
opgebruiken werkw. Uitspraak: [ 'ɔpxəbrœykə(n) ] Afbreekpatroon: op·ge·brui·ken Vervoegingen: gebruikte op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgebruikt (volt.deelw.)
iets gebruiken tot het verdwenen is Voorbeelden: 'Mijn zakgeld van deze week is al opgebruikt.' , 'De badkamer staat vol met potjes half opgebruikte huidcrème.' ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/opgebruiken

1) Verbruiken 2) Opmaken 3) Opleven 4) Opkrijgen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opgebruiken/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.