Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


beheersbaarheidsillusie
De gedachte dat men ergens gericht invloed op uit te oefenen, terwijl de macht ontbreekt om de exacte uitkomst daarvan te bepalen.

belasting
De geestelijke en lichamelijke spanning die ontstaat zodra aan iemand eisen worden gesteld waaraan hij niet of slechts met grote moeite kan of wil voldoen.

bedrijfsformulemerk
De gemeenschappelijke naam waaronder bedrijven die volgens een bedrijfsformule werken opereren.

bewerkingsprioriteit
De geplande vervaldatum en/of startdatum van een bepaalde bewerking voor een bepaald karwei. Deze wordt meestal met behulp van de techniek van het terugwaartsplannen bepaald.

bewerkingsstartdatum
De geplande vervaldatum waarop een bewerking zou moeten starten om zowel de bewerking als de vervaldatum van de opdracht te halen. Deze kan worden berekend uitgaande van geplande hoeveelheden en doorlooptijden (instellen van de wachtrij, bewerken, transporteren) of uitgaande van de bewerkingen die nog moeten worden uitgevoerd en de tijd die nog nodig is om het karwei als geheel af te maken.

bestelhoeveelheid
De hoeveelheid van een bepaald product dat besteld wordt bij een organisatorische eenheid van de onderneming of bij een externe leverancier.

belasting
De hoeveelheid werk die een bepaalde order (of verzameling orders) voor een bepaalde machine of werkplek met zich meebrengt.

besluitvormingsregels
De in statuten, reglementen en dergelijke vastgelegde wijze waarop besluiten genomen worden.

bedrijfscommunicatie
De interne en externe communicatie-activiteiten van een organisatie, die gericht zijn op het tot stand brengen en onderhouden van goede betrekkingen met relaties die van belang zijn voor de organisatie.

bewerkingseenhed
De kleinste productie-eenheid die als zodanig kan worden gebruikt voor de planning en de productiesignalering. Dit kan een machine, een medewerker of een combinatie van deze twee zijn.

bedrijfsplanning
De lange-termijnplanning voor de duur van tenminste één jaar waarin de belangrijkste richtlijnen van het bedrijfsbeleid zijn vastgelegd. Het bestaat uit een overzicht van de te verwachten inkomsten, kosten en baten. Deze zijn gewoonlijk vergezeld van budgetten, een ontwerpbalans en een overzicht van de te verwachten geldstroom (bron en gebruik van kapitaal).

bench
De leidende organisatie op een bepaald gebied en de maatstaf bij uitstek om je mee te meten, aan op te trekken en van te leren

beloningssysteem
De manier waarop binnen de organisatie het belonen van medewerkers en van bijzondere prestaties is geregeld.

benadering
De manier waarop iets wordt aangepakt.

begrotingsbeleid
De manier waarop men omgaat met de planning van inkomsten en uitgaven.

bedrijfssysteem
De manier waarop producten / diensten van een bedrijf worden ontwikkeld, geproduceerd en afgezet

betrokkenheid
De mate van tijd, aandacht, werk en moeite die iemand over heeft voor een onderwerp of zaak.

bekendheid
De mate waarin afnemers bekend zijn met een product en met de organisatie die het heeft ontwikkeld/gemaakt.

benuttingsgraad
De mate waarin beschikbare middelen daadwerkelijk worden gebruikt (breuk: gebruikte midden gedeeld door beschikbare middelen)

bezettingsgraad
De mate waarin de beschikbare productiecapaciteit daadwerkelijk wordt benut.

beweeglijkheid
De mate waarin de koers van een effect verandert, 'beweegt'. Beweeglijkheid duidt men ook wel aan met de Engelse term volatility. De mate van beweeglijkheid kan iets zeggen over het risico van een belegging. Beweeglijkheid is ook één van de factoren die een rol spelen bij de bepaling van de prijs van een optie.

bezetingsgraad
De mate waarin de productiecapaciteit van een onderneming is volgeboekt.

bewaarbaarheid
De mate waarin een goed geschikt is om met behoud van zijn functionaliteit gedurende een periode bewaard te worden.

beschikbaarheid
De mate waarin een product, dienst of systeem op een bepaald moment en onder de juiste condities de prestaties kan leveren waarvoor het is bedoeld.

bedienbaarheid
De mate waarin een softwareproduct een gebruiker in staat stelt het te bedienen en te beheersen. [ISO 9126].

betrokkenheid
De mate waarin men bepaalde zaken, aangelegenheden of opvattingen ondersteund.

