Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


bericht
Document waarin verslag wordt gedaan van bevindingen, feiten en/of omstandigheden.

Bel-20
Door Euronext onderhouden en berekende beursgraadmeter van de lokale Belgische effectenmarkt. De Bel-20 is een gewogen index die is gebaseerd op de koersen van de 20 meest verhandelde Belgische ondernemingen die staan genoteerd op de effectenbeurs van Euronext. De effectieve aandelenomzet is bepalend voor opname van een fonds in de Bel-20. De Bel-20 kent jaarlijks een herweging. Er zijn opties en futures op de Bel-20.

beloning
Een (gewoonlijk) positieve reactie op iemands gedrag in de vorm van geld, goederen of anderszins.

bezettingsdiagram
Een aangepast Gantt-diagram, waarin - in plaats van de activiteiten - de aanwezige uitvoeringscapaciteit wordt afgezet, waardoor je in het diagram de de bezetting en daarmee ook de beschikbaarheid van uitvoeringscapaciteit af kunt lezen.

beste aanpak
Een aanpak of een methode die superieur wordt geacht ten opzichte van andere manieren om een bepaald resultaat te bereiken. Synoniemen: : Best-in-class, best-of-breed. 'Best practices' worden vaak gezocht om de eigen prestaties te verbeteren. Bij 'best practices' verdient het aanbeveling altijd in de gaten te houden dat ze contextspecifiek zijn (met andere woorden: wat ergens goed werkt hoeft op een andere plaats en met andere mensen zeker niet vanzelfsprekend tot goede resultaten te leiden).

beroepskeuzeadvies
Een adviestraject op basis van ondermeer een beroepskeuzeonderzoek dat zicht geeft op de beroepsmogelijkheden van een persoon of de mogelijkheden om de arbeidsmarktpositie van een persoon te verbeteren.

benchmarken
Een analyse-methode waarbij de eigen bedrijfsprocessen en -resultaten worden vergeleken met die van andere bedrijven waarvan bekend is dat die op het gebied een vooraanstaande plaats innemen.

belastingschuld
Een bedrag aan verschuldigde belastingen waarover nog niet met de fiscus is afgerekend.

bedrijfsanalist
Een bedrijfsanalist identificeert en definieert door middel van analyses gebreken en zwaktes van organisaties en rapporteert en adviseert hieromtrent aan klanten en belanghebbenden.

bedrijfsmiddel
Een bedrijfsmiddel is een goed dat is aangeschaft om ingezet te worden in de bedrijfsvoering.

bedrijfsobligatie
Een bedrijfsobligatie is een obligatie die uitgegeven wordt door een onderneming om de bedrijfsactiviteiten te financieren. De hoofdsom wordt terugbetaald wanneer de obligatie afloopt. Daarnaast keert een obligatie tijdens zijn looptijd regelmatig rente uit. Er bestaan ook diverse fondsen die beleggen in bedrijfsobligaties.

bestelsysteem met twee bestelniveaus
Een beheerssysteem van te distribueren voorraad met twee bestelpunten. Het kleinste is gelijk aan het oorspronkelijke bestelpunt dat de herbevoorradingsdoorlooptijd afdekt. Het tweede bestelpunt is het eerst genoemde bestelpunt vermeerderd met het normale verbruik gedurende de fabricagedoorlooptijd. Het stelt vemen in staat om de fabricage vooraf te waarschuwen over toekomstige herbevoorradingsbestellingen.

bestemmingsprincipe
Een belastingplichtige die een goed bestemd voor ondernemings- of handelsdoeleinden brengt het daarmee in de ondernemingssfeer met alle fiscale gevolgen van dien.

beleidsvormend bestuur
Een beleidsvormend bestuur vervult de rol van constituerende leiding en richt zich op de vaststelling van het algemeen beleid. De dagelijkse dirigerende leiding wordt bij de directie gelegd.

bedrijfsproces gebaseerde test
Een benadering tot testen waarbij testgevallen worden ontworpen gebaseerd op beschrijvingen en / of kennis van bedrijfsprocessen.

beoordelingsschaal
Een beoordelingsschaal is een beoordelingsinstrument waarmee op een glijdende schaal kan worden aangegeven hoe iets wordt beoordeeld of gewaardeerd. De glijdende schaal bestaat uit meerdere punten die een bepaalde positie of rangorde aangeven, bijvoorbeeld lopend van 'uitstekend' naar 'zwak', of van 'vrijwel altijd' naar 'zelden of nooit'.

