Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


beperkte aansprakelijkheid
Het begrip beperkte aansprakelijkheid betekent dat de vennoten in principe slechts persoonlijk aansprakelijk zijn voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht tot het bedrag dat op hun aandeel behoort te worden gestort.

behandelen van klantenorders
Het behandelen van klantenorders vanaf de eerste order of offerte- aanvraag tot en met de verzending van het eindproduct.

behoefteberekening
Het berekenen van de behoefte voor een bepaalde periode op basis van bijv. ontvangen en/of verwachte orders of van de voorraadpositie.

behoefte-explosie
Het berekenen van de vraag naar onderdelen van een samenstelling door deze vervolgens te vermenigvuldigen met het aantal samenstellingen zoals gespecificeerd in de stuklijst.

bedrijfskennisveiligheid
Het beschermingsbeleid dat binnen een organisatie wordt toegepast ten aanzien van de materiele en immateriele kennisactiva.

bewaarbedrijf
Het bewaarbedrijf (custodian) is een bancaire of trustorganisatie die verantwoordelijk is voor het bewaren en administreren van de effecten die een fonds bezit. Soms is het bewaarbedrijf ook verantwoordelijk voor de afwikkeling van transacties van het fonds.

bevestiging van binnenkomst
Het bijwerken van de status van de binnenkomende goederen. Hierna kan de betaling worden vrijgegeven.

behoeftewijziging
Het bijwerken van een herzien hoofdproductieplan door de MRP om de invloed van de wijzigingen te kunnen overzien. Dit moet niet worden verward met de netto MRP wijziging die, behalve wijzigingen in het MPS, ook wijzigingen in voorraadafstemmingen, stuklijsten enz. door de gehele MRP doorberekent.

belastingontwijking
Het binnen de de grenzen van de wet realiseren van belastingbesparingen.

belastingverschuiving
Het budgettair neutraal verplaatsen van de belastingheffing. Bij belastingverschuiving zijn diverse mogelijkheden denkbaar, b.v. van Nederland naar Europa, van rijk naar provincie, van arbeid naar kapitaal, van werkgelegenheid naar milieu, van arm naar rijk, van korte termijn naar lange termijn.

beheerscyclus
Het cyclische proces om een project te beheersen. Vaak gedefinieerd in de termen van Deming: Plan, Do, Check, Act (Deming cycle).

bezettingsplanning
Het deel van de productieplanning, waarbij de productiestroom wordt gekoppeld aan de productiecapaciteit.

beoordeelde waardevaststelling
Het door een overheidsinstantie bepalen van de waarde van onroerend goed met als doel het heffen van een aantal belastingen.

belastingfraude
Het door het plegen van fraude verminderen van fiscale verplichtingen

belastingconcurrentie
Het door het verlenen van belastingfaciliteiten proberen een gunstig vestigingsklimaat te scheppen voor buitenlands kapitaal of bedrijvigheid

bezitsvorming
Het door spaarzaamheid tot stand brengen van een vermogen aan duurzame goederen en beleggingen.

belastingvlucht
Het door verhuizing van natuurlijke personen of rechtspersonen naar het buitenland ontgaan van belastingen in het land van herkomst

betrouwbaarheidsinterval
Het gebied dat gemarkeerd wordt door twee uitersten waartussen de werkelijke waarde waarschijnlijk zal zitten.

berekend gebruik
Het gebruik van onderdelen of ingrediënten in een fabricageproces dat wordt berekend door vermenigvuldiging van het aantal samenstellingen van een ontvangen bestelling met de hoeveelheid van onderdelen/ingrediënten in de stuklijst per samenstelling. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de standaarduitval.

bediende markt
Het gedeelte van de beschikbare markt waar de aanbieder zich met zijn producten en/of diensten op richt.

bestelgedrag
Het gedragspatroon dat zichtbaar wordt zodra een consument meerdere malen een bestelling heeft geplaatst.

