppeld aan het afwezig zijn van enig risico. Deze strategie is vrijwel uitsluitend interessant voor professionele handelaren.
registeraccountant
Een onafhankelijke deskundige, die staat ingeschreven in het accountantsregister van het Nederlands Instituut van Registeraccountants (Nivra) die boekhoudkundig en administratief-organisatorisch onderzoek verricht en daaromtrent rapportages uitbrengt.
rechtsgeschil
Een onenigheid die via een rechtszaak tot een oplossing komt.
rechtspersoon
Een organisatie die als zodanig kan deelnemen aan het economische verkeer en drager kan zijn van rechten en plichten. Zo hebben rechtsgeldig opgerichte nv's, bv's, verenigingen, stichtingen en publiekrechtelijke rechtspersonen (zoals gemeenten) rechtspersoonlijkheid. Maatschappen, vennootschappen onder firma en informele verenigiging hebben geen rechtspersoonlijkheid en kunnen dus niet optreden als zelfstandig rechtssubject.
relatiegerichte organisatie
Een organisatie die het cultiveren en optimaliseren van commitment tussen afnemer en aanbieder tijdens hun duurzame interacties als uitgangspunt hanteert. Commitment geeft de intentie weer van partijen de relatie te continueren in de toekomst, ongeacht veranderingen die zich voor kunnen doen in de omgeving.
resultaatsverbintenis
Een overeenkomst waarbij de opdrachtnemer zich verplicht een bepaald resultaat te bereiken. Het maakt hierbij niet uit of hij zijn best doet of niet of dat hij er veel of weinig in moet investeren, als het afgesproken resultaat er maar komt.
rekeningschema
Een overzicht van alle grootboekrekeningen van een boekhouding.
rekeningafschrift
Een overzicht van de stand van zaken van een rekening op enig moment.
rentmeester
Een persoon die het beheer voert over vermogensbestanddelen die niet zijn eigendom zijn.