Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


simuleren
Het nabootsen van bepaalde situaties, gedragingen, eigenschappen, activiteiten, werkwijzen enz.

simulatie
Het nabootsen van de werkelijkheid om zodoende het functioneren van een object of systeem te testen of te voorspellen.

simultaan
Het tegelijkertijd uitvoeren van activiteiten in plaats van achter elkaar.

situationeel leiderschapsmodel Hersey & Blanchard
Het uitgangspunt dat er geen universele stijl van leidinggeven bestaat, maar dat het leiderschap moet worden ingevuld al naar gelang de situatie, waarin het moet worden toegepast.

simpele omgeving
Hiervan is sprake als de ontwikkelingen in de omgeving maar op weinig facetten van de organisatie van invloed zijn.

sitting next to Nellie
Introductie van een nieuwe medewerker door hem te koppelen aan een werknemer die al langer in dienst is.

situationele kennis
Kennis met betrekking tot de context van een probleem, gebeurtenis of situatie.

situationele theorie
Leiderschapstheorie die stelt dat leiders hun leiderschapsstijl moeten afstemmen op degenen aan wie ze leiding moeten geven.

simultane productie
Realisatie van een product waarbij de specificatie-, ontwikkeling-, constructie- en fabricagetaken zo veel mogelijk gelijktijdig worden uitgevoerd.

similarity scaling
Similarity scaling is een techniek om een onderliggende structuur in een gegevensmatrix te visualiseren. Het doel is het plaatsen van objecten in een meerdimensionale ruimte, zodanig dat de onderliggende gelijkheid (of similariteit) duidelijk wordt.

singulariteit
Singulariteit als technologische fenomeen: het moment waarop in een technologische ontwikkeling een zodanige versnelling optreedt, dat haar invloed op de maatschappij niet langer voorspelbaar is.

six sigma
Six sigma is een methodiek voor kwaliteitsverbetering waarbij men er op systematische wijze naar streeft fouten op te sporen en ze te elimineren om hierdoor te komen tot kostenbesparing.

silo
Uitdrukking voor een eenheid of afdeling binnen een organisatie die de neiging heeft erg intern gericht te zijn.

simultaan ontwerp
Wanneer productontwikkeling en procesontwerp gelijktijdig plaatsvinden in plaats van achter elkaar. Middels simultaan ontwerpen wordt bereikt dat product en proces beter op elkaar afgestemd worden. Voorts is er aanzienlijke tijdwinst te boeken.

simplex algoritme
Wiskundig algoritme waarmee een optimale oplossing voor een probleem kan worden gevonden.

sjabloon
Een vorm, waarmee men figuren, documenten, informatie of objecten mee kan modelleren.

skill variety
De mate waarin een taak vereist dat degene die ze uitvoert beschikt over een uitgebreide set vaardigheden.

skilled incompetence
Dit zijn onbewust aangeleerde vaardigheden die mensen behoeden voor gevoelens van onzekerheid en incompetentie die gepaard kunnen gaan met leren.

skill-based cognitive control
Gedrag dat zich afspeelt op het laagste cognitieve niveau, wanneer men geconfronteerd wordt met vertrouwde situaties waarvoor men automatismen heeft ontwikkeld die nauwelijks aandacht vereisen.

skills analysis
het onderdeel van arbeidsanalyse, waarbij specifiek wordt gekeken naar vaardigheden.

slack time
De vertraging die een bepaalde activiteit kan hebben zonder dat dit van invloed is op andere activiteiten.

slotprijs
De slotprijs is of de prijs van de laatst tot stand gekomen transactie op een handelsdag of de middenprijs van de laatste bied- en laatprijzen.

slotkoers
De laatste koers van een effect op een handelsdag.

slank
De letterlijke vertaling van Lean is 'mager'. Verzamelterm voor concepten gericht op het optimaliseren van (bedrijfs)processen. Vertaling voor (bedrijfs)processen = slank en slagvaardig. In dat kader betekent Lean ook 'véél meer doen met véél minder inspanningen'.

slip chart
De Slip Chart methode is een methode om de voortgang van een project te bepalen. De Slip Chart-methode gaat uit van de bestede uren of het bestede budget, maar de kern van de methode is dat periodiek de toekomst voorspeld moet worden - de Estimates To Complete.

sluitingsdatum
Datum waarna iets is afgelopen of niet meer mogelijk is.

sluitpost
(1) De afsluitende boeking van een grootboekrekening; (2) Een voornemen met een lage prioriteit.

slechte aanpak
Een aanpak of een methode aantoonbaar leidt tot slechte resultaten en/of regelrechte mislukkingen en die zeer geschikt is om er lessen uit te trekken voor de toekomst.

sluitende begroting
Een begroting waarbij de geschatte inkomsten gelijk zijn aan de geschatte uitgaven.