bewaren
Het gedurende een voorgeschreven termijn in goede orde opslaan en beschikbaar houden van documenten en overige gegevensdragers.

beslissingsanalyse
Het gefaseerde proces waarbij een probleem in deelproblemen wordt ontleend en vervolgens langs expliciet-kwantitatieve weg wordt geananlyseerd en opgelost.

bedrijfsfinanciering
Het geheel aan financiele middelen (eigen vermogen en vreemd vermogen) van een bedrijf of organisatie

bedrijfsleven
Het geheel van bedrijven in onze samenleving. Het bedrijfsleven staat daar naast de overheid en de huishoudens. In de economische kringloop wordt het bedrijfsleven aangeduid als bedrijfshuishouding.

bestandsbeveiliging
Het geheel van maatregelen en voorzieningen die er voor moeten zorgen dat gegevens niet onbedoeld worden vernietigd, overschreven of anderszins verloren gaan en alleen bevoegde personen toegang hebben tot een bestand.

betalingsverkeer
Het geheel van ontvangsten en betalingen van en/of binnen een bepaalde onderscheiden eenheid (bijv. gezinnen, huishoudens, bedrijven, branches, landen, werelddelen).

besturingspunt
Het gewenste procesresultaat weergegeven als een prestatie-indicator. Deze indicatoren worden gebruikt om te controleren of het proces naar wens verloopt, als het praktisch niet haalbaar is om tijdens een proces alle resultaten in detail te beoordelen.

begrijpen
Het igterpreteren van informatie vanuit een consistent overkoepelend inzicht op een zodanige wijze dat de aan de informatie ontleende betekeniselementen en het overkoepelend inzicht een duidelijk en volledig beeld opleveren, zonder dat daarbij sprake is van optredende tegenstrijdigheden, noch tussen de betekeniselementen onderling, noch tussen de betekeniselementen en het overkoepelend inzicht

belastingontduiking
Het in strijd met de wet ontgaan van fiscale verplichtingen.

beschikbaar inkomen
Het inkomen na aftrek van belastingen plus uitkeringen, dat besteed wordt aan consumptie en besparingen.

belastbaar inkomen
Het inkomen waarover belasting dient te worden betaald. Het belastbaar inkomen bestaat o.a. uit inkomen uit arbeid, eigen woning, bijtellingen (zoals auto van de zaak en eigenwoningforfait) en aftrekposten (zoals betaalde (hypotheek)rente en betaalde alimentatie. Voor de vaststelling van het inkomen waarover belasting wordt betaald spelen behalve het inkomen uit arbeid (loon, salaris, enz.) nog andere factoren een rol. Dit kunnen optelposten zijn (bijverdiensten, ontvangen rente, enz.) of aftrekposten (betaalde rente, studiekosten, enz.). Op het belastbaar inkomen mag een Belastingvrije som in mindering worden gebracht.

betekenisgeving
Het interpretatieproces dat individuen doormaken om te begrijpen wat er om hen heen gebeurt terwijl ze proberen betekenis te geven aan gebeurtenissen en ervaringen.

behavioral risk management
Het inventariseren en analyseren van risico's die het gevolg zijn van gedrag op de werkplek en het treffen van maatregelen, die leiden tot gedragsverandering en het elimineren van deze risico's.

belenen van vorderingen
Het lenen van geld, waarbij de vorderingen op debiteuren worden overgedragen ter garantie dat men aan zijn betaalverplichtingen zal voldoen.

benchlearning
Het leren door te kijken naar de manier waarop een vooraanstaande organisatie in je vakgebied of branche het aanpakt.

besturingsmodel
Het model dat weergeeft hoe de anturing binnen de organisatie plaatsvindt en welke de plannings- en controleprocessen, organisatiestructuur en overleg- en coordinatiemechanismen zijn

bestelmoment
Het moment waarop tot bestellen moet of kan worden overgegaan.