bedrag
Een bepaalde hoeveelheid geld.

beroepscode
Een beroepscode is een samenhangend geheel van principes en regels welke met betrekking tot de uitoefening van een beroep in acht genomen moeten worden.

beroepsopleiding
Een beroepsopleing richt zich op de kwalificatie voor verschillende niveaus van beroepsuitoefening. De assistentopleiding is gericht op het eerste niveau; de basisberoepsopleiding op het tweede; de vakopleiding op het derde en de middenkader- en specialistenopleiding op het vierde en hoogste niveau

beschikking
Een besluit van de overheid over een concreet geval.

besluitvormingsmatrix
Een besluitvormingsmatrix (ook wel Pugh matrix, probleemmatrix, kansenanalyse, oplossingenmatrix( dient om een lijst met mogelijke opties te evalueren en te prioriteren.

betrouwbaarheids-blokdiagram
Een blokdiagram dat voor één of meer functionele onderdelen van een complex geheel laat zien hoe het falen van één of meer onderdelen resulteert in het falen van het geheel.

bedrijfsmodel
Een businessmodel is een beschrijving van de manier waarop een bedrijf toegevoegde waarde tot stand brengt voor haar afnemers om daarmee winst en rendement te behalen.

beurs
Een centrale, gereguleerde handelsplaats voor effecten zoals aandelen, obligaties, opties, financiële futures, agrarische termijncontracten, commodities, trackers en warrants. Euronext is de organisator van de marktplaats, de beurs, in Nederland, België, Portugal en Frankrijk waar vraag en aanbod voor dergelijke effecten samenkomen. Voor het aantrekken van risicodragend kapitaal door uitgifte van aandelen en obligaties (primaire markt) en de doorlopende verhandeling ervan (secundaire markt) gebruikt men een beurs.

beleggingsfonds
Een collectief beheerd vermogen van verschillende deelnemers dat men belegt in effecten. Voorbeelden van op de effectenbeurs van Euronext genoteerde beleggingsfondsen zijn Robeco (aandelen) en Wereldhave (vastgoed). Er bestaan open end- en closed-endbeleggingsfondsen.

beslissing
Een conclusie waarmee men een proces van overdenking of overleg afsluit en waaraan men voor de toekomst gevolgen verbindt (b.v. actie)

besluit
Een conclusie waarmee men een proces van overdenking of overleg afsluit en waaraan men voor de toekomst gevolgen verbindt (b.v. actie).

beginnerscursus
Een cursus voor mensen die nog niets afweten van het onderwerp dat in de cursus wordt behandeld.

bewerkingsgroep
Een deel van een fabricage-eenheid of fabriek waar een verzameling specifieke bewerkingen plaatsvindt. Zie ook capaciteitsgroep.

bedrijfseconoom
Een deskundige op het gebied van de bedrijfseconomie.

beslissingsboom
Een diagram dat gebruikt wordt om verantwoord beslissingen te nemen. De 'takken' van de boom worden gevormd door de verschillende keuzemogelijkheden, elk met hun resultaten, risico's, kosten, en mogelijke neveneffecten. Door de uitkomst van elke tak te wegen en met elkaar te vergelijken onstaat een rangorde van keuzes.

bewerkingskaart
Een document dat de bewerkingen van een onderdeel weergeeft en de volgorde van deze bewerkingen zonodig voorziet van alternatieve bewerkingen en routeringen. Synoniem aan bewerkingsblad.

bewerkingsblad
Een document waarin de details zijn opgenomen van de methode die moet worden gebruikt om een bepaalde bewerking, die op de routeringskaart is vermeld, uit te voeren.

beoordelingsfactor
Een element dat wordt gebruikt om een oordeel op te baseren. Bijvoorbeeld in een sollicitatieprocedure, het onderwijs dat werd genoten.

bevestiging per email
Een e-mailbericht dat bij e-mailmarketing wordt gebruikt om een actie (b.v. het aanmelding voor een verzendlijst of het plaatsen van een bericht of order) van een gebruiker te bevestigen.

betatest
Een extern (bij een aantal geselecteerde klanten)uitgevoerd test van een product voordat het in productie wordt genomen. Doel van de test is het product te onderzoeken op al zijn functies in uiteenlopende veldsituaties om fouten op te sporen die in laboratoriumsituaties mogelijk niet aan het licht komen.

bewezen feit
Een feit waarvan de juistheid is aangetoond.

bestandsbeheerder
Een functionaris die - onder eindverantwoordelijkheid van de bestandshouder - belast is met het dagelijks onderhoud van een gegevensverzameling.