slecht nieuws gesprek
Een gesprek waarin een voor de ontvanger onaangename boodschap moet worden overgebracht.

sluitpostmethode
Een methode om een budget te bepalen op basis van nog resterende bestedingsruimte op een begroting.

sleutelhouder
Een persoon aan wie een deel van de encryptiesleutel om berichten te (de-)coderen is toevertrouwd.

slipstrategie
Een slipstrategie is een stabiliteitsstrategie, waarbij er wel nog groei zit in de markt, maar je gaat daar niet meer in mee, bijvoorbeeld omdat je organisatie een omvang heeft, die als optimaal wordt ervaren.

sluitingsverkoop
Effectenbeurs: de verkoop van een openstaande aandelen- of obligatiepositie. Optiebeurs: verkoop van een openstaande optie- of futurespositie. Hierdoor doet de verkoper afstand van de rechten die voortvloeien uit een optiepositie of de plichten die voortvloeien uit een futurespositie. Bij de optiehandel spreekt men meestal van een closing sell.

sluitingskoop
Effectenbeurs: koop van een aandeel of een obligatie om een openstaande short- of baissepositie ongedaan te maken. Optiebeurs: koop van een optie of een future om een openstaande short-positie ongedaan te maken.

slotdividend
Het na het interim-dividend uitgekeerde dividend. De uitkering van het slotdividend vindt plaats nadat de definitieve winstcijfers bekend zijn.

slander
Het verspreiden van valse informatie met de bedoeling schade toe te brengen aan een persoon of zijn reputatie.

sleutel prestatie-indicator
Prestatie-indicatoren waaraan je kunt zien hoe de organisatie scoort op punten die er werkelijk toe doen bij het realiseren van haar deoelstellingen.

SMART
Het SMART-principe is helder, eenduidig en controleerbaar opstellen van haalbare doelen. De letters van SMART staan voor: - specifiek: moet eenduidig omschreven zijn - meetbaar: wanneer (in kwaliteit) is het doel bereikt - acceptabel: gaat de doelgroep en/of het management dit accepteren - realistisch: moet haalbaar zijn - tijdsgebonden: wanneer (in de tijd) moet het doel bereikt zijn.

snail trail
Een navigatiefunctie in websites e.d., waarmee de gebruiker kan zien welk pad hij totnutoe gevolgd heeft om tot de huidige pagina te komen en meestal tevens met de mogelijkheid om op dit pad terug te keren.

snooper
Een persoon of groep personen van binnen de organisatie die zich toegang proberen te verschaffen tot systemen of informatie zonder dat zij daartoe gerechtigd zijn.

snelontwerp
Een quick design of snelontwerp is een techniek voor het opstellen van specificaties voor het toekomstig product. Een quickdesign komt van pas wanneer men meer inzicht wil in het probleem/ontwerp en dit niet mogelijk is op een zuiver analytische manier. De methode is zodoende ook een aanvulling op meer analytische methoden zoals de procesboom en de objectievenboom. De leden van het ontwerpteam schetsen mogelijke totaaloplossingen voor het product. Daarna worden deze oplossingen aan een problem shooting onderworpen, zodat verdere (on)gewenste kenmerken geïdentificeerd worden. Deze kunnen op zich dan vertaald worden naar productspecificaties.

sneeuwbaleffect
Een sneeuwbaleffect is de benaming voor een situatie waarin een gebeurtenis zichzelf steeds verder versterkt, te vergelijken met een sneeuwbal die bij het bergafwaarts rollen steeds groter wordt en steeds sneller naar beneden rolt.

snelle prototyping
Het gebruik van een eenvoudig prototype om een product of systeem dat in ontwikkeling is op beperkte schaal te evalueren in de start- of tussenfases van het ontwikkelingsproces.

snowball sample
Het vragen aan deelnemers aan een marktonderzoek of zijn nog mensen kennen die ook mee willen doen aan het onderzoek.

snob effect
Koopgedrag waarbij mensen zich van anderen willen onderscheiden door juist een ander product te kopen dan wat gangbaar is. Hierdoor treedt het effect op dat de algemene theorie van vraag en aanbod wordt verstoord: de vraag naar het gangbare product valt lager uit dan mag worden verwacht. Het tegenovergestelde hiervan is het bandwagon-effect.

snelle omstelling
Single Minute Exchange of Dies (SMED) staat synoniem voor snel omstellen. De focus ligt op het verlagen van omsteltijden. De SMED-methode is ontwikkeld door Shigeo Shingo.

socialisatie
(1) Het proces waarbij iemand leert om te gaan met anderen in zijn omgeving; (2) Het laten delen van (impliciete) kennis door mensen samen te brengen om gericht te discussiëren of om samen te werken.