best value
De meest gunstige opbrengst die men verwacht te kunnen bereiken met het in de markt zetten van een bepaald product, met het aangaan van een samenwerkingsverband, met het plegen van een acquisitie, enz.

belastingaftrek
De mogelijkheid die op grond van belastingwetgeving bestaat om bepaalde kosten bij de berekening van het belastbaar inkomen in te brengen als aftrekpost.

bewerkingsvolgorde
De na elkaar uit te voeren bewerkingsstappen voor de assemblage of de bewerking van een werkstuk in de fabriek zoals die door de fabricagevoorbereiding worden aanbevolen.

bedrijfsomgeving
De omgeving waarin een bedrijf opereert en waarbinnen factoren een rol spelen waar men rekening mee moet houden, zoals wet- en regelgeving, marktpartijen, technologie, ontwikkelingen en trends.

bedrijfsprocessen
De onderling samenhangende activiteiten waarmee een onderneming functioneert.

bestedingsinflatie
De oorzaak van de prijsinflatie is gelegen in het feit dat er een grotere vraag is naar het product (demand pull)

bereiksopbouw
De opbouw van het cumulatieve bereik in de tijd.

bedrijfsopvolging
De overdracht van een bedrijf van de ene ondernemer op een ander. De opvolger kan iemand zijn uit de eigen kring (familielid, medewerker, e.d.) of van buiten worden aangetrokken.

beheersperiode
De periode dat een persoon of instelling het beheer heeft gevoerd over een vermogen. Over die periode moet de trustee rekening en verantwoording afleggen over het gevoerde beheer, terwijl de kosten welke in die periode werden gemaakt in het kader van de beheersopdracht ten laste komen van de rechthebbenden op dat vermogen.

bewaarfase
De periode dat informatie in goede orde beschikbaar moet blijven voor raadpleging.

bestelinterval
De periode die verstrijkt tussen het plaatsen van opeenvolgende bestellingen.

beslisser
De persoon die binnen een organisatie bevoegd en verantwoordelijk is voor het nemen van beslissingen.

betalingsconditie
De regeling die is overeengekomen met betrekking tot het verrichten van betalingen (ondermeer termijnen, vervaldata, valuta).

bestuurlijke organisatie
De regeling van leiding, toezicht, organisatie en positie van sleutelfiguren in grote multinationale ondernemingen.

bewijs van bekwaamheid
De status toegekend aan een leverancier voor een reeks producten of diensten waarvoor is aangetoond dat de ontwerpprocedures, het productieproces en het kwaliteitssysteem in staat zijn producten of diensten van de gespecificeerde kwaliteit af te leveren.

beleefde waarde
De subjectieve waarde zoals die door een persoon wordt toegekend aan een product. Als de aankoopprijs voor het betreffende product hoger is dan de beleefde waarde zal de klant het product ervaren als (te) duur.

bedrijfsgeheugen
De systematisch opgeslagen documentatie van kennis en ervaring van een bedrijf, welke geschikt is gemaakt voor uiteenlopend gebruik door geautoriseerde personen.

bedrijfsethiek
De systematische wijze waarop een organisatie omgaat met morele vraagstukken.

bedrijfspsychologie
De tak van de psychologische wetenschap die zich bezighoudt met werk en werkomgeving.

betalingstermijn
De termijn waarbinnen een verschuldigd bedrag betaald moet zijn.

bewerkingsdoorlooptijd per serie
De tijd die nodig is vanaf de start van het instellen van de productie- apparatuur tot het einde van het afbreken van een bewerking voor een fabricageserie. Deze doorlooptijd omvat instellen, bewerken, afbreken, opruimen enz.

bewerkingstijd
De tijd die nodig is voor de fabricage van een product (of een serie) met inbegrip van de voor de productie benodigde insteltijd.

bevoorradingsdoorlooptijd
De tijd die verstrijkt tussen het moment waarop is bepaald dat een product moet worden bevoorraad tot het moment dat het product voor gebruik beschikbaar is.

bewerkingsuren
De tijd nodig voor iedere specifieke bewerking of taak om een product te maken.

bevoorradingsinterval
De tijd tussen opeenvolgende bevoorradingsbestellingen.

bewerkingstijd
De tijd waarin het materiaal een veranderingsproces ondergaat, hetzij door een machinale bewerking, hetzij door een handmatig uitgevoerde bewerking.