beslissingstabeltest
Een functionele („black box‟) testspecificatietechniek waarmee testgevallen worden ontworpen om de combinaties van invoer en / of stimuli (oorzaken), weergegeven in een tabel, uit te voeren. [Veenendaal].

bedrijventerrein
Een gebied dat bestemd is voor bedrijfsactiviteiten.

below the fold
Een gebied op een webpagina dat pas zichtbaar wordt als je naar beneden 'scrollt'. Term is afgeleid van de krant, waarbij het onderste deel van de voorpagina ook onzichtbaar is door door de manier waarop ze gevouwen is.

beheerssysteem
Een geheel van procedures en voorzieningen die er op zijn gericht systemen overeenkomstig hun bestemming te laten functioneren.

bestemmingsplan
Een gemeentelijk plan voor een klein deel van de gemeente en bindend voor de burgers, waarin de ruimtelijke inrichting heel precies (in voorschriften en op een plankaart) is vastgelegd.

beoordelingsgesprek
Een gesprek waarin de leidinggevende zijn oordeel geeft over het functioneren van een werknemer. De beoordeling zelf heeft dan reeds plaatsgevonden. Het gesprek is bedoeld om het oordeel toe te lichten en om de consequenties te bespreken met betrekking tot salaris, arbeidsvoorwaarden en takenpakket

beeldgrafiek
Een grafiek die 'verpakt' zit in een afbeelding met de bedoeling de attentiewaarde van de grafiek te verhogen.

behavior over time graph
Een grafiek waarin de ontwikkeling van meerdere variabelen in de tijd wordt getoond. De grafiek kan inzicht geven in de interactie tussen de variabelen.

beïnvloedingsdiagram
Een grafisch hulpmiddel bij het nemen van besluiten onder onzekerheid over een aantal variabelen op het moment van besluitvorming. Het diagram geeft een beeld van de onderlinge afhankelijkheden van de variabelen bij bepaalde keuzes.

belangengroep
Een groep mensen met eenzelfde achtergrond, interesse of doelstelling.

bedrijfsfunctie
Een groep van met elkaar samenhangende werkzaamheden, gericht op het bereiken van een deeldoelstelling van een organisatie, die als taak kan worden toegewezen aan een organisatieonderdeel (b.v. productiefunctie, verkoopfunctie) of een functionaris (b.v. productiemedewerker, verkoper).

bedrijfscontinuiteitsmanagement
Een holistisch beheersproces dat potentiële impacts identificeert die de organisatie bedreigen, en een kader biedt voor het opbouwen van veerkracht met het vermogen tot effectieve maatregelen die de belangen van de belangrijkste stakeholders, de reputatie, het merk en de waardetoevoegende activiteiten veiligstelt. Het managen van herstel of continuïteit in het geval van een ramp. Ook het managen van het totale proces van training, oefeningen en reviews dat zorgt dat het bedrijfscontinuïteitsplan actueel blijft.

bestuursmodel
Een hulpmiddel om het bestuur en het bestuursproces inzichtelijk te maken en te ordenen

bedrijfsidee
Een in de geest levende voorstelling van (een geheel van) producten en/of diensten, waaraan in het zakelijk verkeer behoefte kan (gaan) ontstaan, waaraan kan worden voldaan door een op te richten onderneming.

betaalnummer
Een informatienummer waarbij een verkeerstarief en, in voorkomende gevallen, het tarief van de informatiedienst bij de nummeroproeper in rekening wordt gebracht.

beschreven invoer
Een invoerwaarde waarvoor de specificatie een resultaat voorspelt.

beleggingsmaatschappij
Een juridische term voor een beleggingsfonds in de vorm van een NV of BV.

bestelkaart
Een kaart om mee te bestellen. Deze kaart kan hetzij gefrankeerd, hetzij ongefrankeerd worden gepost.

betalingskorting
Een korting die een afnemer op een factuur mag toepassen als hij ze binnen een bepaalde termijn betaald. De leverancier geeft de korting, omdat hij snel zijn geld krijgt.

belasting over de toegevoegde waarde
Een kostprijsverhogende indirecte belasting, die uiteindelijk wordt gedragen door de eindgebruiker van een product of dienst.