beschrijvend
Het mondeling of schriftelijk weergeven van een bepaalde inhoud.

bedrijfssimulatie
Het nabootsen van bedrijfsprocessen zodat zicht ontstaat op logistieke beslissingen die moeten worden genomen zodra deze processen werkelijkheid worden.

belastingneutraliteit
Het neutraliteitsbeginsel heeft op het gebied van mededinging tot doel neutraliteit tussen producenten, eindgebruikers en tussen transacties te bewerkstelligen.

bestelpunt
Het niveau van de voorraad waarbij de totale en de bestelde voorraad op een niveau komen dat er besteld moet worden om de voorraad aan te vullen. Het bestelpunt wordt gewoonlijk berekend als: voorspeld gebruik gedurende de doorlooptijd nodig om de voorraad aangevuld te krijgen plus de veiligheidsvoorraad.

behoeftenassessment
Het onderzoek waarmee wordt bepaald welke behoeften een bepaalde klant heeft en met welke producten en diensten in deze behoeften kan worden voorzien.

betamaxen
Het op grond van een betere marketing doordrukken van een product dat minder van kwaliteit is dan dat van concurrenten. Voorbeeld video-techniek Betamax was technisch beter dan VHS, maar VHS werd uiteindelijk de marktstandaard.

beschikbaar om toe te zeggen
Het op grond van informatiesystemen in staat zijn beloftes te doen aan afnemers met betrekking tot leverbaarheid van producten.

besturingsdialoog
Het overleg dat plaatsvindt over het besturingsmodel met als doel het model te verbeteren en acceptatie te bevorderen

beslissingsconditiedekking
Het percentage van alle conditieuitkomsten en beslissingsuitkomsten die zijn uitgevoerd door een testset. Een beslissingsconditiedekking van 100% impliceert zowel een conditiedekking van 100% als een beslissingsdekking van 100%.

beslissingsdekking
Het percentage van beslissingsuitkomsten die zijn uitgevoerd door een testset. Een beslissingsdekking van 100% impliceert zowel een programmapaddekking van 100% als een programmaregeldekking van 100%.

beladingsgraad
Het percentage van het beschikbare laadvermogen (in kilo's: beladingsgraad van het gewicht) of laadvolume (in kubieke meters: beladingsgraad van het volume) dat word benut.

beladingsgraad van het volume
Het percentage van het beschikbare laadvermogen (in kubieke meters) dat word benut.

beladingsgraad van het gewicht
Het percentage van het beschikbare laadvermogen (in tonnen) dat word benut.

betrouwbaarheidsniveau
Het percentage zekerheid waarmee kan worden aangegeven dat een zekere bewering juist is of het percentage zekerheid dat een gegeven interval een onbekende insluit.

bestellen
Het plaatsen van een verzoek aan een leverancier een bepaalde hoeveelheid goederen te leveren tegen bepaalde leveringsvoorwaarden. Dit houd onder meer in: - het bepalen van de benodigde hoeveelheid; - het bepalen van de leveringsvoorwaarden; - de afstemming met de leverancier; - het vastleggen van de bestelinformatie; - het plaatsen van de bestelling bij de leverancier; - het controleren van de voortgang.

bezuinigingsprogramma
Het planmatig en doelgericht verlagen van de uitgaven.

besluitvorming
Het proces dat leidt tot een besluit.

bepaling van de seriegrootte
Het proces of de techniek gebruikt bij het bepalen van de seriegrootte.

behoefte-analyse
Het proces van het verzamelen en bestuderen van informatie met betrekking tot gebruikersbehoeften om van daaruit te komen tot productspecificaties.

begrotingscyclus
Het proces van het voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van begrotingen zoals binnen een organisatie periodiek wordt doorlopen.

