opwarmen werkw. Uitspraak: [ ˈɔpwɑrmə(n) ] Afbreekpatroon: op·war·men Vervoegingen: warmde op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgewarmd (volt.deelw.) opnieuw warm maken Voorbeeld: 'het restje eten nog even opwarmen in de magnetron' Synoniemen: eten opwarmen verhitten verwarmen warming-up warmlopen 4 definities...
1) Heet maken 2) Heet worden 3) Bereidingswijze 4) Op de gewenste temperatuur brengen 5) Opleukeren 6) Opnieuw verhitten 7) Verhitten 8) Verwarmen 9) Warming-up 1) Opbakken 2) Verhitten 3) Verwarmen 
In sommige publikaties wordt aangeraden de audio apparatuur enige tijd te laten opwarmen voor er met het weergeven van muziek begonnen kan worden. Vóór die tijd zou de weergave slechter zijn.
het omhoog brengen van een stof in temperatuur
Het opnieuw warm maken van een koud geworden gerecht Hierbij bestaat de kans dat het gerecht aankoekt of aanbrandt