bezuinigingsstrategie
Een krimpstrategie die gericht is op het verbeteren van de operationele efficiëntie van een organisatie. De strategie is bruikbaar als men op zich in een aantrekkelijke markt zit, maar men worstelt met te hoge kosten, eventueel in combinatie met prestaties in de markt die maar matig zijn. Er wordt nu kritisch naar de kosten gekeken en alles wat niet perse noodzakelijk is wordt wegbezuinigd. Er wordt ook kritisch gekeken naar de activiteiten van de organisatie en naar de markten waarin men actief is. Activiteiten met weinig perspectief worden afgebouwd.

belastingparadijs
Een land waar het belastingstelsel zorgt voor een belastingklimaat dat erg gunstig is voor bedrijven en/of particulieren vergeleken met het belastingklimaat in andere landen.

behoefteplan
Een lijst met de hoeveelheden of aantallen onderdelen, producten, materialen, grondstoffen enz. die nodig zijn voor een complete afwerkingen van een productieprogramma.

besluitvormingslogboek
Een logboek waarin wordt bijgehouden welke besluiten zijn genomen met inbegrip van de veronderstellingen en redeneringen, welke aan het besluit ten grondslag hebben gelegen. Aan de hand van het logboek kunnen besluiten worden geanalyseerd en kunnen hier lessen uit worden getrokken voor de toekomst.

bepaling
Een logische uitdrukking die bij evaluatie `Waar` of `Onwaar` oplevert, b.v. A > B.

bestuurd magazijn
Een magazijn waarin de ontvangsten en uitgiften, alsmede de aantallen van alle items die in het magazijn zijn opgeslagen, continu worden geregistreerd en vastgelegd. Alle uitgiften moeten schriftelijk worden geautoriseerd.

bestuurlijk handvest
Een Management Charter is een formeel besproken en besloten document binnen de onderneming, waarin een aantal uitgangspunten en keuzes met betrekking tot doel en functioneren van de organisatie zijn vastgelegd.

behavioral approach to management
Een managementbenadering waarbij de nadruk ligt op het begrijpen hoe mensen psychologisch in elkaar zitten.

bestedingsbenadering
Een manier om het bruto binnenlands product tegen marktprijzen te bepalen door te kijken naar de totale uitgaven die gedurende een jaar in een bepaalde economie naar de binnenlandse producenten van finale goederen vloeien.

behavioral accounting
Een manier van administreren waarbij ook de kwaliteit van het management en de medewerkers wordt meegewogen bij de waardebepaling van de onderneming.

behavioral interviewing
Een manier van interviewen waarbij de interviewer vragen stelt, waardoor in het antwoord gedrag naar boven komen dat in een bepaalde situatie als sterk of zwak kan worden aangemerkt.

Bertrandaimulatie
Een marktsimulatie waarbij twee leveranciers met elkaar concurreren met een identiek product. Ze kunnen concurreren op prijs of slimmigheid of met elkaar gaan samenwerken.

besluitvorming op herkenning
Een methode van besluitvorming waarbij een ervaren beslisser op basis van een aantal aspecten van een bepaalde kwestie verschillende alternatieve beslissingsmogelijkheden selecteert als zijnde bruikbaar voor het specifieke geval en andere mogelijkheden verwerpt als zijnde niet bruikbaar. Vervolgens kiest hij uit de bruikbare mogelijkheden het alternatief dat hem het beste lijkt. De methode leidt niet tot de best denkbare beslissing, maar tot een bruikbare beslissing die in korte tijd tot stand gekomen is.

berisping
Een mondelinge of schriftelijke kennisgeving dat bepaald gedrag wordt afgekeurd en dat bij herhaling ingrijpender sancties dreigen.

behoeftencategorieen van Alderfer
Een naar analogie van de behoeftenpyramide van Maslow door Alderfer ontwikkeld alternatief model van de menselijke behoeften: - bestaansbehoeften, zoals eten drinken, veiligheid, e.d., - sociale behoeften, zoals familie, vrienden, collega's, e.d. en - ontplooiingsbehoeften, zoals professionele en persoonlijke ontwikkeling, e.d. Zijn model wordt het ERG-model genoemd naar deze behoeftecategorieen: Existence needs, Relatedness needs en Growth needs.

bestraffing
Een negatieve feedback op ongewenst gedrag.

beoordelingscriterium
Een norm waarmee kan worden beoordeeld in hoeverre iets voldoet aan een bepaald vereiste.

beslissingsveld
Een onderdeel van een probleem waarvoor - als onderdeel van de probleemoplossing - een keuze moet worden gemaakt uit in aanmerking komende alternatieven.