beheersingsproces
Het proces van normeren, meten, analyseren en bijsturen, dat continu wordt uitgevoerd met het oogmerk om het planmatig bereiken van voorgenomen doelen veilig te stellen of te bevorderen.

bevindingenbeheer
Het proces van vaststellen, onderzoeken, oplossen en sluiten van bevindingen. Het proces omvat het registreren, classificeren en bepalen van de impact van bevindingen. [Naar IEEE 1044].

besluitvormingsproces
Het proces via welk een besluit tot stand komt. Het kan gaan om een expert-proces, waarbij 'experts' besluiten op basis van feiten, een politiek proces, waarbij door 'politici' een afweging wordt gemaakt op basis van belangen, of een juridisch proces, waarbij 'rechters' aan de hand van feiten en bewijzen besluiten op basis van regels.

belanghebbendenanalyse
Het proces waarbij wordt onderzocht welke partijen of individuen belanghebbend of van invloed zijn bij een voorgenomen actie. Tevens wordt daarbij onderzocht in welke mate zij naar verwachting getroffen worden of van invloed kunnen zijn.

beheersen
Het proces waarmee het functioneren van een organisatie wordt gemeten, geanalyseerd en bijgestuurd met het oogmerk om te komen tot verwezenlijking van voorgenomen doelstellingen.

beheersing
Het proces waarmee het functioneren van een organisatie wordt gemeten, geanalyseerd en bijgestuurd met het oogmerk om te komen tot verwezenlijking van voorgenomen doelstellingen.

beleids- en beheersinstrumentarium
Het project Beleids- en Beheersinstrumentarium (BBI) is een overheids-project dat van 1989 tot 1995 werd uitgevoerd. Dat project had tot doel om aanbevelingen en instructies op te leveren voor de invoering van nieuwe instrumenten ter verbetering van de planning- en controlcyclus bij gemeenten en provincies.

beeldrecht
Het recht dat de maker van een kunstwerk of object (beeldhouwer, architekt, designer, e.d.) heeft om publicatie van een afbeelding van zijn werk door onbevoegde derden te verbieden.

bevoegdheid
Het recht om bepaalde handelingen te verrichten of beslissingen te nemen.

beslissingsresultaat
Het resultaat van een beslissing (waarmee dus wordt bepaald welk programmapad wordt genomen).

besparingen
Het saldo van het beschikbaar inkomen en de consumptieve bestedingen. Indien dit saldo negatief is, spreekt men wel van ontsparingen.

besturingstypen
Het soort beheersing dat een organisatie toepast, zoals routinebesturing (routine control), professionele besturing (expert control), intuïtieve besturing (intuitive control), subjectieve besturing (judgement control), politieke besturing (political control), trial and error-besturing (trial and error control) zoals onderscheiden door Hofstede.

bezettingsnivellering
Het spreiden van opdrachten in de tijd of het opnieuw plannen van bewerkingen zodat de hoeveelheid werk die in de opeenvolgende periode moet worden verricht leidt tot een gelijkmatige en uitvoerbare verdeling van dat werk.

bedrijfsbeeindiging
Het stopzetten van de bedrijfsactiviteiten en het opheffen van de bedrijfsorganisatie.

bedrijfsprestatiemanagement
Het sturen en bijsturen van een onderneming in de richting van de gewenste doelen.

bedrijfsanalyse
Het systematisch analyseren van een bedrijf op gebreken of zwakke plekken.

bedrijfsherstel
Het terugbrengen van een onderneming die door een ramp (door natuur of door mensen veroorzaakt) is getroffen tot een staat van normaal functioneren.

beta testing
Het testen van een systeem of applicatie bij toekomstige gebruikers.

betrouwbaarheidstest
Het testproces om de betrouwbaarheid van een softwareproduct te bepalen.

beveiligingstest
Het testproces om de beveiliging van een softwareproduct te bepalen.

bedrijvigheidsgraad
Het totale aantal werkenden in verhouding tot de bevolking in de arbeidsgeschikte leeftijd.

