Kennisconsult Managementwoordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Management
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 27274


procesdoelstelling
De doelstelling die ten grondslag ligt aan een bepaald bedrijfsproces, de bestaansreden van het proces

projectopdracht
De door de projectopdrachtgever aan projectopdrachtnemer verstrekte opdracht om het project verder ter hand te nemen. De opdracht wordt verstrekt als beide partijen het eens zijn over het bestaan van een probleem, de wijze waarop het probleem kan worden opgelost en de kaders waarbinnen dit zal plaatsvinden

projectschifting
De eerste beslissing om tijd en geld te steken in een project. Dit is het ontstaansmoment voor een project: men beoordeelt een idee goed genoeg om er een project van te maken

probleemherkenning
De eerste stap in het consumentenkoopproces: vaststellen dat er een behoefte is waaraan niet kan worden voldaan.

primaire kosten
De eigen kosten van een kostenplaats.

productiekosten
De fabricagekosten van een product die ontstaan door het directe gebruik van mensen en machines.

projectbudget
De financiële taakstelling van het project. Er wordt voor-af bepaald hoeveel het project mag kosten. Binnen het kader van dit budget moet vervolgens het eindresultaat worden bereikt.

proceseigenaar
De functionaris die verantwoordelijk is voor een proces, de procesprestatie en de middelen die daarvoor worden ingezet.

productiviteit van het menselijk kapitaal
De gerealiseerde hoeveelheid toegevoegde waarde per gewerkt uur die is toe te rekenen aan de inzet van menselijk kapitaal.

prijsgrenzen
De grenswaarden waarboven of waaronder consumenten een prijs niet meer redelijk of geloofwaardig vinden. Prijzen die niet tussen de grenswaarden liggen zullen niet makkelijk verkopen.

prince2-principes
De grondbeginselen voor goed projectmanagement, die de basis vormen voor het managen van een project op basis van PRINCE2.

projectprofijt
De in de toekomst te verwachte voordelen in termen van opbrengst, efficiency, effectiviteit en marktkansen voor de organisatie als gevolg van het doorvoeren van een project.

product-marktmengsel
De in een bepaalde periode door een leverancier gehanteerde combinatie van welke markten met welke producten worden voorzien.

program budgetting
De integratie van een aantal technieken, waarmee met name overheidsbeleid kan worden ontwikkeld, gepland, gebudgetteerd en beheerst.

preventiekosten
De kosten van alle handelingen voor het onderzoeken, voorkomen en verminderen van de kans op fouten en falen, alsmede het verbeteren van de kwaliteit door correctieve maatregelen. Preventieve kosten omvatten ook de kosten voor het ontwerpen, opzetten, onderhouden en verbeteren van het kwaliteitssysteem..

product obsolescence
De laatste fase in de productlevenscyclus. Het product wordt overschaduwd door nieuwere producten en het wordt tijd het uit de markt te halen.

programmaperiode
De lengte van de perioden waarin de totale tijdsduur van het (productie)programma is opgedeeld.

primaire markt
De markt waarop de emissie van nieuwe effecten plaatsvindt.

prijsacceptatie
De mate waarin afnemers de prijs voor een product of dienst redelijk vinden.

prijselasticiteit
De mate waarin bij een verandering van de prijs de gevraagde en/of aangeboden hoeveelheden veranderen.

prijsbewustzijn
De mate waarin een consument op de hoogte is van de prijzen van een bepaald product zoals die door de verschillende aanbieders worden gehanteerd.

produceerbaarheid
De mate waarin een nieuw product gemakkelijk en effectief geproduceerd kan worden tegen een minimum aan kosten en met een maximum aan betrouwbaarheid.

procesbegrensdheid
De mate waarin een proces in staat is output te leveren die aan bepaalde specificaties voldoet.

precisie/nauwkeurigheid
De mate waarin een waargenomen waarde de referentiewaarde (of norm) benaderd.

programmaflexibiliteit
De mogelijkheid om een productiesysteem automatisch te laten verlopen.

productflexibiliteit
De mogelijkheid verschillende producten te maken met de beschikbare productiecapaciteit en te variëren tussen producten al naar gelang de vraag daartoe aanleiding geeft..

procesopbrengst
De nuttige output van een proces.

projectomgeving
de omgeving waarbinnen het project zich afspeelt. Deze omgeving wordt onder meer gevormd door de organisatie waarbinnen het project wordt uitgevoerd, de organisaties van waaruit de projectmedewerkers en de hulpmiddelen vandaan komen, de organisatie voor wie het projectresultaat bedoeld is, de thuisomgeving van degenen, die bij het project betrokken zijn, e.d.