belastingdienst
Een onderdeel van het Ministerie van Financien, dat ondermeer is belast met de heffing en inning van belastingen en de uitvoering van toeslagregelingen voor huur, zorg en kinderopvang.

behoeftenonderzoek
Een onderzoek naar de middelen en benodigdheden die verbonden zijn aan het uitvoeren van een project.

beoordeling
Een onderzoek naar de waarde van een goed.

bestelopdracht
Een opdracht tot het plaatsen van een bestelling of tot het annuleren of wijzigen van een bestaande bestelling op basis van een bestelvoorstel.

bestelling
Een opdracht van een afnemer aan een toeleverancier tot het leveren van een bepaalde hoeveelheid goederen op een bepaald tijdstip onder bepaalde leveringsvoorwaarden.

bear spread
Een optiestrategie waarmee men inspeelt op dalende koersen. Een bear spread bestaat bijvoorbeeld uit een geschreven putoptie en een gekochte putoptie met een hogere uitoefenprijs.

bestellijst
Een order in de vorm van een lijst met items en de benodigde aantallen van de in die lijst voorkomende items. Een gemeenschappelijke leverdatum wordt voor de gehele lijst vastgesteld. Het gebruik van een dergelijke bestellijst is slechts mogelijk indien de bestellingen voor een enkelvoudige cyclus van de orderverwerking zijn bestemd.

bestens order
Een order om effecten te kopen of te verkopen zonder limiet, dus zonder maximumprijs voor een kooporder of zonder minimumprijs voor een verkooporder. Een bestensorder heet ook wel marktorder.

best-in-class
Een organisatie die in de branche bekend staat als de allerbeste op een bepaald terrein.

beroepsorganisatie
Een organisatie van personen met eenzelfde soort beroep die is opgericht om de belangen van de leden te behartigen en de kwaliteit en de status van het beroep te vergroten.

betrokkenheidscultuur
Een organisatiecultuur die gekenmerkt wordt door de sterke betrokkenheid van de organisatie met haar omgeving.

beheersgerichte cultuur
Een organisatiecultuur waarbinnen het naleven van regels, rationeel en methodische handelen en ordelijkheid de uitgangspunten zijn. Deze uitgangspunten zijn ook leidend wanneer de organisatie zich oriënteert op haar omgeving.

bear hug
Een overnamebod dat zodanig ruim boven de marktwaarde ligt dat de directie/het bestuur het moeilijk kan weigeren zonder de schijn op zich te laden dat ze aandeelhouders benadelen met hun weigering.

behoefte statement
Een overzicht van behoeften en wensen van consumenten. Het overzicht kan worden gebruikt bij de ontwikkeling van nieuwe producten, die aan die behoeften en wensen kunnen beantwoorden

bezettingsprofiel
Een overzicht van toekomstige capaciteitsbehoeften gebaseerd op geplande en vrijgegeven opdrachten over een bepaalde tijdsduur.

benefit statement
Een overzicht/presentatie van de voordelen van een bepaalde actie.

beschikbaarheidspercentage
Een percentage van de tijd dat medewerkers of middelen beschikbaar zijn tussen twee meetpunten.

bezinningsperiode
Een periode waarin onderhandelingen stil liggen om partijen de gelegenheid te geven om rustig na te denken.

bemiddelaar bij conflict
Een persoon die probeert de strijdende partijen in een conflict tot overeenstemming te brengen min of meer als laatste redmiddel voordat er een proces van komt bij de rechter. Anders dan bij een arbiter, waarbij partijen zich vooraf verbonden hebben aan het advies van de arbiter, heeft de conciliator niet de mogelijkheid een bindend advies te geven.

bedrijfscontinuiteitsplan
Een plan dat er voor zorgt dat een organisatie in het geval dat zich een ramp voordoet haar productie en dienstverlening kan blijven voortzetten in een vooraf bepaalde omvang en kwaliteit.

best value performance plan
Een plan dat specifiek is gericht op het bereiken van een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde voor een organisatie.

benefits-reviewplan
Een plan dat vastlegt hoe en wanneer een meting kan worden uitgevoerd van de te bereiken benefits van het project. Als het project wordt gemanaged in het kader van een programma, dan kan deze informatie op programmaniveau wordt gemaakt en onderhouden.

beleidsplan
Een plan waarin wordt aangegeven welke doelstellingen binnen een bepaald tijdsbestek zullen worden nagestreefd en op welke wijze en met welke middelen dit zal geschieden.

belstuk
Een poststuk dat te groot is voor de brievenbus en waarvoor de postbode dus moet aanbellen om het af te geven.