12 letters

hondsdolheid ∙ honkvastheid hoofdeenheid hooggedraaid ∙ hoogopgeleid ∙ hoorbaarheid hoorstomheid ∙ hopeloosheid ∙ horecabeleid houdbaarheid ∙ houterigheid hufterigheid ∙ huislijkheid ∙ huiverigheid humeurigheid ijselijkheid ∙ illegaalheid indirectheid Inkoopbeleid ∙ innamebeleid innemendheid ∙ inzonderheid ∙ jeukerigheid ∙ junglebeleid ∙ junglegeluid ∙ kaardenkruid ∙ kaasjeskruid ∙ kanariekruid ∙ kandidaatlid ∙ kansenbeleid kansloosheid kansrijkheid kapotgegooid ∙ kapotgewaaid ∙ katterigheid ∙ kennisbeleid kerftaaiheid ∙ kermisbeleid kernenbeleid kerngroeplid kernploeglid Kiemsnelheid kiesbaarheid kinderarbeid ∙ klagerigheid klapperkruid ∙ kleingegooid ∙ kleverigheid ∙ klimsnelheid ∙ klissenkruid ∙ klokjeskruid ∙ kloksnelheid ∙ klopvastheid ∙ kluchtigheid knalafscheid ∙ knoestigheid koeliearbeid ∙ koningskruid ∙ koortsigheid korenonkruid ∙ korreligheid korzeligheid kostbaarheid ∙ krasvastheid kregeligheid krijgsbeleid ∙ kromgegroeid ∙ kruislamheid ∙ laagopgeleid ∙ laakbaarheid laatdoofheid ∙ lacherigheid landenbeleid landerigheid langsgegooid ∙ langzaamheid ∙ lawaaiigheid leefbaarheid leeggegraaid ∙ leeggevloeid ∙ leerbaarheid leervrijheid ∙ leerzaamheid ∙ leesbaarheid leessnelheid ∙ legereenheid ∙ letterarbeid ∙ levendigheid ∙ lichaamshuid ∙ lichteenheid ∙ lieflijkheid ∙ lijdzaamheid ∙ loopsnelheid ∙ maakbaarheid maalfijnheid ∙ maatvastheid ∙ mallotigheid ∙ malrovekruid ∙ Mandeligheid mannenarbeid ∙ mastiekkruid ∙ mateloosheid meegaandheid ∙ meetbaarheid ∙ meewarigheid melissekruid ∙ melkrijpheid ∙ mengbaarheid merkbaarheid merkenbeleid mierenarbeid ∙ miezerigheid milieubeleid ∙ minimabeleid misdadigheid ∙ mismaaktheid ∙ misnoegdheid ∙ missiearbeid ∙ misvormdheid ∙ modderigheid moeilijkheid ∙ moeizaamheid ∙ mogelijkheid ∙ mosterdkruid ∙ museumbeleid muziekbeleid naamloosheid ∙ naarstigheid ∙ Natuurbeleid ∙ nazorgbeleid neergedraaid ∙ neergespreid ∙ neergevloeid ∙ nekstijfheid ∙ neuswijsheid ∙ normloosheid ∙ olifantshuid ∙ omroepbeleid omvergegooid ∙ omvergewaaid ∙ onaardigheid ∙ onbekendheid ∙ onbewustheid ondergegooid ∙ ondergezaaid ∙ oneindigheid ∙ ongeldigheid ∙ ongelijkheid ∙ ongeliktheid ongepastheid ∙ ongeremdheid ∙ ongereptheid ∙ ongerustheid ∙ ongewoonheid ongezondheid ∙ onhandigheid ∙ onheiligheid onhelderheid onkundigheid ∙ onmondigheid ∙ onnuttigheid ∙ onrustigheid onthechtheid ontijdigheid ontstemdheid ∙ onveiligheid ∙ onvoorbereid ∙ onwennigheid onwetendheid ∙ onwettigheid ∙ onwilligheid ∙ Onzijdigheid onzinnigheid ∙ onzuiverheid ∙ oorlogsbruid ∙ opeengegooid ∙ opeengekruid ∙ opeengenaaid ∙ opeengewaaid ∙ openbaarheid ∙ opengebloeid ∙ opengedraaid ∙ opengeplooid ∙ opengespreid ∙ opengezwaaid opgewektheid ∙ oplopendheid ∙ opnamebeleid oppositielid oproeparbeid ∙ oproerigheid ∙ opvangbeleid opzijgegooid ∙ ordelijkheid ∙ ordeloosheid ∙ oubolligheid oud-Kamerlid overgedraaid ∙ overgegloeid ∙ overgeplooid ∙ overgesnoeid ∙ overgevloeid ∙ overrijpheid oververmoeid ∙ pafferigheid pamperbeleid ∙ papperigheid partijbeleid ∙ pastoorsmeid pendelarbeid ∙ penningkruid ∙ persvrijheid ∙ pesterigheid pijnlijkheid pijptorkruid ∙ plaatsigheid plechtigheid ∙ pletbaarheid ∙ ploertigheid plukvastheid ∙ podiumgeluid poezeligheid precieusheid ∙ pregnantheid ∙ prekerigheid probleemhuid puntvastheid ∙ purgeerkruid ∙ quotumbeleid raadzaamheid ∙ radeloosheid ∙ randerigheid ∙ rechtgebreid ∙ redderigheid ∙ redelijkheid ∙ redeloosheid ∙ rederijkheid ∙ redewaarheid ∙ regeleenheid regeringslid ∙ reissnelheid ∙ rekeneenheid ∙ rellerigheid retourbeleid reuzenarbeid ∙ risicobeleid robertskruid ∙ roerbaarheid ∙ roerloosheid rommeligheid ∙ rondgedraaid ∙ rondgegroeid ∙ rondgekraaid ∙ rondgezwaaid ∙ roodbrosheid ∙ rozenmoeheid ∙ rumoerigheid sabadilkruid ∙ samengekooid ∙ samengenaaid ∙ schamperheid ∙ scharenkruid ∙ scharrekruid ∙ scharrelmeid ∙ schattigheid scheutigheid schimmigheid schommelmeid ∙ schoolarbeid ∙ schoolbeleid schuldigheid ∙ schunnigheid ∙ schurftkruid ∙ scrofelkruid ∙ sectorbeleid seinsnelheid ∙ semioverheid ∙ sierlijkheid ∙ sjabbatbruid ∙ sjabbatsmeid ∙ sjabbesbruid ∙ slagvastheid slangenkruid ∙ slaperigheid ∙ slavenarbeid ∙ slechtigheid slipsnelheid ∙ snijsnelheid ∙ soldatenmeid ∙ spargelkruid ∙ speltonkruid ∙ spergelkruid ∙ spichtigheid spinnenkruid ∙ spontaanheid ∙ spraakgeluid ∙ sproetigheid ∙ staatsbeleid ∙ standelkruid ∙ stedenbeleid stekeligheid ∙ stemvastheid ∙ stereogeluid ∙ sterrenkruid stolbaarheid ∙ straatarbeid ∙ straatgeluid ∙ straffigheid ∙ strammigheid ∙ stressbeleid strijdigheid ∙ stroomarbeid stukgedraaid ∙ stuureenheid suikerbeleid taakgroeplid taalvrijheid ∙ tabaksbeleid tactloosheid tariefbeleid tastbaarheid ∙ tegengenaaid ∙ tegengewaaid ∙ teksteenheid terloopsheid teruggegooid ∙ teruggeroeid ∙ testbaarheid tevredenheid ∙ tijdloosheid tijdseenheid ∙ titansarbeid ∙ tomeloosheid toneelarbeid ∙ toondoofheid ∙ totaalbeleid ∙ totaalgeluid trefsnelheid ∙ Trekvastheid ∙ triestigheid