productieniveau
De omvang, uitgedrukt in standaard perioden, van de productie van een product in een bepaald tijdsbestek.

primaire onderneming
De onderneming die de basis vormt van de organisatie.

productbeheer
De organisatorische functie in een product/marktcombinatie van een productdivisie in een onderneming en/of een nationale (verkoop) organisatie verantwoordelijk voor het op de markt brengen en het verkopen van de door die divisie of (verkoop)organisatie gevoerde producten.

procesresultaat
De output van een proces.

projectopdrachtnemer
De partij (persoon of organisatie) die een projectopdracht heeft aangenomen en op grond daarvan binnen de afgesproken kaders van geld en tijd verantwoordelijk is voor het bereiken van het projectresultaat

projectopdrachtgever
De partij (persoon of organisatie) die opdracht heeft gegeven voor een project en voor wiens rekening het project wordt uitgevoerd binnen afgesproken kaders.

productlevenscyclus
De periode die verloopt tussen de introductie van een product en het uit de markt nemen ervan. Men onderscheidt hierbij de volgende fasen: introductie, groei, volwassenheid, verzadiging, afbouw.

projectlevenscyclus
De periode vanaf het opstarten van een project tot de acceptatie van het projectproduct.

principal
De persoon die bevoegd is om in een onderhandelingsproces namens een partij beslissingen te nemen.

projectleider
De persoon die verantwoordelijk is voor het ordelijk verloop van een project en voor het bereiken van het beoogde projectresultaat binnen de kaders van geld, tijd en kwaliteit.

producent
De persoon of groep die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van een product.

privacy
De persoonlijke levenssfeer die een persoon toekomt zonder aantasting van buitenaf.

prioriteitenplanning
De planning van activiteiten op basis van de aan die activiteiten toegekende prioriteiten.

productieplanning
De planning van de productie: - de planning van de hoeveelheid en het assortiment producten die in verschillende periodes moeten of kunnen worden geproduceerd; - de afstemming van de activiteiten welke nodig zijn om de gewenste hoeveelheden te kunnen produceren; - het vaststellen van de grenzen of de niveaus die aan toekomstige productie-activiteiten dienen te worden gesteld waarbij aandacht wordt besteed aan de verkoopvoorspellingen en de eisen met betrekking tot de beschikbaarheid van personeel, machines, materialen en geldmiddelen. De productieplanning wordt over het algemeen tamelijk grof opgesteld en bevat geen specifieke details over elk afzonderlijk product dat gefabriceerd dient te worden. Het bevat gewoonlijk niet meer dan de benodigde toekomstige capaciteiten.

projectplanning
De planning van de uitvoering van een project. Daarvan zijn het beoordelen, controleren en bijsturen steeds weer terugkerende werkzaamheden in een project.

prijsevenwicht
De prijs waarbij vraag en aanbod in evenwicht zijn

probleemoplossingsbenadering
De probleemoplossingsbenadering gaat uit van de intentie tot samenwerking tussen onderhandelaars die gaan proberen een gemeenschappelijk probleem op te lossen

procesboom
De procesboom is een handige methode voor het verzamelen van specificaties die steunt op het principe van interdisciplinariteit. De procesboom werkt met een checklist van topics gegroepeerd in categorieën die eigen zijn aan ieder industrieel product.

productinnovatie verificatie
De Product Innovatie Verificatie (PIV) is een interdisciplinaire verificatie van de voorstellen voor het toekomstig product. Deze verificatie wordt herhaald na iedere fase van de ontwikkeling met een toenemende graad van detail.

productievolume
De productie uitgedrukt in hoeveelheden product.

productiekaart
De productiekaart is, in een precies-op-tijd productiemethode, een kaart of een ander signaal dat aangeeft dat producten moeten worden vervaardigd voor gebruik of voor de vervanging van een aantal producten die uit de pijplijnvoorraad zijn gehaald.

productportfolio
De productportfolio van een onderneming duidt op het totale bestaande productgamma van de onderneming.

programmering
De programmering van de productie is het eerste niveau van de voortschrijdende productiebesturing waarin de door een fabriek te verzorgen oplevering (aflevering) van gerede producten wordt gepland, geregeld en aangestuurd.

projectkalender
De projectkalender wordt gebruikt in projectmanagementsoftware om aan te geven in welke perioden en op welke tijden gewerkt kan worden aan een project.