beheersbaarheidsprincipe
Het uitgangspunt dat personen alleen verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hetgeen ze zelf kunnen beinvloeden.

bestuurlijke ethiek
Het vakgebied dat zich bezig houdt met de geldigheid en toepassing van regels van moraal en fatsoen binnen het managementvak.

bewegingseconomie
Het vakgebied dat zich bezig houdt met principes en technieken om handwerk in de productie te verlichten, met de bedoeling vermoeidheid en het risico op lichamelijk letsel te verminderen.

bewegingseconomie
Het vakgebied dat zich bezig houdt met principes en technieken om handwerk in de productie te verlichten, met de bedoeling vermoeidheid en het risico op lichamelijk letsel te verminderen.

bedrijfskunde
Het vakgebied dat zich bezighoudt met de organisatie en marktomgeving van bedrijven. Het jonge vakgebied maakt gebruik van inzichten uit andere disciplines zoals bedrijfseconomie, economie, psychologie en sociologie.

bedrijfsmatige reclame via e-mail
het vanuit zakelijke overwegingen ten behoeve van zakelijk gebruik per e-mail aanprijzen van goederen, diensten voor commerciële, ideële of charitatieve doeleinden alsmede het vragen van bedrijfsmatige diensten.

bevindingenregistratie
Het vastleggen van de details van een bevinding, b.v. gedurende testuitvoering.

beheer van de gezamenlijke voorraad
Het vaststellen van het gewenste gezamenlijke voorraadniveau en het effectueren van maatregelen om er zeker van te zijn dat beslissingen over afzonderlijke bevoorradingen dit doel bereiken.

bedrijfsgeheugenverlies
Het verdwijnen van inhoud uit het bedrijfsgeheugen, als gevolg van inkrimping, personeelsverloop of verwaarlozing van kenniszorg.

bedrijfsvergelijking
Het vergelijken van de eigen prestaties met prestaties van verwante ondernemingen in een bedrijfstak door op een uniforme wijze (definities) bedrijfseconomische gegevens van gelijksoortige bedrijven te verzamelen, kengetallen te berekenen en op basis hiervan ijkpunten op te stellen.

benchmarking van producten en diensten
Het vergelijken van de eigen producten en diensten met producten en diensten van concurrenten.

beursintroductie
Het verkrijgen van een notering op de effectenbeurs door een onderneming of instelling.

bezuinigen
Het verminderen van de uitgaven.

bewijskracht
Het vermogen van een bewijsmiddel om er de juistheid van iets mee aan te tonen.

begrijpelijkheid
Het vermogen van een softwareproduct om de gebruiker in staat te stellen om te begrijpen of de software geschikt is, en hoe het gebruikt kan worden voor de uitvoering van specifieke taken en condities [ISO 9126].

betrouwbaarheid van software
Het vermogen van een softwareproduct om zijn vereiste functies uit te voeren onder gestelde voorwaarden gedurende een bepaalde tijdspanne of gedurende een bepaald aantal bewerkingen. [ISO 9126].

bedrijfsmodelinnovatie
Het vernieuwen of aanpassen van de bedrijfsvoering.

bestedingsverschil vaste kosten
Het verschil tussen de bij het normaal aantal uren te verwachten vaste kosten en de werkelijke vaste kosten.

bestedingsverschil variabele kosten
Het verschil tussen de bij het werkelijke aantal uren te verwachten variabele kosten en de werkelijke variabele kosten.

bezettingsresultaat
Het verschil tussen de totale contante kosten en de constante kosten welke in de kostprijs van de productie zijn doorberekend. Het bezettingsresultaat is negatief zolang niet alle constante kosten zijn doorberekend

bezettingsverschil
Het verschil tussen de werkelijk benutte bezetting voor een uitgevoerd werk in vergelijking met hetgeen voor een dergelijk werk gebruikelijk is.