de deugniet zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈdøxnit ] Afbreekpatroon: deug·niet Verbuigingen: deugnieten (meerv.) iemand die ondeugend is Voorbeeld: 'Heeft hij alweer een koekje uit de trommel genomen. Wat een deugniet!' Synoniemen: beng boefje etter guit kwajongen ondeugd rakker schavuit schelm snaak stinkerd vleg vlegel Gevonden op https://woorden.org/woord/deugniet
kind dat zich ondeugend gedraagt; ondeugend kind Wordt vaak ook liefkozend gebruikt. ondernemend huisdier Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/deugniet