trottoirmeid ∙ twee-eenheid uiteenspreid ∙ uitgeschreid ∙ uitgestrooid ∙ uitheemsheid uitzetbeleid vaarsnelheid ∙ vagebondhuid ∙ vastgedraaid ∙ vastgegroeid ∙ veedichtheid ∙ veegvastheid ∙ veldwarkruid ∙ venijnigheid ∙ verbaasdheid ∙ verbetenheid ∙ verblindheid ∙ verbrandheid ∙ verdeeldheid ∙ verdooldheid ∙ verfbaarheid verfijndheid ∙ vergeefsheid ∙ vergetelheid ∙ vergetenheid ∙ verhevenheid ∙ verholenheid verkeerdheid ∙ verkniptheid verlatenheid ∙ verlegenheid ∙ verliefdheid ∙ verlorenheid ∙ vermaardheid ∙ vermetelheid ∙ vermoeidheid ∙ versaagdheid versteldheid ∙ verstoktheid ∙ verstoptheid vervaardheid ∙ verveeldheid vervoerdheid ∙ verwaandheid ∙ verwatenheid ∙ verwevenheid ∙ verwijfdheid ∙ verziendheid ∙ verzorgdheid verzuildheid vijandigheid ∙ vindbaarheid vlaswarkruid ∙ vlekkenkruid ∙ vloeiendheid ∙ vlooienkruid ∙ vlooteenheid ∙ vluchtigheid ∙ voedzaamheid voeglijkheid ∙ voegzaamheid ∙ voldoendheid ∙ volgzaamheid ∙ volkomenheid ∙ volkseenheid ∙ volledigheid ∙ volmaaktheid ∙ voltooidheid ∙ volumebeleid ∙ voorgegloeid ∙ voornaamheid ∙ voortgebreid ∙ voortgekruid ∙ voortgeroeid ∙ voortgewaaid ∙ vormloosheid vormvastheid ∙ vredesbeleid vreemdigheid ∙ vrouwenkruid ∙ vuursnelheid ∙ vuurvastheid ∙ waaierigheid waakzaamheid ∙ waanwijsheid ∙ wantsenkruid warmgedraaid ∙ wateronkruid ∙ watjesbeleid ∙ Weerbaarheid ∙ weerloosheid weervastheid wekelijkheid weldadigheid ∙ wendbaarheid wenssnelheid ∙ werkbaarheid werkgroeplid werkloosheid ∙ werksnelheid werkzaamheid ∙ wetmatigheid ∙ wierookkruid ∙ wijdverbreid ∙ wijkraadslid ∙ wilsvrijheid ∙ wilszwakheid ∙ winderigheid windsnelheid ∙ winterarbeid ∙ winterbeleid ∙ witharigheid ∙ woningbeleid woonvrijheid ∙ wrattenkruid ∙ wreveligheid ∙ zaadvastheid zakelijkheid ∙ zangerigheid ∙ zedelijkheid ∙ zedeloosheid ∙ zeemelkkruid ∙ zeldzaamheid ∙ zigzagbeleid ∙ zijloopsheid ∙ zinksnelheid ∙ zinledigheid zoeksnelheid zomerzotheid ∙ zorgzaamheid ∙ zweverigheid

13 letters

aaneengeboeid ∙ aaneengebreid ∙ aaneengenaaid ∙ aangenaamheid ∙ aangepastheid aangerotzooid ∙ aankoopbeleid ∙ aanminnigheid aannamebeleid aanvalligheid aartsgoedheid ∙ aarvederkruid ∙ abortusbeleid achilleskruid ∙ achteloosheid ∙ adoptiebeleid afbraakbeleid ∙ afdrukeenheid afgeleefdheid ∙ afgelegenheid afgemetenheid afgewogenheid ∙ afstemeenheid ∙ aftapbaarheid aftelbaarheid afzetbaarheid alcoholbeleid alledaagsheid ∙

Woorden met een ∙ zijn geldige Scrabble woorden (Onofficiële ENCYCLO Scrabblelijst)