projectkwaliteitsmanagement
De projectmanagementactiviteiten die verband houden met de kwaliteitsaspecten van het project.

project tijdmanagement
De projectmanagementactiviteiten die verband houden met het inventariseren van activiteiten en hun relaties, het schatten van doorlooptijden van activiteiten en tijdpaden, alsmede het controleren en bijsturen van het project op de factor tijd.

projectinkoop management
De projectmanagementactiviteiten die verband houden met het plannen en organiseren van de projectinkopen van buiten de projectorganisatie, met inbegrip van contractvorming en beheer.

projectinformatie management
De projectmanagementactiviteiten die verband houden met het plannen, verzamelen, beheren, bewerken en verspreiden van projectinformatie.

projectrisicomanagement
De projectmanagementactiviteiten die verband houden met risicoidentificatie, risicotaxatie en risicobeheer.

projectmanager
De projectmedewerker die belast is met de dagelijkse leiding van een project.

primary membership group
De referentiegroep waar mensen regelmatig, informeel en openharit mee omgaan, zoals familie en vrienden

prijs-kwaliteits-verhouding
De relatie tussen de prijs van een bepaald goed en de kwaliteit ervan.

procesmanager
De rol of functie die verantwoordelijk is voor het managemen van een proces.

procuratiebevoegdheid
De schriftelijk verleende bevoegdheid om namens anderen rechtshandelingen te verrichten

programmeringsplan
De serie geplande fasen die in de flexibele (productie)programmering worden gebruikt (bijvoorbeeld: bewerking, assemblage, distributie enz.).

productiesnelheid
De snelheid waarmee een bepaalde bewerking een opbrengst genereert.

product item
De specifieke versie van een product, waardoor het zich onderscheidt van de meer gangbare versies

productboom
De structuur die de aggregatieniveaus van een bepaalde reeks van productsoorten aangeeft. De structuur bestaat uit: - de aanduiding van de verschillende opeenvolgende aggregatieniveaus waarbij een aggregatieniveau steeds bestaat uit één of meer groepen van producten zoals ze op een lager aggregatieniveau zijn gedefinieerd. Het laagste aggregatieniveau bestaat uit de individuele producten; - eventueel de aanduiding van de verschillende groepen van producten of enkelvoudige producten binnen een aggregatieniveau met de relatie naar de groep producten in het naast hogere niveau waartoe ze behoren en de relaties naar de groepen van producten of enkelvoudige producten in het naast lagere niveau waaruit ze zijn opgebouwd.

procesorganisatie
De structuur die de organisatie aanstuurt langs de weg van de processen.

programma-aanlooptijd
De tijd die aan de eerste periode van een (productie)programma vooraf gaat. Dit programma moet in deze tijdsduur worden vrijgegeven indien het wordt gebruikt om de aantallen fabricage-orders en de eisen die aan de levering van de in te kopen materialen worden gesteld te kunnen bepalen. De programma-aanlooptijd mag niet kleiner zijn dan de som van de doorlooptijd van de fabricage en de doorlooptijd van het toeleveren (de inkoopactiviteiten) van de voor die fabricage benodigde materialen.

productiedoorlooptijd
De tijdsduur tussen het moment dat een fabricage-opdracht wordt ontvangen en de completering daarvan. Hieronder vallen de orderverwerkingsdoorlooptijd, de voorbereidingsdoorlooptijd, de fabricagetijd, de controle en de opslag- en/of distributietijd.

prognosetermijn
De tijdseenheid waarvoor prognoses worden opgesteld, zoals week, maand of kwartaal.

productievoetlijn
De toestand waarin een product zich bevindt na het functionele ontwerp en het fysieke of detailontwerp en nadat de ontwerpverificaties en het testen van het prototype zijn afgerond.

productallocatie
De toewijzing van de productie van een bepaald product aan een bepaald productiecentrum.

productie-allocatie
De toewijzing van de te produceren typen en hoeveelheden voor een reeks van producten over de daarvoor in aanmerking komende fabrieken.

programmaduur
De totale tijdsduur van een (productie)programma.

prikkelwoordentechniek
De triggertechniek is een ideegeneratietechniek gebaseerd op associaties. Door een invloed van buiten uit (trefwoorden of creatieve stimuli) wordt de geest van de deelnemer aan een creatieve sessie geprikkeld, zodat hij via associaties op nieuwe ideeën komt die op zich weinig te maken hebben met het prikkelwoord zelf. De triggertechniek kan gebruikt worden als inspiratiebron bij technieken als brainstorming, brainwriting en synectics, maar kan ook gebruikt worden als techniek op zich.