sollicitatiestatistieken
Chronologisch overzicht van sollicitanten waarin naast de personalia onder meer wordt bijgehouden wanneer ze op welke functie hebben gesolliciteerd en hoe dat is uitgepakt.

sociaaleconomische managementbenadering
De gedachte dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het management verder gaat dan het maken van winst. In deze benadering behoort het bevorderen van welzijn en welvaart binnen de samenleving ook tot de verantwoordelijkheidsgebieden van het management.

sociale interactie
De invloed die mensen op elkaar hebben in een gemeenschap/groep.

sociale aanwezigheid
De mate waarin een medium (een website, een leeromgeving of vergelijkbaar) het gevoel opwekt dat er sprake is van persoonlijk contact tussen het medium en de gebruiker.

solvabiliteit
De mate waarin een organisatie bij een eventuele opheffing aan al haar financiële verplichtingen kan voldoen.

sociale omgeving
De omgeving van een organisatie die bepaald wordt door demografische omstandigheden en ontwikkelingen, de heersende cultuur, tradities en gewoonten.

sociale status
De positie die iemand inneemt in de samenleving.

sociale lasten
De premies die moeten worden afgedragen voor werknemersverzekeringen,

Sociaal Economische Raad
De SER adviseert de regering en het parlement over de hoofdlijnen van het te voeren sociaal-economisch beleid. Daarnaast is de SER belast met bestuurlijke en toezichthoudende taken. Zij bestaat uit 33 leden, waarvan elf door werkgevers, elf door werknemers en elf door de Kroon zijn aangewezen.

sociale conflicttheorie
De sociale conflicttheorie gaat er van uit dat conflicten tussen groepen worden veroorzaakt door de strijd om schaarse bronnen zoals voedsel, macht en natuurlijke hulpbronnen. Volgens deze theorie zijn conflicten neutraal, onvermijdelijk en niet noodzakelijk negatief, omdat ze ook positieve resultaten kunnen hebben.

solvabiliteitskengetal
De solvabiliteit van een onderneming kan worden berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen. Dat levert een bepaalde waarde op die aangeeft hoe afhankelijk men is van extern vermogen.

Sociale aanwezigheidstheorie
De theorie die stelt dat de geloofwaardigheid van informatie in de beleving van een gebruiker toeneemt, naarmate de informatiebron bij gebruiker het gevoel weet op te roepen dat er sprake is van persoonlijk contact onderling.

social capital
De waarde van het sociale netwerk van een organisatie of een persoon.

sociocultuur
De waarden en normen, gewoonten en tradities zoals deze in een samenleving gehanteerd worden.

sociologie
De wetenschap die zich bezig houdt met het bestuderen van de maatschappij en maatschappelijke betrekkingen.

social software
Dit zijn applicaties waar mensen via Internet elkaar kunnen `ontmoeten`, met elkaar kunnen communiceren en samenwerken. Social software wordt steeds vaker ingezet voor leerdoeleinden.

sollicitatieformulier
Een formulier dat gebruikt wordt in een sollicitatieprocedure om gegevens over de sollicitant te verzamelen.

sociogram
Een grafische weergave van de betrekkingen tussen mensen.

sociaal jaarverslag
Een in begrijpelijk taal geschreven samenvatting van het jaarverslag bestemd voor het eigen personeel waarin vooral aandacht wordt gegeven aan de sociale dimensie van het ondernemingsbeleid.

sociale leertheorie
Een leertheorie die er van uit gaat dat mensen onder andere leren door observatie, nadoen wat men heeft gezien, kijken naar het resultaat, snappen hoe het werkt.

soft systems methodology
Een methode om complexe situaties en ondoorzichtige problemen, die niet zijn omschreven in een heldere probleemstelling aan te pakken door ze te benaderen als systemen.

sociale netwerksites
Een sociaal netwerk is een internetdienst waarmee gebruikers een sociaal netwerk kunnen creëren en onderhouden. Een sociaal netwerk wordt gebruikt om bijvoorbeeld persoonlijke ervaringen, meningen, nieuws en andere informatie te delen met anderen.

software voor statische code-analyse
Een softwareproduct dat statische code-analyse uitvoert. Het softwareproduct controleert broncode op bepaalde eigenschappen zoals het volgen van codeerstandaarden, kwaliteitsmetrieken of afwijkingen in de gegevensstroom.

sociaal systeem
Een systeem dat bestaat uit de relaties die tussen mensen worden onderhouden in een groep, gemeenschap of samenleving.

software usability measurement inventory
Een testtechniek gebaseerd op een vragenlijst die de bruikbaarheid, b.v. gebruikerstevredenheid, van een component of systeem beoordeelt. [Veenendaal].

