ineenstorten werkw. Uitspraak: [ ɪn'enstɔrtə(n) ] Afbreekpatroon: in·een·stor·ten Vervoegingen: stortte ineen (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is ineengestort (volt.deelw.) 1) (van een constructie) kapotgaan en in stukken op de bodem vallen Voorbeelden: 'Door een constructiefout is de brug ineengestort.' , 'De kleuter had ple... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ineenstorten