13 letters

antennebeleid antoniuskruid ∙ appelsienhuid arbeidersmeid ∙ arbeidsbeleid ∙ arglistigheid ∙ argwanendheid armlastigheid ∙ armoedebeleid ∙ asfaltmoeheid ∙ ashoeveelheid ∙ aspirantbruid ∙ Autodichtheid ∙ baanzekerheid ∙ balsturigheid bandeloosheid ∙ basissnelheid bedrijvigheid ∙ beeldrijkheid beeldsnelheid beginsnelheid ∙ behoeftigheid ∙ behoudendheid bekommerdheid ∙ bekrompenheid ∙ bemanningslid ∙ bemiddeldheid ∙ bermschuwheid ∙ beroepsarbeid ∙ beroerdigheid ∙ beschaafdheid ∙ beschaamdheid ∙ bespraaktheid besteleenheid bestendigheid ∙ beteuterdheid betrokkenheid ∙ bezitloosheid ∙ bietenmoeheid ∙ bijeengegooid ∙ bijzonderheid ∙ binnengewaaid ∙ bioveiligheid ∙ blaasjeskruid ∙ blauwbrosheid ∙ blijkbaarheid ∙ bloedrijkheid ∙ bloemvastheid ∙ bochtvastheid ∙ bodemvrijheid boeltjeskruid bosbouwbeleid Boskruiskruid ∙ brandbaarheid branderigheid ∙ brandsnelheid breekbaarheid ∙ breukvastheid ∙ broeierigheid bruikbaarheid ∙ buigstijfheid ∙ buitengegooid ∙ caissonarbeid ∙ calciumcarbid ∙ clusterbeleid collegebeleid Contactgeluid ∙ continuarbeid ∙ crisiseenheid Cultuurbeleid ∙ dagelijksheid ∙ dampdichtheid ∙ deemoedigheid ∙ Desbewustheid deskundigheid ∙ Deugdzaamheid ∙ dichtbegroeid ∙ dichtgedraaid ∙ dichtgegroeid ∙ dichtgeplooid ∙ dierdichtheid ∙ discodoofheid ∙ dobsoneenheid ∙ doelgroepslid doelmatigheid ∙ dolzinnigheid doofblindheid doordachtheid doortraptheid ∙ draagbaarheid draaierigheid ∙ draaisnelheid ∙ drammerigheid drieledigheid ∙ drinkbaarheid druilerigheid duidelijkheid ∙ echteloosheid ∙ eenduidigheid ∙ eenhandigheid eenkennigheid eenvormigheid ∙ eenvoudigheid ∙ eenzelvigheid eenzijdigheid ∙ eerbiedigheid eergierigheid eigenwijsheid ∙ eindeloosheid ∙ elite-eenheid emissiebeleid energiebeleid ∙ enghartigheid erfgoedbeleid ergerlijkheid evenredigheid ∙ familiearbeid ∙ fantoomgeluid ∙ feitelijkheid ∙ fijnmazigheid fluxdichtheid gamanderkruid ∙ gasnijverheid ∙ gasvormigheid gebrekkigheid ∙ gedateerdheid gedrongenheid gedwongenheid ∙ geestesarbeid ∙ gefixeerdheid ∙ gekoekelemeid ∙ geletterdheid ∙ gelijkgebreid ∙ gemanierdheid genie-eenheid gepikeerdheid ∙ gerechtigheid ∙ gerinkelrooid ∙ geschooldheid ∙ gespannenheid ∙ gespletenheid ∙ getroffenheid ∙ gewichtigheid ∙ gezeglijkheid gezwollenheid ∙ gingellikruid ∙ gladharigheid glibberigheid gluiperigheid goddelijkheid ∙ goddeloosheid ∙ godgelijkheid ∙ goedgeefsheid goedgevigheid graaflijkheid ∙ grafelijkheid ∙ grapdichtheid ∙ griezeligheid grijsgedraaid ∙ groeisnelheid ∙ groeizaamheid groenrijpheid ∙ groezeligheid ∙ grondsnelheid ∙ grondwaarheid ∙ gruwelijkheid ∙ gulhartigheid ∙ hachelijkheid