
aanhoudend, onafgebroken, voortdurend, onophoudelijk - Voorbeeld: ‘
Moeder deed niets dan eenbaarlijk boterhammen snijden’ - Voorbeeld: ‘
Na dagenlang eenbaarlijk werken, kregen de maaiers een einde te zien aan het klaverveld’
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0008.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.