
afzonderen werkw. Uitspraak: [ 'ɑfsɔndərə(n) ] Afbreekpatroon: af·zon·de·ren Vervoegingen: zonderde af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgezonderd (volt.deelw.)
1) van anderen verwijderen Voorbeelden: 'erg zieke mensen afzonderen' , 'Je moet je niet altijd zo afzonderen.' Synoniem: isoleren
2) in de isole...Gevonden op
https://woorden.org/woord/afzonderen

1) Scheiden 2) Afsnijden 3) Afsplitsen 4) Isoleren 5) Terugtrekken 6) Uiteenjagen 7) Uitrapen 8) Uitscheiden 9) Apart zetten 10) Uitsluiten 11) Apart houden 12) Uitzonderen 13) Uitschiften 14) Schiften 15) Individualiseren 16) Verplaatsen 17) Vervreemden 18) Verwijderen 19) Lichten 20) Opsluiten 21) Opzij leggen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afzonderen/1

penitentiair recht: scheiding van een gedetineerde van de algehele gemeenschap, met inbegrip van zijn medegevangenen. Verder ...
Gevonden op
https://juridischwoordenboek.nl?zoek=afzonderen
niet met anderen omgaan vb: doe toch eens mee, je moet je niet altijd zo afzonderen!
iemand of iets apart houden vb: de zieke dieren moeten we afzonderen
Synoniem: isoleren
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

• [refl] "zich ~" zichzelf uit de groep halen.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/afzonderen
Geen exacte overeenkomst gevonden.