halftaligheid ∙ handelsbeleid ∙ hapsnapbeleid ∙ hardhorigheid hardleersheid ∙ hartelijkheid ∙ harteloosheid ∙ hebbelijkheid ∙ heimelijkheid ∙ herhaalarbeid ∙ herstelarbeid ∙ herstelbeleid ∙ hittevastheid ∙ hoffelijkheid ∙ hoofdwaarheid ∙ hovaardigheid ∙ huiselijkheid ∙ hulpeloosheid humorloosheid ikgerichtheid ∙ incassobeleid ineengedraaid ∙ ineengegroeid ∙ ineengevloeid ∙ ingebeeldheid ∙ ingeborenheid ∙ ingekeerdheid ∙ ingenomenheid ∙ ingesteldheid ∙ ingetogenheid ∙ innerlijkheid ∙ inpasbaarheid interimarbeid ∙ interimbeleid ∙ inzetbaarheid ∙ jazzgrootheid ∙ johanneskruid kandidaat-lid kantoorarbeid ∙ katholiekheid ∙ Kerkelijkheid ∙ keteldoofheid ∙ keuzevrijheid kierdichtheid kijkdichtheid ∙ klankrijkheid ∙ klavermoeheid ∙ kleurechtheid ∙ kleurloosheid kleurrijkheid kleurvastheid ∙ klimaatbeleid ∙ knaapjeskruid ∙ kneedbaarheid ∙ kneuterigheid knobbeligheid ∙ knoflookkruid ∙ knuffelbeleid koersvastheid kopieerarbeid ∙ kostelijkheid ∙ kosteloosheid kouwelijkheid kramperigheid kredietbeleid krenterigheid ∙ kriebeligheid krimpechtheid ∙ kringerigheid ∙ kruiperigheid ∙ kruisjeskruid ∙ kruissnelheid ∙ kunstenbeleid kwasterigheid Kwetsbaarheid lafhartigheid ∙ laknijverheid ∙ lamlendigheid ∙ lamsteligheid ∙ landelijkheid langdurigheid leesblindheid ∙ lengteeenheid ∙ levenloosheid ∙ levensmoeheid leverbaarheid lichtechtheid ∙ lichtsnelheid ∙ liefdadigheid ∙ liefelijkheid lijdelijkheid ∙ lijfelijkheid ∙ lijkstijfheid ∙ locatiebeleid losbandigheid ∙ loslippigheid ∙ loszinnigheid ∙ luchtechtheid ∙ luchtsnelheid ∙ luisterbereid ∙ lusteloosheid ∙ maanblindheid ∙ machinegeluid ∙ makkelijkheid managementlid manhaftigheid manmoedigheid mannelijkheid ∙ marineeenheid ∙ mede-Kamerlid mediawijsheid ∙ meedogendheid ∙ meelevendheid meertaligheid melizoenkruid melodieusheid ∙ menselijkheid ∙ metaalmoeheid ∙ milddadigheid ∙ minnelijkheid mismoedigheid misselijkheid ∙ moedeloosheid ∙ moerassigheid nauwgezetheid ∙ neergestrooid ∙ nerveuzigheid ∙ nutteloosheid obstinaatheid oerwoudgeluid ∙ oeverloosheid olifantenhuid ∙ omhooggegooid ∙ omstandigheid ∙ omvattendheid Omzetsnelheid ∙ omzichtigheid ∙ onbekooktheid onbekwaamheid ∙ onbeleefdheid ∙ onbepaaldheid ∙ onbeperktheid ∙ onberadenheid ∙ onbeslistheid ∙ onbestemdheid ∙ onbesuisdheid ∙ onbevlektheid ∙ onbevoegdheid ∙ onbewogenheid ∙ onbewolktheid ∙ onbezorgdheid ∙ onbillijkheid ∙ ondergevloeid ∙ ondeugendheid ∙ oneerbaarheid ∙ oneerlijkheid ∙ onervarenheid ∙ ongedeeldheid ongedurigheid ∙ ongegrondheid ∙ ongelegenheid ∙ ongelovigheid ∙ ongemaaktheid ∙ ongenegenheid ongeneigdheid ongerijmdheid ∙ ongesteldheid ∙ ongewenstheid