dralen werkw. Uitspraak: [ 'dralə(n) ] Afbreekpatroon: dra·len Vervoegingen: draalde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gedraald (volt.deelw.) (iets) later of langzamer doen dan gewenst Voorbeelden: 'dralen met het geven van een advies' , 'niet dralen maar aanpakken' Synoniemen: : treuzelen, teuten, talmen, Synoniemen: aarzelen blijv... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dralen
iets langzaam doen wat ook wel sneller kan vb: waarom sta je zo te dralen? Schiet toch op! Synoniemen: treuzelen teuten talmen Tegenstellingen: opschieten voortmaken Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=dralen