social cognitive theory
Een theorie waarin wordt aangegeven dat de motivatie van een persoon toeneemt naarmate hij er meer van overtuigd raakt dat hij een taak tot een goed einde kan brengen.

sociaal besturingsmechanisme
Een van de besturingsmechanismen van Ouchi, waarbij het management stuurt door middel van beïnvloeding van interne sociale structuren. Selectie, training in vaardigheden en overdracht van waarden en normen zijn hierbij de belangrijkste elementen.

social learning
Een vorm van leren die is gebaseerd op het aanleren van gedrag door nabootsing.

sociopsychologische factoren
Factoren die het gedrag beïnvloeden, die zijn terug te voeren op de natuur van de mens als sociaal wezen

social norm
Gedrag zoals dat verwacht wordt van alle leden van een gemeenschap.

social engineering
Het door misleiding, manipulatie of onder druk zetten ontfutselen van informatie.

softwarekwaliteit
Het geheel van functionaliteit en eigenschappen van een softwareproduct dat voldoet aan de expliciete of impliciete behoeften. [Naar ISO 9126].

sociale zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

sorteren op ouderdom
Het indelen van rekeningen, bestellingen, voorraadbestanddelen enzovoort op ouderdom. Wordt gebruikt om orde op zaken te stellen/houden en om te prioriteren.

sonification
Het omzetten van data en informatie in geluid waardoor optredende veranderingen sneller worden opgemerkt.

socialisatie in het beroep
Het proces dat iemand moet doorlopen om de omgangsvormen en eigenheden aan te leren die gewoon zijn in een bepaald beroep.

sociale netwerkanalyse
Het systematisch in kaart brengen en beoordelen van relaties en informatiestromen tussen mensen, organisaties, databanken en andere kennisdragers.

sociale controle
Het toezicht op een persoon door leden van zijn groep/gemeenschap.

solliciteren
Het trachten een bepaalde betrekking te verwerven.

sociale intelligentie
Het vermogen om zich in tge leven in andere mensen en hun bedoelingen te doorgronden om daar op in te kunnen spelen.

sociaal reactievermogen
Hiervan is sprake als een organisatie in staat is in te spelen op actuele maatschappelijke thema's, zoals die zich voordoen in haar omgeving.

sollicitatiefraude
Hiervan is sprake als sollicitanten voorafgaand of gedurende het verloop van de sollicitatieprocedure valse informatie verstrekken of informatie verzwijgen waarvan zij in redelijkheid kunnen weten dat zij ze moeten melden.

sollicitantendossier
Informatie over een sollicitant verzameld gedurende het verloop van de sollicitatieprocedure.

sole sourcing
Inkoop bij slechts een enkele leverancier, vanwege de reden dat er maar een leverancier bestaat. Dit in tegenstelling tot enkelvoudige toelevering (single sourcing) waarbij men ook met slechts een leverancier zaken doet, ofschoon er in dit geval meerdere leveranciers beschikbaar zijn.

sociale innovatie
Innovatie die betrekking heeft op ongeschreven en geschreven spelregels in uw bedrijf, bijvoorbeeld de wijze waarop u uw bedrijf maandelijks stuurt, of gewenst gedrag zoals klantgerichtheid oproept.

sociale marketing
Marketing waarmee geprobeerd wordt om bepaalde maatschappelijke veranderingen die wenselijk worden geacht tot stand te brengen. Denk bijvoorbeeld aan campagnes tegen overgewicht, of drank achter het stuur.

solvabiliteitsratio
Ratio om na te gaan in hoeverre bij liquidatie van een onderneming verschaffers van vreemd vermogen kunnen worden betaald uit het eigen vermogen.

software as a service
SaaS is een hoogwaardige vorm van IT-dienstverlening waarbij online abonnementen de traditionele software vervangen. Deze term wordt gebruikt voor software die gebruik maakt van ASP-techniek.

sociaal kapitaal
Sociaal kapitaal wordt gedefinieerd als de totale set aan waardecreërende resources die in een organisatie groeien door haar houdbare netwerk van intra- en interbedrijfsrelaties (Ireland, Hitt en Vardyanath, 2002).

sociale media
Social media is een verzamelnaam voor alle internet-toepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze. Het betreft niet alleen informatie in de vorm van tekst (nieuws, artikelen). Ook geluid (podcasts, muziek) en beeld (fotografie, video) worden gedeeld via social media websites. Met andere woorden, social media staat voor 'Media die je laten socialiseren met de omgeving waarin je je bevindt'.

social web
Social Web refereert aan een nieuwe golf van 'world wide web' toepassingen die de mogelijkheid bieden tot vele verschillende manieren en wegen om te communiceren.

sociaal netwerk
Sociale netwerken zijn de persoonlijke contacten die door een persoon binnen en buiten zijn werkkring worden onderhouden.