ongunstigheid onkenbaarheid onmisbaarheid ∙ onooglijkheid onoprechtheid ∙ onstuimigheid ∙ ontelbaarheid ∙ ontembaarheid onthaalbeleid ontslagbeleid ∙ ontuchtigheid ∙ onvatbaarheid ∙ onvervuldheid onvoldaanheid onwaardigheid ∙ onzegbaarheid ∙ ootmoedigheid opeisbaarheid opengestrooid ∙ opgeruimdheid ∙ opgetogenheid ∙ oplettendheid ∙ oplosbaarheid ∙ oppassendheid ∙ opslageenheid opstandigheid ∙ opzichtigheid ouderenbeleid ∙ ouderloosheid ∙ ouderwetsheid overbodigheid ∙ overdadigheid ∙ overladenheid overmatigheid Overwerktheid paardenarbeid ∙ parkeerbeleid ∙ parlementslid ∙ parmantigheid ∙ partijdigheid ∙ perkamenthuid ∙ personeelslid ∙ pinksterbruid ∙ planmatigheid Ploegenarbeid ∙ plooibaarheid plotsdoofheid ∙ politiebeleid prijzenbeleid printsnelheid ∙ privacybeleid proefgedraaid ∙ protserigheid rampzaligheid ∙ raszuiverheid rechtseenheid reclamebeleid reddeloosheid ∙ regelbaarheid regelloosheid rekensnelheid rekkelijkheid reptielenhuid ∙ rijksoverheid ∙ rijveiligheid robbertskruid ∙ rodeloopkruid ∙ roekeloosheid ∙ rondgestrooid ∙ roodblindheid ∙ roodbroosheid ∙ rozenvetkruid ∙ ruchtbaarheid ∙ ruimteeenheid ∙ rusteloosheid ∙ saamhorigheid ∙ salarisbeleid samengedraaid ∙ samengegroeid ∙ samengevloeid ∙ sanctiebeleid schaaleenheid ∙ schichtigheid ∙ schielijkheid schijneenheid ∙ schokvastheid ∙ schoolmoeheid ∙ schoongewaaid ∙ schorrenkruid ∙ schranderheid ∙ schrijfarbeid ∙ schuchterheid ∙ schurftigheid ∙ seizoenarbeid ∙ sintjanskruid ∙ sisyfusarbeid ∙ slapeloosheid ∙ slijmerigheid slijtvastheid ∙ smakelijkheid smakeloosheid ∙ smeedbaarheid ∙ smeltbaarheid ∙ smidsdoofheid ∙ smoezeligheid soortechtheid ∙ soortenbeleid Spaarzaamheid ∙ speelbaarheid sponsorbeleid sportwaarheid ∙ staatloosheid ∙ stadsoverheid ∙ stadsvrijheid ∙ startsnelheid ∙ statelijkheid stateloosheid stedelijkheid ∙ steilorigheid ∙ sterflijkheid ∙ stichtingslid ∙ stijgsnelheid ∙ stijlloosheid stoffenbeleid stofferigheid stommelgeluid ∙ stootvastheid ∙ strafbaarheid ∙ Stroperigheid ∙ stumperigheid stunteligheid stuurbaarheid stuurgroeplid stuurloosheid ∙ tastblindheid ∙ tegelwijsheid ∙ tegengegloeid ∙ tentoonspreid ∙ terreurbeleid teruggedraaid ∙ teruggeplooid ∙ teruggesnoeid ∙ teruggevloeid ∙ thuisloosheid ∙ tijdelijkheid ∙ tijdeloosheid titanenarbeid ∙ toegeschroeid ∙ toegevendheid ∙ toegewijdheid ∙ toetsbaarheid toevalligheid ∙ trefzekerheid ∙ trillerigheid trompetgeluid ∙ tuchtoverheid tweeherigheid ∙ tweeledigheid tweetaligheid ∙ uitbundigheid ∙ uiterlijkheid ∙ uitgeefbeleid uithuizigheid uitlaatgeluid

Woorden met een ∙ zijn geldige Scrabble woorden (Onofficiële ENCYCLO Scrabblelijst)