productieproces
De uitvoering van activiteiten om grondstoffen en halffabrikaten om te zetten in producten van een hogere samenstelling en met een grotere waarde.

productieflexibiliteit
De variëteit aan producten en onderdelen dat met een bestaand productiesysteem kan worden gemaakt.

projectborging
De verantwoordelijkheid van de Project Board om zich te verzekeren van een correcte projectuitvoering. De leden van de Project Board hebben elk een specifiek terrein waar ze zich voor de Project Assurance op richten, namelijk het bedrijfsperspectief door de Executive, het gebruikersperspectief door de Senior User(s) en het leveranciersperspectief door de Senior Supplier(s).

proof of concept
De vereenvoudigde realisatie van een concept om te bepalen of de onderliggende theorie correct is en het concept realiseerbaar is.

programmavergadering
De vergadering die plaats vindt voor iedere periode waarin nieuwe kortlopende (productie)programma's, in een omgeving waarin de flexibele programmering wordt toegepast, worden opgesteld en goedgekeurd.

productiviteit
De verhouding tussen een bepaald resultaat en de voor het bereiken van dat resultaat gebrachte offers.

price premium
De verkoopprijs van een product minus de gemiddelde prijs van vergelijkbare producten.

prijszetting op koperswaarde
De verkoopprijs wordt bepaald op basis van een inschatting van de waarde die een klant zal hechten aan het goed

productieraming
De vertaling van de verwachte marktvraag in te produceren eenheden product (= verwachte marktvraag minus voor de verkoop beschikbare eenheden product).

producttype
De verzameling van alle producten met een gemeenschappelijk karakter.

projectdocumentatie
De verzameling voor een project relevante informatie, zoals porjectvoorstellen, plannen, presentaties, rapporten, notulen, verslagen, enz..

prestatiefase
De vierde fase in het groepsotwikkelingsproces. De groep functioneert en er worden resultaten bereikt.

projectlogistiek
De volgorde waarin de verschillende projectactiviteiten worden doorgevoerd op basis van hun onderlinge relaties

procesdefinitie
De voorstelling van een bedrijfsproces, bestaande uit een netwerk van activiteiten en met informatie over hun onderlinge relaties, de begin- en eindtijden, de betrokkenen en dergelijke.

projectstructuur
De vorm van de projectorganisatie wordt bepaald door de structuur van de moederorganisatie en de aard van het project. Voor sporadische of éénmalige projecten wordt meestal geen structuur opgemaakt, maar wanneer regelmatig gelijksoortige projecten uitgevoerd worden, kan het interessant zijn om een eigen projectstructuur op te zetten.

primaire vraag
De vraag van de finale consument naar bepaalde productsoorten. Bijvoorbeeld de vraag naar personenauto's, koelkasten, enz.

productgerichte opstelling
De wijze waarop de verantwoordelijkheden in een organisatorische eenheid van productengroepen zijn verdeeld.

productpositionering
De wijze waarop een consument een product of dienst beleeft in relatie tot gelijksoortig aanbod van anderen.

prestatie
De wijze waarop een taak wordt uitgevoerd.

prijsperceptie
De wijze waarop een vraagprijs door een consument wordt gehanteerd (variërend van zeer duur tot zeer goedkoop).

projectcommunicatie
De wijze waarop en de middelen waarmee het projectmanagement communiceert met partijen binnen en buiten het project.

prestatieprofilering
Definitie van gebruikersprofielen bij performance, belasting en/of duur testen. De profilering moet het verwachte of werkelijk gebruik weerspiegelen gebaseerd op een operationeel profiel van een component of een systeem en van daar uit de verwachte werkbelasting weergeven.

projectleiding
Degenen die leiding geven aan een project (het projectmanagement). Het kan hierbij gaan om één persoon (projectleider of -manager) of om meerdere personen (managementteam). De taak van de projectleiding is het project naar het gewenste eindresultaat te leiden binnen de afgesproken kaders van tijd en geld

productoewijzingslijst
Deze lijst bevat een overzicht van de geplande systemen en/of de geografische locatie van elk configuratie-item en de behoeften, uitgedrukt in aantallen, in ieder systeem of op iedere locatie.

projectmanagement
Die activiteiten die er voor zorgen dat de projectinhoudelijke activiteiten optimaal kunnen verlopen en het projectresultaat wordt gehaald binnen de vastgestelde kaders van kwaliteit, tijd en geld.