ineens bijwoord Uitspraak: [ ɪnˈens ] Afbreekpatroon: in·eens 1) plotseling Voorbeelden: 'Het was rustig weer, maar ineens stak de wind op.' , 'ineens miljonair zijn als je de loterij wint' Synoniem: opeens 2) in één keer Voorbeeld: 'het hele bedrag ineens betalen' Synoniemen: abrupt eensklaps onverhoeds onverwa...
1) Abrupt 2) Als bij toverslag 3) Eensklaps 4) Hals over kop 5) Halsoverkop 6) In een klap 7) In een keer 8) Met veel spoed 9) Onverhoeds 10) Onverwacht 11) Onverwachts 12) Onvoorzien 13) Opeens 14) Pardoes 15) Plots 16) Plots is neen omgedraaid 17) Plotseling 18) Plotsklaps 19) Rats 20) Regelrecht 1) Abrupt 2) Eensklaps 3) Eensslags 4) Halsoverkop 5) Inenen 6) Onverhoeds 7) Onverwacht 8) Opeens 9) Pardoes 10) Plots 11) Plotseling 12) Plotsklaps 13) Rats 14) Regelrecht 15) Subiet 16) Tegelijk 17) Terstond 18) Toverslag 
in ??n keer, plotseling (toon de herkomst via de etymologiebank)
in één keer vb: moet ik alles ineens betalen?
•snel en onverwachts.
in één keer; plotseling