bevestigingsdoorlooptijd
De tijdsduur gelegen tussen het moment dat een order wordt geplaatst bij een leverancier (ordervrijgavedatum) en het moment waarop de orderbevestiging van de leverancier wordt ontvangen (orderbevestigingsdatum).

benoeming
De toekenning van een baan of functie aan een persoon.

bedrijfskosten
De totale kosten van het onderhoud, de ontwikkeling, de werkvoorbereiding, de fabricage, de ruwe materialen, de gebruikte energie en de niet toegewezen kosten.

benodigde capaciteit
De totale kwantitatief en soms financieel uitgedrukte hoeveelheid aan capaciteit van een bepaald middel ten behoeve van een bepaald product.

bedrijfsvloeroppervlak
De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

beperking
De uiterste bewerkingsmogelijkheden van de productie-apparatuur.

behoefteherkenning
De uitkomst die wordt verkregen door de bestaande behoeftesituatie te vergelijken met de gewenste. In de fase van de behoefteherkenning wordt de klant zich bewust van een behoefte.

bedrijfsbeleid
De uitwerking van de missie, visie en strategie van een onderneming in voornemens en richtlijnen.

bescherming
De verdediging van mens of goed tegen letsel of beschadiging.

beleggingsmix
De verdeling van beleggingen over verschillende beleggingscategorie¨en, zoals bijvoorbeeld: aandelen, onroerend goed en vastrentende waarden met een nadere onderverdeling in binnen- en buitenlandse beleggingen.

bevolkingsopbouw
De verdeling van een bevolking naar bepaalde demografische, sociaal-economische of sociaal-culturele kenmerken (bijvoorbeeld naar geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, beroepsgroep, inkomensgroep, kerkelijke gezindte, onderwijsniveau).

bewaarloon
De vergoeding die een bank aan haar klanten berekent voor het in bewaring houden en administreren van effecten.

bediende marktaandeel
De verkoop van een bedrijf uitgedrukt als percentage van de totale verkoop in de bediende markt.

bewijslast
De verplichting van een procespartij om bewijs te leveren.

beginvoorraad
De voorraad aan het begin van een periode. De grootte van de beginvoorraad wordt vaak bepaald door de eindvoorraad van de vorige periode te nemen. Indien men deze methode hanteert is het raadzaam periodiek te inventariseren om te voorkomen dat deze waarde afwijkt van de werkelijke voorraad.

beta release
De vrijgave van een voorlopige versie van een product dat naar klanten wordt gestuurd voor evaluatie en feedback.

beurskoers
De waarde (koers) van een aandeel op de beurs

bedrijfswaarde
De waarde die een bedrijf vertegenwoordigt op basis van toekomstige inkomsten minus kosten (toekomstige netto verdiencapaciteit).

beta risk
De waarschijnlijkheid dat ten onrechte de nulhypothese wordt aanvaard.

Benelux Wet ter bescherming van Tekeningen en Modellen
De wet regelt de bescherming van het uiterlijk van gebruiksvoorwerpen, met uitzondering van de vormgeving die specifiek is voor het bereiken van een bepaald technisch effect. De wet beoogt dus niet een bescherming te bieden voor uitvindingen. Daarvoor is de Octrooiwet

besluitvormingsstijl
De wijze waarop de (bedrijfs)leiding van een onderneming de voor die onderneming noodzakelijke beslissingen neemt. De stijl kan informerend, consulterend, delegerend, autoritair of op het bereiken van consensus zijn gebaseerd.

Bedrijfshulpverlening
De wijze waarop de hulpverlening binnen een bedrijf is geregeld in geval van ongelukken of calamiteiten (rampen).

bedrijfsstructuur
De wijze waarop een organisatie is opgebouwd. De bedrijfsstructuur kan grafisch worden weergegeven middels een organigram.

beleid
De wijze waarop een organisatie of afdeling zich voorstelt te werken aan de realisatie van haar doelstellingen.

besturen
De wijze waarop een organisatie wordt bestuurd en beheerst.

bedrijfsadministratie
Deel van de boekhouding waarin de samenstellende delen van kosten en resultaten van een onderneming opgenomen worden.

beinvloeder
Degene die bijdraagt aan een aankoopbesluit door de beslisser van advies en/of informatie te voorzien

beslissersrol
Degene die de doorslaggevende stem heeft bij een aankoopbeslissing.

bezitter
Degene die een goed houdt voor zichzelf. (zie art. 107 vv Burgerlijk Wetboek, Boek 3)

begunstigde
Degene die in een polis (ongevallen- of levensverzekering) is genoemd als gerechtigde tot het in ontvangst nemen van de uitkering. Dit kan zijn de verzekeringnemer, maar ook een derde, die hiertoe door de verzekeringnemer is aangewezen.

besluitvormend orgaan
Degene(n) die verantwoordelijk is/zijn voor het nemen van een bepaalde beslissing.

betrokken partijen
Degenen voor de gevolgen van een verandering merkbaar zijn.

bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering
dekt de materiële en letselschade (aan personen en zaken) die door de ondernemer of zijn werknemers wordt veroorzaakt.

beleggingsanalist
Deskundige die ondernemingen, politieke situaties en economische ontwikkelingen bestudeert en advies uitbrengt over de bestemming van gespaard of geleend geld.

bestraffingsmacht
Deze macht berust op iemands vermogen om een ander iets vervelends aan te doen. Een leidinggevende met veel strafmacht wordt gehoorzaamd, omdat ongehoorzaamheid leidt tot ontslag, een reprimande of het moeten uitvoeren van onaangenaam werk. Meegaandheid wordt verkregen uit vrees voor straf.

bedrijfszekerheidstechnologie
Díe tak van technische wetenschappen die zich bezighoudt met de grondslagen en de praktijk van het ontwerpen, specificeren, vaststellen en bereiken van de bedrijfszekerheidseisen van een product of systeem, met inbegrip van aspecten van voorspelling, beoordeling, productie en demonstratie.

behaverial accounting
Discipline die gedragseffecten onderzoekt op zaken als prestatiebeloning, inspraak en zeggenschap, aansturing, taakstelling en dergelijke

beperkte distributie
Distributie waarbij de verkooppunten beperkt zijn. Te onderscheiden zijn hierbij: (1) selectieve distributie met een beperkt aantal geselecteerde verkooppunten; (2) exclusieve distributie met een betrekkelijk klein aantal.

beschikbaar product
Dit is de som van de voorraad en de geplande productie verminderd met de geaccepteerde orders.

bedrijfstijd
Dit is de tijd dat het bedrijf open is en er gewerkt wordt met de in het bedrijf aanwezige middelen.

beschikbare voorraad
Dit is de voorraad die beschikbaar is om aan de geplande vraag te voldoen. Wordt ook wel netto voorraad genoemd.

beoordeling afwijkingsplan
Dit is een door de Project Board uitgevoerde review ter goedkeuring (of afwijzing) van een Exception Plan.

bewerkingsplanning
Dit is het derde niveau van de voortschrijdende planning van de productie. Op dit niveau wordt iedere bewerking die in het fabricageproces is ingepland verder bekeken en wordt de uiteindelijke opdeling in elementaire fabricagestappen voltooid. Tegelijkertijd worden de plannen voor het ontwikkelen of aanschaffen van specifieke gereedschappen gemaakt, alsmede die voor de indeling en/of de opstelling van de verschillende machines en bewerkingsplaatsen en de daarbij of daarin benodigde apparatuur.

beyond budgeting
Dit model is erop gericht een organisatie met een groot aanpassingsvermogen te creëren door een flexibele organisatiestructuur en een adaptief prestatiemanagementproces te implementeren. Hierin speelt het budgetteringsproces geen rol meer en is vervangen door een scala van geïntegreerde managementtechnieken zoals de balanced scorecard, voortschrijdende prognoses (rolling forecasts), dynamische normen en empowerment.

beperkende projecteisen
Dit zijn als eisen/voorwaarden geformuleerde beperkingen, waarmee bij het ontwerpen en het maken van de oplossing rekening moet worden gehouden.

bemoeigoederen
Dit zijn goederen die naar het oordeel van de overheid teveel of te weinig worden gebruikt. Het gebruik kan worden ontmoedigd door prijsverhogende heffingen (b.v. alkohol) of gestimuleerd door subsidies (b.v. kunst)

bedrijfsstandaarden
Dit zijn overkoepelende standaarden waaraan het project zich dient te houden. Deze standaarden zullen van invloed zijn op de vier projectstrategieën (Communication Management Strategy, Configuration Management Strategy, Quality Management Strategy en Risk Management Strategy) en de beheersinstrumenten van het project.

beslisdocument
Document aan de hand waarvan in het kader van projectmatig werken wordt beslist over het al dan niet goedkeuren van de tot nu toe geleverde prestaties en over de voortzetting van het project en de condities waaronder dit zal plaatsvinden.